Na documentaires over geweld in de samenleving (Bowling for Columbine), over George W. Bush (Fahrenheit 9/11) en over het gebrek aan een Amerikaanse gezondheidszorgsysteem (Sicko), komt Michael Moore nu op de proppen met een documentaire waarmee tot de kern van deze thema’s wordt doorgedrongen: het kapitalisme zelf.
Zelf stelt hij: “Ik ben het beu om telkens rond een bepaald symptoom van het probleem te werken of te moeten ingaan op één specifiek gevolg van het kapitalisme. (…)ik dacht dat het wel eens tijd was om de kern van de zaak aan te pakken en in te gaan op dit economische systeem met een poging om het te herstructureren zodat het de bevolking ten goede komt en niet de rijkste 1%.”
Michael Moore is duidelijk over het kapitalisme, dat is “slecht”. Sommigen zullen misschien stellen dat dit een simplistische boodschap is, maar Moore onderbouwt zijn stelling met feitenmateriaal over armoede en tegenstellingen tussen rijk en arm. Hij wijst op de absurditeit en het cynisme dat eigen is aan dit systeem. Zo toont hij een private gevangenis voor adolescenten waarbij de lokale rechter tevens aandeelhouder van de gevangenis is. Bank of America gaat snel levensverzekeringen aan voor werknemers waarvan gedacht wordt dat ze wel eens snel zouden kunnen sterven. De belangenvermengingen tussen de economische en politieke elite zijn schering en inslag, waarop Moore terecht de vraag stelt wie het eigenlijk voor het zeggen heeft. Het parlement of de raden van bestuur van de grote bedrijven?
“Het kapitalisme is slecht en je kan het kwade niet reguleren”, is de terechte conclusie van de regisseur. De vraag hierna is natuurlijk wat het alternatief is op dat kapitalisme. Dan wordt Moore minder duidelijk. Hij wil het kapitalisme vervangen omdat het niet democratisch is. Zijn alternatief omschrijft hij als “democratie”.
Hoe kunnen we evenwel tot meer democratie komen en wat betekent dit? Als vandaag de belangen van de grote bedrijven en banken steeds opnieuw centraal staan, zal meer democratie niet mogelijk zijn zonder de macht van de grote aandeelhouders te breken en een gemeenschapscontrole over de sleutelsectoren van de economie in te voeren. Er is pas politieke democratie mogelijk als iedereen kan deelnemen aan de beslissingen van collectief belang. Dat betekent dat diegenen die de rijkdommen produceren, ook moeten mee beslissen over wat er wordt geproduceerd en hoe dit gebeurt. Ook de verdeling van de geproduceerde rijkdommen is van collectief belang. Als dat is wat Moore onder “democratie” verstaat, dan zijn we akkoord. Wij noemen het anders en duidelijker: socialisme.
Na het aanklagen van de uitspattingen van het kapitalisme en vervolgens van het kapitalisme op zich, zou het goed zijn indien Moore een stap verder gaat en ingaat op het enige coherente alternatief op het kapitalisme: democratisch socialisme.