Woensdagavond organiseerden de Actief Linkse Studenten aan de Universiteit Antwerpen een debat over het linkse antwoord op de crisis als gevolg van het rechtse beleid. Vier vertegenwoordigers van partijen en bewegingen namen aan het debat deel, Groen! liet zich op het laatste moment verontschuldigen.
Er waren een 45-tal aanwezigen in de zaal om te luisteren naar Wouter Van Damme (PVDA), Seppe De Blust (SP.a), Bart Vandersteene (LSP) en Erik De Bruyn (Rood!). Het debat werd gemodereerd door Karim Zahidi, lid van de stuurgroep van de Ronde Tafel van Socialisten. Er bleken heel wat meningsverschillen te bestaan tussen de vertegenwoordiger van SP.a en de andere sprekers, maar ook tussen die andere sprekers waren er belangrijke nuanceverschillen. Hieronder proberen we enkele argumenten uit het debat weer te geven.
Voor twee sprekers was het debat eigenlijk een thuismatch. Bart Vandersteene is als LSP-woordvoerder nog steeds bij de werking van ALS betrokken en was in de jaren 1990 een leidinggevende activist binnen de Actief Linkse Studenten. Maar ook Erik De Bruyn was in zijn studententijd, begin jaren 1980, bij de ALS. Sindsdien hebben zowel Erik De Bruyn als de ALS een heel parkoers afgelegd, maar het was nuttig om ALS’ers uit de jaren 1980 en de jaren 1990 te confronteren met jongeren van nu.
Systeemcrisis
Een eerste ronde ging over de crisis en meer bepaald over hoe de crisis wordt geanalyseerd: is dit een systeemcrisis of zullen oplapmiddeltjes volstaan. De ernst van de situatie werd door alle sprekers erkend, ook al waren er uiteraard grote verschillen in de voorgestelde antwoorden. De eerste spreker was Wouter Van Damme (PVDA) die nadruk legde op de democratische crisis waarin we ons bevinden met de aanstelling van technocraten en de nooit geziene maatregelen van het economische bestuur op Europees vlak. Hij stelde terecht dat we sinds de jaren 1970 in een crisis van overproductie zitten die jarenlang werd uitgesteld door onder meer kunstmatige consumptie op basis van krediet.
Seppe De Blust (SP.a) erkende de ernst van de crisis en de enorme uitdagingen op zowel economisch als ecologisch vlak. Hij stelde dat de vraag of het systeem kan worden hervormd genuanceerd moet worden beantwoord en voegde er meteen aan toe dat ook het “sociale en ecologische kapitaal in de marktwaarde” moet worden betrokken.
Bart Vandersteene (LSP) stelde dat we in een echte systeemcrisis zitten: het kapitalisme als maatschappelijk model faalt. Het vernietigt de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking. Er is de afgelopen jaren steeds minder in productie geïnvesteerd omdat in financiële beleggingen en speculatie meer winsten vielen te rapen terwijl dit in de productie moeilijker is. De Occupy-beweging stelt terecht vast dat 1% profiteert terwijl 99% moet betalen. Deze beweging is interessant als begin van verzet waarbij nieuwe slogans worden gelanceerd. Het is opvallend dat de kritieken op het systeem meer ingang vinden en dat economen zoals Stiglitz moeten erkennen dat het systeem faalt. Tegelijk krijgen we vanuit Tunesië en Egypte de les mee dat verandering kan worden afgedwongen en dit door de straat op te trekken en zelf onze toekomst in handen te nemen.
Erik De Bruyn (Rood!) merkte op dat het huidige systeem een soort van piramidespel is. Het kredietsysteem was geen uitdrukking van ‘slecht bestuur’ met enkele ‘rotte appels’, het was een noodzakelijk gegeven om het systeem draaiende te houden. De wereldeconomie is de afgelopen decennia dermate geglobaliseerd dat kapitalisten telkens weer naar de laagste lonen zoeken, wat een enorme neerwaartse druk op de lonen en de levensstandaard zet. Erik kon enkel vaststellen dat de enige oplossing binnen dit systeem een terugkeer naar de sociale verhoudingen van de 19de eeuw is. De politiek van de elite is daarop gericht, de 1% wil haar positie bevestigen. Daartegenover staat de 99% en die heeft als sterkste wapen haar aantal.
Wie moet de crisis betalen?
In de discussie over het beleid dat in ons land zal gevoerd worden, benadrukte Seppe De Blust de links-rechts tegenstelling. Rechts staat voor het volgen van de Europese aanbevelingen, links wil snoeien in een aantal aftrekposten (zoals bedrijfwagens), wil Electrabel meer belasten, wil het ministerie van Financiën efficiënter maken. Voor Seppe moet links ook het debat aangaan over hoe ver kan worden gegaan met het activeren en mag “langer werken” geen taboe zijn, de leeftijd voor brugpensioen kan omhoog naar 62 en de arbeidsloopbaan kan worden besproken. De notionele intrestaftrek mag worden ingeperkt, maar een volledige afschaffing hoeft niet voor SP.a. In bepaalde sectoren zou die notionele intrestaftrek nuttig zijn om deze sectoren aantrekkelijk te maken voor investeringen.
