Planning versus meer kapitalisme
Jonas benadrukte dat de huidige crisis het gevolg is van het falende kapitalistische systeem. Marx stelde reeds in de 19de eeuw dat het kapitalisme telkens tot overproductiecrises zou leiden, de werkende klasse is immers niet in staat om alle goederen op te kopen die zij heeft geproduceerd. Om de crisis voor zich uit te schuiven, werd de afgelopen jaren steeds meer gewerkt met goedkope kredieten. Er werd in lucht gehandeld, maar de zeepbel is nu aan het barsten met alle gevolgen van dien met tal van sociale drama’s. Het is noodzakelijk om te breken met het kapitalisme waar enkel de winstlogica telt. Daartegenover is er nood aan een democratische planeconomie.
De liberale studenten stelden dat een perfect kapitalistisch systeem en vooral een perfect liberaal systeem nog nooit heeft bestaan. In zo’n utopisch systeem zou de economische “invisible hand” het egoïstische winstbejag van elk individu omzetten in een stijgende welvaart voor allen. Een dergelijke liberale samenleving zou volgens de LVSV’ers makkelijker haalbaar zijn dan een planeconomie omdat een complexe samenleving als de onze nooit volledig zou kunnen gepland worden.
Concreet pleitte de LVSV-vertegenwoordiger voor een “meer verantwoord kapitalisme” en het principe van “narrow banking” waarbij investerings- en depositobanken strikt gescheiden worden. Dat zou moeten volstaan om te vermijden dat mensen hun geld in rook zien opgaan zonder zelf aandelen te bezitten. Kortom, de crisis van het kapitalisme moeten we niet bestrijden met minder, maar juist met nog meer kapitalisme.
Debat
Na de korte inleidingen volgde een pittige maar vrij chaotische discussie. Een eerste discussiepunt ging over de lonen. De liberalen verdedigden hun traditionele argument dat de lonen deel moeten uitmaken van een vrije (en individuele) overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Dat zou volgens hen jobs creëren, terwijl nu de lonen in sectoren met moeilijkheden “kunstmatig hoog” worden gehouden met een bijhorende negatieve impuls voor de markt en de werkgelegenheid.
Vanuit marxistische hoek werd geantwoord dat het individualiseren van de arbeidsrelaties door het patronaat zou aangewend worden om de keuze te beperken tussen een nog net leefbaar hongerloon of totale verpaupering. Bovendien zorgt de economische jungle van de zogenaamde “vrije markt” er voor dat de kleine bedrijven worden opgeslorpt door de grotere met een steeds grotere monopolievorming. Dat versterkt de positie van het patronaat om haar condities op te leggen aan individuele arbeiders.
Een ander discussiepunt handelde over de rol van het individu in de samenleving. Waar de liberalen het individu grotendeels los zien van zijn context en klassenpositie, stellen marxisten dat de maatschappelijke positie van individuen een belangrijke rol speelt. Een individu staat niet los van de bredere groep of klasse waartoe hij/zij behoort. Die klasse draagt in grote mate bij tot de socialisatie van iedereen en beïnvloedt ook de mogelijke persoonlijke keuzes. Het persoonlijke wordt dus mee beïnvloedt door onze omgeving. Om de mens als individu te bevrijden, zal collectieve strijd nodig zijn voor een andere samenleving. In die strijd worden we overigens als individu verrijkt door het delen van ervaringen met anderen.
Ideologie
Het debat werd afgesloten met korte conclusies van beide sprekers waaruit de traditionele tegenstelling tussen arbeid en kapitaal nogmaals bleek. Waar marxisten opkomen voor een socialistische geplande economie met een productie naargelang de behoeften van de meerderheid van de bevolking, blijven de liberalen het individuele winstbejag als drijvende kracht voor een gezonde economie zien. Rond het feit dat het liberale systeem vandaag in crisis is, werd zoveel mogelijk heen gefietst. Dit debat had uiteraard niet als doel om elkaar te overtuigen, we wilden een confrontatie van opvattingen en ideologieën. We vonden het op dat vlak een interessant debat en we bedanken de liberale studenten voor de moed om met ons een ideologisch debat aan te gaan.