Op 25 mei waren er wereldwijd 436 betogingen in 52 landen met alles samen zowat twee miljoen aanwezigen. De acties waren gericht tegen de praktijken van agro-multinational Monsanto. De winsthonger van de agro-business bepaalt steeds meer wat er op ons bord komt. Een multinational als Monsanto aarzelt niet om zich te baseren op gelobby, vervalsing van wetenschappelijke resultaten en het aanpassen van de producten zelfs indien dit schadelijk is voor mens en milieu.
Artikel door Yves (Luik) uit de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’
Monsanto staat vooral bekend voor de ontwikkeling van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). Het is daar al sinds de jaren 1980 mee bezig. Voorheen liet het bedrijf zich opmerken met de ontwikkeling van het beruchte Agent Orange, het ontbladeringsmiddel dat in Vietnam werd ingezet en waarvan mensen tot op vandaag kanker krijgen. Recenter probeerde Monsanto de aardbeving die vernielingen in Haïti aanrichtte in 2010 te gebruiken om een nieuwe markt aan te boren. Duizenden Haïtiaanse boeren kwamen in actie omdat grote bedrijven de lokale landbouw willen vernietigen door de boeren afhankelijk te maken van hun producten.
De lobbymachine van Monsanto
Monsanto en co pleiten al langere tijd voor een deregulering inzake GGO’s en een vermindering van de ‘bureaucratische obstakels’ zoals gezondheidscontroles. Om hun doel te bereiken, proberen de grote bedrijven uit de agro-business hun marionetten op de juiste plaats te krijgen in de controle-instanties en in de politieke wereld. Dergelijke praktijken komen wel meer voor, soms lijkt het alsof de financiële en de politieke wereld regelmatig een stoelendans houden.
Zo moest Diana Banati in 2012 haar job als voorzitter van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) opgeven wegens belangenvermenging. Ze was ook lid van de raad van bestuur van Ilsi, een organisatie die de belangen behartigt van bedrijven als Monsanto, BASF, Bayer,… EFSA daarentegen zou onder meer de gevaren en risico’s van GGO’s moeten onderzoeken en controleren. Banati zat niet lang zonder werk, ze werd aangeworven door een internationale GGO-lobbygroep.
Op 26 maart 2013 ondertekende Obama de ‘Monsanto protection Act’, dat is de bijnaam die werd gegeven aan een wet die het Amerikaanse rechtbanken onmogelijk maakt om zich te verzetten tegen de verkoop of het planten van GGO’s, zelfs indien de officiële procedure niet werd gevolgd. Vooral Monsanto zal van deze nieuwe wet gebruik kunnen maken. De multinational controleert vandaag immers 93% van de Amerikaanse sojaproductie, 88% van de katoenproductie en 86% van de maïsproductie. De Republikeinse senator die het wetsvoorstel uitwerkte, kreeg bij de verkiezingen de nodige financiële ondersteuning van Monsanto.
De bijzonder gunstige maatregelen voor de grote bedrijven van de agro-business zijn alomtegenwoordig, zeker in de VS en Canada waar er niet langer een onderscheid wordt gemaakt tussen een plant die evolueert en zich aan de natuur aanpast en een plant die door de mens genetisch is aangepast om de winsten op te drijven. Deze GGO’s komen op ons bord terecht of in veevoeder. In tegenstelling tot pakweg geneesmiddelen die pas na tien jaar onderzoek gecommercialiseerd worden, is er bij GGO’s amper enige vorm van controle.
Verzet!
GGO’s zijn potentieel schadelijk voor onze gezondheid en het milieu. Wie er wel zeker voordeel uit haalt, zijn de bedrijven als Monsanto die grote winsten realiseren en stilaan de volledige landbouw overnemen. Zo worden kleine boeren in India verplicht om zaden van Monsanto te kopen en vervolgens moeten ze bij de oogst nog eens aan Monsanto betalen omwille van het patent van dat bedrijf op de producten die geoogst worden. Recent waren er in Mexico grote problemen met de oogst omdat producten aangetast waren door onbekende GGO’s. Bedrijven als Monsanto spelen een belangrijke rol in het versterken van armoede en honger onder boeren in de neokoloniale wereld. Bovendien versterken ze de mogelijkheden van financiële speculatie, een belangrijke oorzaak voor prijsstijgingen die tot honger leiden.
Naast de problemen voor de boeren is er ook het gezondheidsrisico voor wie GGO’s op het bord krijgt. Vorig jaar publiceerde professor Eric Seralini een studie waaruit bleek dat de ratten die overleefden van genetische gemodificeerde maïs van Monsanto sneller stierven en tumoren ontwikkelden dan andere ratten. De genetische aanpassing van de maïs was erop gericht om de planten te beschermen tegen onkruidverdelger (die overigens ook door Monsanto wordt verkocht).
Hoe is het mogelijk dat een sector die zo vitaal is als voeding wordt overgelaten aan de private sector en dus aan de dictatuur van de markten? Om te controleren wat er op ons bord terecht komt, moeten we multinationals als Monsanto onteigenen en nationaliseren onder democratische controle en beheer. De economische crisis wijst op het failliet van dit systeem, de specifieke voorbeelden van de rol van bedrijven als Monsanto bevestigen de noodzaak om op te komen voor een andere samenleving. Zoals Marx al stelde, vernietigt het kapitalisme “de enige twee bronnen van alle rijkdom: de grond en de arbeider.”
Er is nood aan een socialistisch alternatief waarbij er wordt geproduceerd naargelang de reële behoeften van de mens. Met een economie en een landbouw die democratisch gepland worden en die zich baseren op de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder arbeiderscontrole en -beheer, zou het mogelijk zijn om de energiekosten te beperken, de vele verspillingen uit te schakelen en zou het gebruik van chemische meststoffen kunnen afgebouwd worden. Zonder verandering stevenen we recht op een blinde muur af.