Deze stellingen deden Erik De Bruyn alvast de vraag stellen waar de SP.a zich bevindt op de links-rechts tegenstellingen. Ook inzake de regeringsvorming kan die vraag worden gesteld: voorzitter Tobback verklaarde dat er geen ideologische begroting mag komen. Betekent dit dat de Europese voorstellen worden overgenomen? Dat zijn toch bij uitstek ideologisch gekleurde maatregelen? De SP.a kiest voor regeringsdeelname met het argument dat het zonder hen erger zou zijn, maar is dat ook zo? Maakt SP.a nog een verschil?
Wouter Van Damme wees op de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront voor de militantenconcentratie van 15 november en de betoging van 2 december. Hij legde ook uit hoe een beperkte miljonairstaks 8 miljard euro op jaarbasis kan opbrengen door de vermogens te belasten. Wouter haalde de vakbondseisen voor de afschaffing van de notionele intrestaftrek en de strijd tegen de fiscale fraude aan.
Bart Vandersteene merkte op dat de besparingsinspanning die in ons land wordt geëist pijn zal doen: 11 miljard in 2012 en in het beste geval (indien de economische neergang zich niet voortzet) nog eens een zelfde bedrag in 2013. Hij verklaarde dat hij het in grote lijnen eens was met de voorstellen die ook door Van Damme en De Bruyn werden aangehaald: een vermogensbelasting, aanpakken van de fiscale fraude, de grote bedrijven evenveel belastingen laten betalen als de kleine bedrijven,… Dergelijke eisen kunnen een bredere steun vinden onder de bevolking die zich de vraag stelt waarom moet worden bespaard op gezondheidszorg, onderwijs,… terwijl de grote bedrijven van een cadeaupolitiek kunnen genieten. Maar die grote bedrijven zullen niet vrijwillig meer bijdragen aan de gemeenschap, kijk maar naar hoe Electrabel er alles aan doet om de bijkomende nucleaire heffing niet te moeten betalen. Vandaag beslist de dictatuur van het kapitaal, van de markten, over alles. Wij moeten daar zaken tegenover stellen: het wapen van de nationalisatie waarbij we de productiemiddelen in de handen van de gemeenschap brengen. Bart ging daar dieper op in met het voorbeeld van ArcelorMittal. Hij concludeerde: het kapitalisme aan banden leggen volstaat niet, we moeten strijd voeren om de samenleving zelf in handen te nemen en een socialistische samenleving te vestigen.
Rond de eis van nationalisatie was er enige discussie. Voor Seppe De Blust is dat een optie, maar zijn er even goed andere opties zoals coöperatieven. Hij wees daarbij op het voorbeeld van Ecopower. Erik De Bruyn vroeg zich af hoe een coöperatieve een fundamenteel verschil kan vormen in een energiesector die in Europe wordt gecontroleerd door slechts zes grote multinationals. Hij pleitte voor een volledige nationalisatie van de sector, terwijl Seppe De Blust het op een “sturen van de markt” hield. Wouter Van Damme stelde dat de markt niet efficiënt is terwijl bijvoorbeeld de ASLK wel functioneerde. Hij verdedigde de nationalisatie van de energiesector en de staalsector. Om daartoe te komen is er een krachtsverhouding nodig en Wouter benadrukte dat de concrete en directe eisen van bijvoorbeeld de vakbonden daar een opstap toe kunnen vormen, het kan mensen in beweging zetten en dan kan een stap verder worden gegaan.
Bart Vandersteene stelde dat het niet volstaan om ons te beperken tot directe eisen als opstap zonder meteen zelf een stap verder te gaan. Vandaag is het bijvoorbeeld duidelijk dat de eis van een openbare bank niet volstaat, Dexia is in publieke handen. Eén publieke bank volstaat niet om voet aan grond te krijgen in een sector en het zal de ‘markten’ niet stoppen. Begin jaren 2000 zou een openbare bank volledig in de verdrukking zijn gekomen door de rente die allerhande exotische banken beloofden, een openbare bank zou uit de markt worden geconcurreerd. Dat geldt overigens ook voor coöperaties. Het voorbeeld van hoe ook de christelijke arbeidersbeweging en haar financiële tak via Dexia in de speculatiegolf terecht gekomen is, spreekt boekdelen.
