In het laatste jaar hebben verschillende organisaties en individuen hun stem laten horen over het asielbeleid. Allemaal eisten ze duidelijkheid, waaronder nieuwe criteria om in aanmerking te komen voor papieren, zoals door het regeerakkoord in vooruitzicht werd gesteld. Universitaire instellingen en lange lijsten van academisch personeel, de verzamelde erkende godsdiensten, ABVV en ACV, … steunen de eis van UDEP voor duidelijke criteria. Maar politiek zit de zaak vast – het is weinig waarschijnlijk dat de Open VLD-minister Turtelboom nog voor de verkiezingen een akkoord hierover zal sluiten. Reden: electorale overwegingen!
Vele van deze oproepen getuigen echter van een enorme naïviteit in hun pleidooi voor meer moraliteit. In de voorbije 20 à 30 jaar zorgde de burgerlijke politiek ervoor dat de armoede toenam tot meer dan 15% van de bevolking, dat in de hoofdstad maar liefst een vierde van de gepensioneerden onder de armoedegrens belandt, dat in het onderwijs een enorme kloof bestaat tussen “goede” en “slechte” scholen en leerlingen, dat voor gezondheidszorg een derde van de kostprijs opgehoest wordt door de individuele patiënt, … Kan men dan verwachten dat het asielbeleid wel “menselijk” is?
In de oproep van meer dan 500 personeelsleden van de universiteiten en hogescholen (gepubliceerd op 17/3 in De Standaard en Le Soir) lezen we het volgende: “We vragen met aandrang aan de politici die hun verkiezingscampagnes aanvatten om de wanhoopssituatie van de sans-papiers niet op een xenofobe wijze uit te buiten en, integendeel, aan de kiezers te tonen dat het mogelijk is om complexe menselijke problemen op een juiste en gevoelige manier aan te pakken. Het vinden van collectieve oplossingen die de waardigheid van elk individu respecteren, is immers de kern zelf van politiek in een democratische rechtsstaat”.
LSP steunt hun eis voor “een duurzame regularisatiepolitiek met duidelijke en gastvrije criteria”, maar deelt hun naïeve geloof in de “democratische rechtsstaat” onder het kapitalisme niet. Politieke partijen zullen immers schermen met de “volkswil”, zoals Etienne Vermeersch op zijn website hen al voorgeeft (of napraat): “Het is een vergissing te denken dat je ginds iets kan verbeteren door een stroom migranten naar hier te halen. … Als je die utopische politiek zou opleggen, zou dit leiden tot zware xenofobe reacties van het volk. Een groot deel van de Belgische bevolking vindt dat zij het niet voldoende goed hebben. Als het pensioen vanwege een ethisch standpunt gehalveerd zou worden, ten voordele van de migranten, zou dat bij de bevolking niet in goede aarde vallen.” (http://www.etiennevermeersch.be/media_reacties/asiel_kommissie)
Hij heeft gelijk natuurlijk, de werkenden en de reeds gepensioneerden zouden dat nooit aanvaarden, het pensioen ligt in België al beschamend laag. Maar Vermeersch geeft hier in dat ene paragraafje aan waarom ook deze regering geen oplossing zal uitwerken voor de vluchtelingenkwestie. Als je binnen een kapitalistische logica blijft – die de winsten van de kleine elite als onaantastbaar beschouwt en alle sociale politiek wil laten betalen door vooral de werkende bevolking zelf – is de enige oplossing een “onmenselijke” politiek. Een politiek die mensen die wegvluchten van oorlog, uitbuiting, onderdrukking en de meest extreme armoede en uitzichtloosheid enkel de deur kan wijzen. Een politiek die de uitgebuite meerderheid van de bevolking verdeelt door racisme, seksisme, nationalisme, … opdat de kapitalistische klasse, de elite van superrijken, des te gemakkelijker haar buitenproportioneel deel van de rijkdom kan opeisen.
En zo wordt de arbeidersklasse zelf aangewezen als de grote egoïst, niet bereid tot “consuminderen”. Nochtans zijn de middelen aanwezig voor een menswaardige politiek, ook vandaag met de heersende crisis. Die middelen zitten echter niet in de portefeuilles van de 80% van de bevolking die van lonen en uitkeringen leeft en die samen niet eens de helft van de door hen geproduceerde rijkdom krijgen. Die middelen zullen enkel kunnen vrijgemaakt worden door een klassenstrijd die hogere lonen en uitkeringen afdwingt, samen met een menselijke behandeling van ’s werelds armen die hier terechtkomen.
Het is naïef te denken dat ook maar één van de in het parlement vertegenwoordigde partijen – zelfs zij die voorstander zijn van duidelijke regularisatiecriteria om de meest schrijnende gevallen van onmenselijkheid te voorkomen – bereid is die strijd te voeren. Niet in België en niet in de wereld. Het beste dat we van de huidige groene, sociaaldemocratische en christendemocratische politici kunnen verwachten, is een grote dosis moralisme, geen oplossingen.
Racisme en andere discriminatie gedijen het best in perioden van grote tekorten voor de grote meerderheid van de bevolking, met toenemende werkloosheid, armoede en bestaansonzekerheid. Hiermee sturen de bazen en de regeringen die in hun dienst staan welbewust aan op concurrentie binnen de arbeidersklasse om zo de verworvenheden op vlak van lonen, contracten, arbeidsvoorwaarden, levensstandaard, … des te sneller af te bouwen en de voedingsbodem voor steeds barbaarser vormen van discriminatie nogmaals te versterken.
Zo verbergen ze voor de werkende bevolking en de armen van eigen bodem het gezamenlijke belang die deze groepen met de vluchtelingen delen. Zolang deze periode van rechteloosheid duurt, zullen bazen hiervan gebruik maken om een onderbetaalde groep van arbeiders te creëren – niet alleen vluchtelingen en migranten, maar ook vrouwen en steeds meer ook jongeren en oudere werknemers – die een enorme druk zet op de voorwaarden van alle werkenden.
Indien de werkende bevolking, samen met de andere onderdrukte lagen van de bevolking, deze discussie zou kunnen uitklaren op basis van duidelijke feiten (en niet zoals nu bijvoorbeeld met de schrikbeelden van een “overstroming” indien er een menselijker asielpolitiek zou komen, hoewel de “massale” vluchtelingenstromen zich voordoen tussen neokoloniale landen zelf), zouden we tot een onafhankelijk standpunt van de arbeidersklasse kunnen komen en tot de verdediging van een politiek die de middelen voor een menswaardig beleid gaat zoeken waar ze zich bevinden. Hiertoe heeft de arbeidersklasse echter een eigen onafhankelijk instrument nodig, een partij die de strijd tegen de heersende klasse voert en niet tegen de vluchtelingen die hier terechtkomen.