Linkse socialisten vieren internationale vrouwendag

Op 8 maart vond in Brussel een conferentie van LSP/PSL plaats in het kader van de internationale vrouwendag. Een 60-tal vrouwen (en mannen) namen deel aan de discussie. Er werd begonnen met een openingsmeeting waarbij werd ingegaan op de geschiedenis en actualiteit van de internationale vrouwendag. Verder waren er werkgroepen rond verschillende thema’s: de economische crisis en de oorsprong van vrouwenonderdrukking. Een verslag van de openingsmeeting.

 

Geschiedenis en actualiteit van de internationale vrouwendag

Anja Deschoemacker opende de meeting met een inleiding over de geschiedenis van internationale vrouwendag en de actualiteit van vrouwenstrijd vandaag. Internationale vrouwendag is een belangrijk moment om na te gaan hoe we de vrouwenbeweging opnieuw kunnen opbouwen, tegen de achtergrond van een ontwikkelende economische crisis. De geschiedenis van de arbeidersbeweging, en dus ook van de vrouwenbeweging, is er één van hoogten en laagten. Die ontwikkeling voor de vrouwenbeweging is ook afhankelijk van de mate waarin de arbeidersbeweging zich specifiek richt op thema’s die vrouwen aanbelangen.

De oorsprong van de internationale vrouwendag is een staking van textielarbeiders in 1908. Een jaar nadien was er na een oproep van de Socialist Party om de staking te herdenken, waarop tienduizenden dagenlang in actie kwamen. De Duitse socialiste Clara Zetkin reageerde op deze beweging van vrouwelijke arbeiders in de VS. Zetkin had reeds in 1899, bij het opzetten van de Tweede Internationale, de stelling verdedigd dat socialisme zonder vrouwenrechten onmogelijk is. Mannen en vrouwen moeten samen strijden voor de vrouwenrechten, dat is een integraal deel van de arbeidersbeweging.

In 1899 kwam er weinig reactie op die oproep van Zetkin, hierop zette zij een socialistische vrouwenbeweging op binnen de Tweede Internationale. Vanuit die beweging kwam het initiatief om een internationale vrouwendag te organiseren. Dat was op 8 maart 1911, toen er acties waren in vijf verschillende landen. Dat was onder meer het geval in Duitsland en de VS. De socialistische vrouwenbeweging verzet zich tijdens de Wereldoorlog tegen de oorlog en deelname aan de oorlog, de vrouwenbeweging steunt het (beperkte) kamp van de internationalisten tegen de leiding van de Tweede Internationale in. In verschillende landen waren er ook tijdens de oorlog acties van de socialistische vrouwenbeweging, onder meer tegen de hoge voedselprijzen en de tekorten aan voedsel.

Eén van die acties van de vrouwenbeweging was een actie op 8 maart in Rusland (volgens de oude kalender in Rusland was dat 23 februari). Een optocht van vrouwelijke arbeiders trok ook massale steun aan van mannelijke arbeiders, waardoor de beweging een enorme opgang kende. Na twee dagen van acties en stakingen, zette de tsaar het leger in om de beweging te stoppen met repressie. Dat vormde de aanleiding voor het begin van wat gekend staat als de Februarirevolutie. Enkele weken later moest de tsaar aftreden, het nieuwe regime dat aan de macht kwam was één van de eerste op internationaal vlak die stemrecht aan vrouwen moest toekennen.

Vandaag is de hele economie in crisis. De traditionele eisen van de vrouwenbeweging in het verleden, onder meer voor toegang tot betaalbaar voedsel, worden hierdoor opnieuw actueel. Ook eisen tegen oorlog en tegen gewapende conflicten (waar vrouwen en kinderen vaak het slachtoffer van zijn, denk maar aan de oorlog in Congo) zijn opnieuw actueel. De crisis raakt de zwaksten het hardst.

Daarbij zal het belangrijk zijn om de arbeiders te organiseren, zowel op syndicaal als politiek vlak. Er is nood aan een nieuwe arbeiderspartij waarbij de discussie kan worden gevoerd over hoe we een einde kunnen stellen aan de miserie en problemen waarmee de arbeiders te maken krijgen.

De positie van vrouwen is wereldwijd enorm precair. Zo worden vrouwen het slachtoffer van mensenhandel. Patsy Sörensen van Payoke moest normaal gezien spreken op onze meeting op 8 maart, maar werd op het laatste moment weg geroepen voor een dringende tussenkomst in het buitenland. We zullen in de komende maanden het werk van Payoke wel toelichten op deze website en zullen een interview plannen met Patsy. Alleszins is het opvallend dat in de strijd tegen mensenhandel organisaties als Payoke over zo weinig middelen beschikken, het probleem wordt immers groter met een tendens om niet-ingeschreven arbeiders in te zetten (zowel in de prostitutie als in andere sectoren). Vooral vrouwen dreigen het slachtoffer te worden van mensenhandel door de vervrouwelijking van armoede en discriminatie van vrouwen. Het is belangrijk om dit thema op de agenda te zetten en een werking als Payoke speelt daar een nuttige en noodzakelijke rol in.

 

Strijden tegen geweld binnen het gezin

Na Anja werd gesproken door Laura van LSP-Gent. Zij had het over geweld binnen het gezin, een thema dat jammer genoeg nog steeds actueel is en vaak wordt onderschat. Geweld binnen het gezin blijft immers vaak een taboe, zowel emotioneel als fysiek geweld en seksueel misbruik.