Ook voor Erik De Bruyn moeten we verder gaan. Hij stelde dat we de afbetaling van de schulden in vraag moeten stellen. Van waar komen de schulden en aan wie moeten we die terugbetalen? Het voorbeeld van Toxia, de ‘bad bank’ die uit Dexia voortkomt, is veelzeggend. Dit kan ons 6.000 euro per Belg kosten, maar hoe komen die Belgen aan die kost? Wie heeft die kosten gemaakt? Dat zijn speculanten en die moeten het zelf maar oplossen. Erik stelde een audit van alle schulden voor.
Wat met de euro?
Erik De Bruyn stelde meteen dat alle pogingen olm de euro te redden pogingen zijn om de Europese constructie op maat van de Europese multinationals te redden. Die constructie is gebaseerd op dreigementen: zonder Europa dreigt oorlog of dreigt onze welvaart af te nemen. Met Europa neemt de welvaart vandaag af, het ‘sociale Europa’ staat verder af dan ooit. Links moet vertrekken van de vraag wat nodig is om sociale verworvenheden, onderwijs, gezondheidszorg,… te redden.
Wouter Van Damme benadrukte dat Duitsland de norm zet in Europa. Het Duitse model van lage lonen, aanvallen op sociale verworvenheden, aanvallen op werklozen wordt centraal gesteld in het Europa van de sociale afbraak. Seppe De Blust moest erkennen dat de sociaaldemocratie het liberaliseringsbeleid heeft doorgevoerd, maar volgens hem was dat in een andere context. Het goedkeuren van het sixpack in het Europees Parlement was louter het gevolg van de moeilijke verhoudingen binnen de Europese fractie van sociaaldemocraten. Hij stelde dat de sociaaldemocratie vandaag, in de context van crisis, een andere rol moet spelen die veel kritischer is onder meer op het vlak van energie en ecologie.
Bart Vandersteene verwees naar het Griekse referendum dat door Papandreou werd voorgesteld en niet mocht plaatsvinden. In tijden van crisis is het blijkbaar gevaarlijk als de bevolking iets te zeggen zou hebben, dat zou pas voor nervositeit op de markten zorgen. Maar de keuze in het referendum zou beperkt geweest zijn: een keuze tussen de pest van Europese besparingen en de cholera van besparingen als gevolg van het herinvoeren van de Drachme met bijhorende devaluatie en verlies aan levensstandaard van de gewone bevolking. De Griekse zusterorganisatie van LSP komt tussen in het verzet met eisen als de niet-afbetaling van de staatsschulden en de nationalisatie van de volledige banksector. Dat moet worden gekoppeld aan een degelijk actieplan, ook op Europees vlak met een Europese algemene staking. Dat is de enige manier om de dictatuur van de markten te breken.
Hoe het verzet versterken?
Over hoe het verzet kan worden opgebouwd, waren vooral Erik De Bruyn en Bart Vandersteene enthousiast over de beweging van indignado’s die overwaaide uit Tunesië en Egypte en overging in de Occupy-beweging in de VS en elders. Er is een globalisering van het verzet, merkte Erik De Bruyn op. En dat biedt enorme kansen om een tegenverhaal te brengen over de grenzen heen. Dit protest moet ook politiek worden georganiseerd en Bart Vandersteene wees ook op de noodzaak om de beweging op de arbeidersbeweging te richten, hij haalde het voorbeeld van Occupy Oakland aan. De oproep voor een grote vakbondsbetoging werd gesteund door de sprekers van PVDA, LSP en Rood!. Bij de spreker van SP.a lag dat moeilijker, een duidelijke uitspraak hierover kwam er niet.
Om de linkerzijde te versterken, moeten we ook alternatieven naar voor schuiven. Bart Vandersteene stelde dat er nog veel wantrouwen is tegenover het socialisme omwille van de erfenis van de stalinistische dictaturen in het Oostblok of de rol van de sociaaldemocratie waarbij deze partijen zich in naam van het ‘socialisme’ omvormden tot de beste managers van het kapitalisme. We moeten ons over die erfenis uitspreken om een duidelijk socialistisch alternatief naar voor te kunnen schuiven.
Voor het laatste punt van discussie – over linkse samenwerking en de gemeenteraadsverkiezingen, was er eigenlijk geen tijd meer. Dat is spijtig want het is nuttig om dergelijke discussies op het publieke toneel te voeren. Er werd enkel algemeen vastgesteld dat samenwerking van Rood! en PVDA bij de gemeenteraadsverkiezingen een positieve zaak zou zijn. Erik De Bruyn antwoordde eerder ook op de vraag of zijn uitstap uit de SP.a niet tot meer versnippering zou leiden, hij stelde vast dat SP.a niet meer links is en dat er daarom wel een nieuw initiatief nodig is. Ook Bart Vandersteene riep op om aan Rood! mee te werken en zei dat er nood is aan een nieuwe formatie waarbinnen discussie en meningsverschillen mogelijk zijn, maar waarbij we aan één zeel trekken.