Nationalisme biedt geen antwoord op eurocrisis

In navolging van succesvolle extreemrechtse en rechts-populistische campagnes van onder meer de Ware Finnen en Marine Le Pen in Frankrijk trekt ook de NSV, de studentenclub van het Vlaams Belang, de kaart van het nationalisme als ‘antwoord’ op de eurocrisis. Het enge nationalisme wordt verborgen achter een verzet tegen het neoliberale besparingsbeleid waar extreemrechts gisteren nog een grote voorstander van was.

De crisis versterkt de afkeer tegenover alle instellingen die vooraan staan in het opleggen van het neoliberale beleid. De Europese Commissie legde in nauwe samenwerking met de nationale lidstaten een beleid van liberaliseringen en privatiseringen op. De financiële speculanten kregen vrijspel. Het is echter verkeerd te denken dat de EU dit beleid tegen de wil van de nationale overheden heeft doorgevoerd. Een van de meest Euro-kritische landen, Groot-Brittannië, stond onder premier Thatcher in de jaren 1980 op de eerste rij om het de financiële speculanten naar hun zin te maken. Groot-Brittannië wordt vandaag ook bijzonder hard getroffen door de crisis.

De toenemende tendens naar het ondermijnen van iedere vorm van democratie, van het opleggen van technocratische regimes tot het wettelijk opleggen van het besparingsbeleid, is een uitdrukking van het feit dat de EU geen antwoord heeft op de systeemcrisis. De oorzaak van die crisis heeft op zich weinig met de Europese structuren te maken, maar wel met de wijze waarop het kapitalisme werkt voor de 1% rijksten en niet werkt voor de 99% anderen.

Dat is een element waar extreemrechts zedig over zwijgt. De nationale soevereiniteit wordt ingeroepen als antwoord op de eurocrisis. Als we kijken wat extreemrechts op nationaal vlak doet, zien we dat er vanuit die hoek geen antwoord op de crisis moet worden verwacht. De Nederlandse PVV van Wilders gedoogt een besparingsregering die cadeaus uitdeelt aan de banken en grote bedrijven terwijl het de gewone werkende bevolking pluimt. In Griekenland maakte het extreemrechtse LAOS een tijdlang deel uit van de besparingsregering. Minister Makis Voridis, een goede politieke vriend van voormalig VB-voorzitter Vanhecke, bleef de regering steunen toen zijn partij er uit stapte. Voridis keurde het volledige besparingspakket dat door de EU werd opgelegd goed.

In eigen land stapte ook Vlaams Belang jarenlang mee in het neoliberale eenheidsdenken. Het economisch congres van die partij in 2005 haalde het liberaliseringsbeleid uit Ierland als model voor Vlaanderen aan. En ook het Europese beleid werd volledig gesteund: de zogenaamde Lissabon-agenda om “Europa te ontwikkelen tot de meest concurrentiële regio was zeker geen overbodige ambitie”, aldus het Vlaams Belang in 2005. Vandaag betoogt extreemrechts uit tegen het beleid dat het zeven jaar geleden “geen overbodige ambitie” noemde.

In de oproep voor de NSV-betoging van 15 maart stellen de extreemrechtse studenten dat de eurocrisis werd veroorzaakt door “de niet-naleving van eigen verdragen”. Blijkbaar meent extreemrechts dat het besparingsbeleid niet strikt genoeg werd nageleefd. Het is tegenstrijdig dat de financiële crisis tegelijk wordt toegeschreven aan een “internationalistisch neoliberaal beleid”. Het feit dat de NSV voorbijgaat aan de echte oorzaken van de crisis maakt dat het ook geen alternatief kan formuleren. De extreemrechtse studenten beperken zich tot het meesurfen op een algemeen ongenoegen tegenover het besparingsbeleid waarbij ze dat ongenoegen in nationalistische richting proberen te sturen.

Daarmee wordt een nieuwe poging gedaan om het Franse voorbeeld te volgen. Het Vlaams Belang is destijds groot geworden door het racisme van Jean-Marie Le Pen te kopiëren. Vandaag wordt gehoopt dat het kopiëren van de sociaal klinkende anti-EU kritiek van Marine Le Pen tot nieuwe successen kan leiden. Een dergelijke retoriek kan ingang vinden indien de linkerzijde en de arbeidersbeweging daar ruimte voor laten.

Tegenover de dictatuur van de markten en hun politieke vertegenwoordigers in de internationale instellingen en de nationale regeringen en parlementen, is er nood aan een actieve oppositie die vertrekt van de echte tegenstellingen: die tussen de 1% en de 99%. De arbeidersbeweging moet zich ook Europees en internationaal organiseren zodat een hetze tegen de Grieken of andere Zuid-Europeanen geen kans maakt. We zitten overal in hetzelfde bootje en zullen bijgevolg samen de strijd moeten aangaan. Een Europese algemene staking zou een eerste stap kunnen zijn.

Dat is een terrein waar extreemrechts volledig afhaakt. Als de gewone werkenden en hun gezinnen de strijd tegen het besparingsbeleid aangaan, is extreemrechts de eerste om te zeggen dat “werken baat, staken schaadt”. Filip Dewinter herhaalde die oude VB-slogan nogmaals bij het recente protest tegen de aanval op de pensioenrechten in ons land. Extreemrechts speelt in op de crisis, maar heeft er geen antwoorden op.

In onze internationale strijd tegen de dictatuur van de 1%, voor de weigering om de schulden af te betalen, de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer van de bevolking, massale investeringen in jobs, huisvesting, onderwijs,… zullen we in extreemrechts geen bondgenoot maar een vijand vinden. De campagnes van het Vlaams Belang zijn vooral gericht tegen de moslims in plaats van tegen de verantwoordelijken voor de crisis die de levensstandaard van de 99% ondergraaft.

Socialisten verwerpen de chantage van de markten en pleiten voor massastrijd om de besparingen te stoppen. Alles wat die strijd verdeelt, zal ze verzwakken. Wij staan voor een Europa van de werkende bevolking en komen op voor een socialistische confederatie van vrije en onafhankelijke staten in Europa.