Dankzij het internet kan men op ongekende schaal informatie delen, wat natuurlijk een negatieve impact kan hebben op zij die voor hun broodwinning afhankelijk zijn van intellectuele eigendom. Om dit probleem aan te pakken werd recent in de VS de ‘SOPA’ (Stop Online Piracy Act) opgesteld. Dit wetsvoorstel werd algemeen bekend door een grootschalige internetactie op 18 januari.
Op 18 januari hielden tientallen websites, waaronder enkele van de grootste ter wereld zoals Google en Wikipedia, een protestactie. Hun websites boden tijdelijk hun diensten niet aan of er verscheen een oproep om het protest tegen SOPA op te voeren. Het was fijn om de traditionele media steun te zien betuigen in wat eigenlijk een vorm van staking was, terwijl het media-offensief tegen de staking op 30 januari al aardig op dreef was.
SOPA is inmiddels van de tafel en vervangen door de ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement), een internationaal akkoord dat op 26 januari in zo goed mogelijke geheimhouding ondertekend is door 22 leden van de Europese Unie -waaronder België- en enkele grote economieën zoals de VS en Japan. De EU verklaarde dat het de ACTA steunt omdat het jobs beschermt, want Europa verliest jaarlijks zo’n 8 miljard aan namaakgoederen. Dit houdt weinig steek aangezien het akkoord vooral gericht is ‘inbreuken op het intellectueel eigendomsrecht’ op het internet.
Intellectueel eigendomsrecht in het digitale tijdperk is een mijnenveld dat het resultaat is van de huidige productieverhoudingen. Bij het vervaardigen van een product wordt niet naar de maatschappelijke waarde daarvan gekeken, maar zullen de eigenaars van de productiemiddelen enkel oog hebben voor hun eigen winsten. Dat levert weinig problemen op bij tastbare goederen, maar het wordt moeilijk als de producten door een muisklik toegankelijk kunnen zijn. Met restrictieve wetgeving willen een aantal bedrijven het internet afsluiten wat botst met hoe het internet functioneert en met de mogelijkheden die nieuwe technologie bieden.
Met het doorvoeren van SOPA zou het uploaden van muziek kunnen leiden tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Ter vergelijking: de dokter die Michael Jackson mogelijk om het leven hielp, zit een straf van vier jaar uit.
Er is tevens een offensief ingezet tegen verschillende websites, waarbij Megaupload het bekendste voorbeeld is. Kim Dotcom, eigenaar van deze site, wordt berecht omdat hij eigenaar is van een site waarop anderen illegale kopieën plaatsten en deelden. De aanklacht, die gebaseerd is op de inhoud van ACTA, omvat het feit dat hij faciliteiten aan criminelen ten dienste stelde wat hen tot 175 miljoen dollar zou hebben opgebracht en een half miljard aan verloren inkomsten heeft toegebracht aan copyright-eigenaren. Deze verloren inkomsten zijn berekend op de verkoopprijs van een goed (met andere woorden: wie een CD van 20 euro koopt en deze kopieert, brengt de platenfirma 20 euro verlies toe).
ACTA is weinig bekend wegens de geheimhouding waarmee men deze regelgeving wil doorvoeren. Toch is er een groeiend verzet met lokale protestacties, er was ook in Brussel een actie. De ‘hacktivisten’ van Anonymous haalden de website van het Europese Parlement tijdelijk neer in protest, omdat dit parlement ACTA goedkeurde. De voorstanders van ACTA stellen dat deze regelgeving niet leidt tot het opleggen van een Big Brother. Nu we het toch over George Orwell hebben, is het nuttig om niet naar het boek 1984 te verwijzen maar naar zijn voorwoord in ‘Animal Farm’:
“…het voornaamste gevaar voor intellectuele vrijheden en vrijheid van meningsuiting op dit ogenblik is niet de directe interventie […] van enige officiële instantie. Als uitgeverijen en redacties zich inspannen om bepaalde onderwerpen te weerhouden, doen ze dit niet uit vrees voor vervolging, maar uit vrees voor publieke opinie. In dit land is intellectuele lafheid de ergste vijand van elke schrijver of journalist, en dit feit lijkt me onthouden van de discussie die het waardig is.”
En dit is exact wat ACTA wel inhoudt. Het maakt de internetproviders en de eigenaren van websites verantwoordelijk om zelf censuur uit te voeren. Het bevoorrecht grote bedrijven die de legale slagkracht hebben om zichzelf te handhaven, en het houdt een zwaard van Damocles boven het hoofd van het merendeel van de internetgebruikers.
De problemen die voortvloeien uit het intellectuele eigendomsrecht zullen enkel blijven escaleren onder het kapitalisme. Een eerlijke beloning voor zij die hun brood moeten verdienen op basis van de verkoop van hun intellectuele arbeid op de markt is onmogelijk op marktbasis. Socialisten pleiten ervoor dat artiesten en schrijvers een inkomen zouden genieten op basis van hun werk en niet op basis van de ‘marktwaarde’ ervan. Vrijheid van informatie zou veel breder kunnen gaan waardoor artiesten hun werk breder kunnen verspreiden zonder dat dit hun eigen broodwinning ondermijnt. Technologische vooruitgang zou hierdoor geen bedreiging zijn waarbij wetten worden opgemaakt om deze vooruitgang aan banden te leggen, het zou integendeel gebruikt worden om meer mensen te laten genieten van muziek, teksten, films,…