DEBAT: Het einde van het neoliberalisme?

Er daagden op donderdag 22 november 110 toeschouwers op in Gent op het debat van de Actief Linkse Studenten over “Het einde van het neoliberalisme?”. Sprekers voor de linkerzijde waren Eric Byl, voorzitter van de Linkse Socialistische Partij, Bleri Lleshi, politiek filosoof en Ronny Mouton, ABVV delegee bij Ford. De sprekers met een liberale achtergrond waren Dirk Verhofstadt, lid van de denktank Liberales en Bart Haeck, redacteur en opiniemaker bij De Tijd. Moderator was Ferdi De Ville.

Het werd een geanimeerd debat met een sterke ideologische inhoud. In tegenstelling tot wat we gebruikelijk in de media horen, was de liberale stem aanwezig maar niet alles dominerend. Er werd maar één keertje gepleit voor loonlastenverlagingen terwijl dit in de media doorgaans eeuwig herkauwd wordt door de werkgeversorganisaties, politici en krantencommentatoren. Hier kwam er ook kritiek op het neoliberalisme aan bod en dit maakte het debat erg verfrissend.

Dirk Verhofstadt stelde zich op als een ‘gematigde liberaal’. Hij maakte het onderscheid tussen ‘liberalisme’ en ‘neoliberalisme’ waarbij hij stelde dat neoliberalen alleen een zo klein mogelijke overheid willen. Liberalen daarentegen willen, net zoals Adam Smith, een sterke overheid die de goede werking van de vrije markt garandeert door bvb. monopolievorming tegen te gaan. Verhofstadt pleitte voor de invoering van eurobonds om de Europese crisis te bestrijden en bekritiseerde dat sommige vakbonden zich tegen eurobonds kanten en dus niet solidair zouden zijn. De vraag van de moderator om welke vakbonden het ging, liet Verhofstadt onbeantwoord. Hij hield het op een pleidooi voor een federaal Europa en stelde dat dit de basis kan zijn om ook de minimumlonen in Europa te harmoniseren.

Bart Haeck nam socio-economisch gezien het meest rechtse standpunt in van het panel. Hij ontkende dat het neoliberalisme de afgelopen 30 jaar dominant was. Hij beargumenteerde dat door te wijzen op de 27% van het BBP die de sociale zekerheid kost en op het totale overheidsbeslag van meer dan 50%. We leven volgens hem in een gecorrigeerde markteconomie. Haeck pleitte voor een sociaal Europa door meer jobs te creëren. Dat kunnen we door de loonlasten te verlagen. Zo kwamen we uit bij het klassieke verhaal dat we in de media kennen.

Bleri Lleshi benadrukte de cultureel-ideologische kant van het neoliberalisme. Zo staan neoliberale waarden als succes en competitie in de huidige samenleving hoog aangeschreven, terwijl sociale waarden op de achtergrond verdwijnen. Tegelijkertijd wordt het vrije markt denken ook op andere domeinen dan louter in de economie toegepast. Zo werd de competitie tussen professoren opgedreven terwijl er nauwelijks professoren hier voorstander van zijn. Bleri verdedigde de huidige loonlasten als een middel om de sociale zekerheid te blijven financieren en wees op de kloof tussen arm en rijk die de afgelopen 30 jaar enorm gegroeid is. Zo is er nu naar schatting minimum 17.000 miljard € in belastingparadijzen weggestoken. In 2011 bezaten de 100 rijkste mensen ter wereld samen 4.500 miljard $, terwijl 3,2 miljard mensen op aarde met minder dan 2 $ per dag moeten overleven. Bedrijven worden steeds meer gezien als wingebieden waar zoveel mogelijk winst uit gemolken moet worden. Daardoor krijg je gevallen als Ford die net op het moment dat ze een recordwinst boeken fabrieken sluiten. In zijn slotwoord stelde Bleri dat we botsen op de grenzen van het systeem en dat er daardoor nood is aan sociale revolutie, niet sociale hervorming.

Ronny Mouton sprak over de sociale afbraak die in Europa plaatsvindt. Alles wat telt is winst, winst, winst en daardoor zitten we nu in een Europa van achteruitgang met steeds bijkomend jobverlies. Iedere keer dat er een begroting komt, blijkt het een oplossing voor nu te zijn, terwijl men twee maand later opnieuw moet samenkomen. Europa heeft blijkbaar geen oplossingen klaarstaan. Als gevolg van de crisis dreigt de middenklasse ertussenuit te vallen terwijl het net voornamelijk die middenklasse is die de sociale zekerheid en de overheid financiert.

Eric Byl begon met uit te leggen hoe het neoliberalisme onder Reagan en Thatcher in de jaren ’80 begon en een beleid vormt dat leidt tot dalende lonen, toenemende flexibiliteit en toenemende werkdruk. Het huidige neoliberalisme staat door de crisis onder steeds grotere druk, en net zoals ieder maatschappelijk systeem dat op haar laatste loodjes loopt, wordt het steeds brutaler. Eric bekritiseerde het idee van eurobonds als onvoldoende om de crisis tegen te houden en stelde dat er nood is aan het in eigen handen nemen van de banken. Uit peilingen pleit dat 85% van de Franstaligen in België en 70% van de Vlamingen gewonnen is voor een vermogensbelasting. Toch gaan de media hier nauwelijks op in. Het probleem met een vermogensbelasting is dat het grootkapitaal steeds weet te ontsnappen. Daarentegen moeten we banken en bedrijven als Ford die alles in België achterlaten in beslag nemen. De beheerraad van genationaliseerde banken mag dan wel niet volgepropt worden met politici die doordrongen zijn van het neoliberale gedachtegoed. Op het einde stelde Eric dat het noodzakelijk is om naar een meer collectivistisch systeem te gaan, niet op de stalinistische manier van het verleden maar met democratische rechten.