Eén op vier vrouwen heeft op een bepaald ogenblik in haar leven te maken met geweld binnen het gezin. 25% van alle rapporteringen van geweld gaan net over dat type van geweld. Als een vrouw al overgaat tot het contacteren van de politie, is het gemiddeld na 35 keer te zijn geslagen. Meer dan twee op tien kinderen ondergaat seksueel geweld. Dat betekent dat iedere dag met angst wordt geleefd. Bovendien leggen vrouwen de fout vaak bij zichzelf, ze denken dat het hun schuld is dat ze te maken krijgen met geweld en mishandeling.

Vrouwen zonder economische mogelijkheden, zijn natuurlijk de grootste slachtoffers in die zin dat ze niet zomaar in staat zijn om hun man te verlaten. De kloof tussen de lonen van mannen en vrouwen blijft bestaan en speelt een rol in het ondermijnen van de positie van vrouwen. Moraliserende campagnes bieden daar geen antwoord op. Bovendien is het de vraag of slogancampagnes als rond de slogan “Geweld binnen het gezin klopt nooit” de slachtoffers van geweld binnen het gezin bereiken. Wij denken dat er nood is aan concrete campagnes, onder meer vanuit de vakbonden om familiaal geweld ook vanop de werkvloer aan te pakken. Een campagne als “Campaign Against Domestic Violence” in Groot-Brittannië kan een nuttig voorbeeld zijn. Alle bekommernissen van de arbeiders moeten kunnen worden opgenomen op syndicaal en politiek vlak.

Wij komen op voor een uitbreiding van het netwerk voor opvang van vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, een programma van de bouw van toegankelijke sociale woningen, degelijke lonen en arbeidscondities. Wij staan voor een socialistisch alternatief waarin een einde wordt gemaakt aan uitbuiting.

 

Stop seksisme

De laatste spreekster van de openingsmeeting was Laure van LSP-Brussel. Zij had het over de strijd tegen seksisme. Spijtig genoeg komt het thema van seksisme vaak enkel aan bod in het kader van berichtgeving rond internationale vrouwendag. Steeds meer worden vrouwen gezien als handelswaar en als lustobject.

Dat beeld van vrouwen maakt deel uit van een ideologisch offensief waarbij vrouwen worden voorgesteld als een stuk vlees. Dat beeld is aanwezig onder jongeren, maar ook elders. De belangrijkste reden waarom dit beeld sterker aanwezig is, is omdat seks doet verkopen. Bij reclame merk je dat verwijzingen naar seks worden gebruikt om producten te verkopen. Aan de universiteiten zetten de meeste studentengroepen tegenwoordig steeds meer bloot op de affiches om op te vallen en volk te trekken. De doorgedreven commercialisering van het uitgaansleven vormt de basis voor het opdrijven van het beeld van de vrouw als lustobject.

Wij zijn absoluut niet preuts, maar we gaan wel in tegen de commercialisering van het vrouwenlichaam. Seksuele vrijheid mag niet verward worden met seksuele degradatie. De elementen van bevrijding die in het westen zijn afgedwongen, zijn belangrijk en het resultaat van arbeidersstrijd. Verworvenheden zullen niet verdedigd en uitgebreid worden door de vrouw voor te stellen als een louter lustobject. Seksistische reclame heeft niets te maken met “seksuele vrijheid”. De toename van het aantal jongeren dat zijn lichaam moet verkopen om rond te komen, heeft evenmin iets te maken met seksuele vrijheid.

De rol van jonge meisjes en vrouwen wordt beperkt tot hun uiterlijk: “wees mooi en zwijg” lijkt het motto te zijn. Vrouwen zouden hun uiterlijk moeten uitspelen om een positie te verkrijgen, zelfs onder politici zien we dit steeds meer. Denk maar aan Freya Van Den Bossche die bij haar eerste gemeenteraadsverkiezingen haar rok omhoog hield op haar affiche om zo de aandacht te trekken.

Dit soort ontwikkeling heeft verregaande gevolgen. Slechts 1% van de vrouwen in Europa is tevreden over haar lichaam. 60% van de jonge meisjes tussen 10 en 14 vindt zichzelf “lelijk”. Er is een enorm probleem van anorexia en boulimie, maar ook psychologische problemen bij veel meisjes en vrouwen. In de VS wordt drie keer meer uitgegeven aan cosmetica dan aan onderwijs, de markt van cosmeticaproducten kende de afgelopen periode een fenomenale groei.

Het commercialiseren van seksualiteit leidt ook tot een groei van de pornografische markt. Veel jongeren komen via porno voor het eerst in contact met seksualiteit en zien hoe daar met vrouwen wordt omgegaan. Dat beeld legt een enorme druk op vrouwen alsook op jonge mannen. Gemiddeld is er één verkrachting per week in scholen in ons land. Algemeen zijn er gemiddeld 7 verkrachtingen per dag die worden aangegeven, daarnaast zijn er natuurlijk ook veel verkrachtingen die niet worden aangegeven.

 

Conclusie

Strijd voor vrouwenrechten maakt historisch deel uit van de strijd van de gehele arbeidersbeweging voor een andere samenleving. Ook vandaag blijft dit noodzakelijk. Voor ons blijft 8 maart een dag van strijd, solidariteit en socialisme.