Actie tegen de besparingen op de publieke middelen voor hoger onderwijs

Op dinsdag 18 november werd aan het gebouw van het Vlaamse ministerie voor onderwijs actie gevoerd door personeelsleden en studenten van de VUB. Aanleiding was de beslissing van de minister om de werkingsmiddelen voor het hoger onderwijs niet degelijk te indexeren, waardoor er verder wordt bespaard. Een 80-tal actievoerders vroeg opheldering inzake deze besparingsmaatregel.

Onze bespaargekke minister van onderwijs slaagt er weer in zich onpopulair te maken bij de studenten en het personeel van de Vlaamse onderwijsinstellingen. In 2006 zette de minister een eerste stap in de richting van een privatisering van het onderwijssysteem. Hij creërde toen de mogelijkheid om inschrijvingsgelden tot 25.000 euro per jaar te vragen voor voortgezette opleidingen (de Manama’s en Banaba’s) en er kwam eveneens een markt van onderwijscredits. Onderwijsinstellingen moesten volgens de “socialistische” SP.a-minister Vandenbroucke leren wat concurrentie is en zouden moeten concurreren voor hun middelen. Inschrijvingsgelden voor voortgezette opleidingen werden een voorrecht voor rijkeluiskinderen of voor diegenen die bereid zijn zich in de schulden te steken.

Toen werden acties gevoerd door studenten en personeel (vaak zonder echte steun van de vakbondsleiding) met een reeks betogingen in Brussel, Antwerpen en Gent. Dat zorgde ervoor dat de minister zijn maatregelen wat afzwakte en compensaties voorzag voor de “verliezende” instellingen. Daarenboven werd VDB gedwongen om een indexering van de middelen te erkennen om zo de onderfinanciering van het onderwijs tegen te gaan.

Die toegevingen deden enkel dienst als glijmiddel om zijn asociaal en neoliberaal plan erdoor te drukken. Nu komt de minister schaamteloos terug op de eerdere beloftes. Met een normale indexering (zoals voorzien in artikel 9§5 van het financieringsdecreet) hadden de middelen met 3,32% moeten toenemen. Los van het feit dat de financiering al bijzonder beperkt is en er eigenlijk meer middelen nodig zijn, weigert de eigenwijze minister nu om deze indexering te volgen. Hij wil slechts 1,9% toekennen. Als dat cijfer effectief wordt toegepast, betekent dit dat veel instellingen middelen verliezen. Voor de VUB gaat het concreet om 2 miljoen euro in 2009. Dat komt overeen met een verlies van 40 tot 60 jobs en verdere besparingen op de voorzieningen voor studenten en personeel.

ACOD-VUB besloot om een actie te organiseren en kreeg daarbij de steun van de Actief Linkse Studenten. Op 18 november was er een eerste protestactie om de minister te herinneren aan zijn eerdere beloften en om de middelen te vragen waar we recht op hebben. Deze protestactie was erg strijdbaar en met een 80-tal aanwezigen maakten we onze mening duidelijk.

Dit zal echter niet volstaan. Wij pleiten voor een onderwijsbudget van 7% van het BBP zoals dit vroeger het geval was en een onderwijs dat gratis en toegankelijk is voor iedereen. Dit zal enkel kunnen afgedwongen worden door strijd. In 2006 leidden de acties tot het afdwingen van meer middelen, dat voorbeeld zullen we nu opnieuw moeten volgen.

Een probleem daarbij is de band tussen de vakbondsleiding van ABVV en ACV met traditionele partijen als SP.a en CD&V. Dat heeft zeker een rol gespeeld in het feit dat ACOD zich in 2006 akkoord verklaarde met het financieringsplan van Vandenbroucke. Federaal zit SP.a nu misschien wel in de oppositie, maar in de praktijk staat deze partij nog steeds achter een besparingsbeleid. Als er acties zijn zoals bij Carrefour vinden we de SP.a niet aan de kant van de arbeiders, maar in de raden van bestuur (zoals met Willy Claes en Karel Van Miert het geval is bij Carrefour). We hebben nood aan een politiek verlengstuk en daartoe zullen ABVV en ACV alle banden met SP.a en CD&V moeten breken!