Een antwoord op de nieuwe aanhangers van het Keynesianisme

De economische crisis: Keynes’ aanpak kan het kapitalisme misschien voortzetten, maar… kan niets doen aan explosie van de werkloosheid, verpaupering , ecologische catastrofes,… die enkel erger zullen worden indien de meerderheid van de bevolking er zich niet mee moeit. Tevens is dat trouwens één van de belangrijke oorzaken waarom het keynesianisme ooit is toegepast.

Ivan Van de Cloot van het liberaal gerichte Itinera Institute verdedigde in de Morgen van 23 december het keynesianisme als een manier om uit de economische crisis te geraken. Het neoliberalisme heeft ook bij haar grootste voorstanders nu blijkbaar afgedaan. Uit het opiniestuk blijkt ook dat een aantal economen toch door beginnen hebben dat de oorzaak van de economische crisis niet ligt bij de slechte leningen van een aantal banken. De oorzaak van deze crisis, ligt in de onvermijdelijke tendens van het kapitalisme naar overproductiecrises. Als Ivan dat onderconsumptie wil noemen, zullen we daar niet over vitten.

Van de Cloot wijt de economische crisis dus aan het feit dat mensen te weinig consumeren (teveel sparen). Probleem is dat hij daar een psychologische uitleg voor zoekt; als zou de crisis voortkomen uit een wereldwijde angstreflex van de consumenten. Door die angstreflex zouden consumenten meer gaan sparen en daardoor te weinig consumeren. Wanneer liberale economen wereldwijde economische crises al moeten gaan verklaren met dat soort theorieën, kan men zich al eens de vraag stellen waar de grens ligt tussen liberale economie en kwakzalverij.

Maar zelfs als het probleem bij één of andere wereldwijde angstpsychose van de consument zou liggen, negeert onze econoom één fundamentele zaak. “De mensen” hebben vandaag helemaal geen ruimte meer om te sparen. De spaarquota zijn de laatste jaren, zeker in de VS, gedaald tot ongekende laagten. Tegelijkertijd werd iedereen aangezet om te consumeren op krediet en om zo hun inkomen uit de toekomst nu al uit te geven. – Bij ons in België is dat niet anders. Herinner de koopkrachtbeweging begin dit jaar; deze duidde erop dat een steeds groter deel van de bevolking, ook onder de werkenden, er moeite mee heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. ‘De consument’ heeft vandaag helemaal geen ruimte om te sparen. Wellicht is simpelweg dàt gebrek aan koopkracht een geloofwaardiger uitleg voor de dalende consumptie.

Hierbij komen we onmiddellijk terug bij de these van Marx, die vandaag actueler dan ooit wordt. Het kapitalisme veroorzaakt zijn eigen crisissen door de meerwaardevorming; de arbeider krijgt met zijn loon nooit evenveel waarde terug als hij produceerde. Daardoor kan de productie ook nooit volledig terug worden opgekocht, aangezien de kapitalisten het kapitaal niet consumeren maar accumuleren. Maar van een liberale econoom kunnen we natuurlijk niet verwachten dat die de theorieën van die vervloekte Marx ook maar zou overwegen. Helaas voor hem brengen Von Mises en Hayek in dit geval geen soelaas.

Als oplossing voor zijn “spaarreflex”, haalt Ivan Van De Cloot het keynesianisme opnieuw uit de kast. Dàt keynesianisme veronderstelt dat de overheid massaal geld in de economie pompt. Hij negeert daarbij een aantal zaken. Eerst en vooral is de implementatie van het keynesianisme er historisch gekomen onder druk van een specifieke historische situatie; in een periode waarin het rode gevaar van de Sovjetunie was opgestaan vreesde de economische elite voor haar invloed onder de westerse arbeiders. Bovendien was het toen een logische nieuwe politiek, als gevolg van een faling van de markt. Vandaag bestaat er een ander soort externe druk die aanmaant tot ‘urgency’. Vandaag moet het kapitalisme zich alleen beschermen tegen zichzelf, en de vraag is of ze bereid is dat te doen.

Daarnaast biedt het keynesianisme geen structurele oplossing voor de depressie; hoogstens een stabilisering van de crisis. Men verandert immers niets aan het probleem van tekort aan koopkracht van de arbeiders om de productie op te kopen. Het enige wat men doet is de overschotten onrechtstreeks laten opkopen via overheidsgeld, en zo consumeert men gewoon verder op krediet. Wat op individueel vlak tot enkele maanden geleden ‘onverantwoorde schuldenopbouw’ door ‘economische analfabeten’ heette, dixit Itinera-prof Albrecht, krijgt zo vandaag een nieuwe naam: ‘deficit spending’. Obama zal dit wel vertrouwd in de oren klinken.

De crisis van vandaag wordt al eens vergeleken met de crisis uit de jaren ’30. Ook toen begon de crisis met een beurscrash. De ineenstorting van de aandelen-bubble luidde een langgerekte periode van depressie in; van teloorgang van industrie en handel. Om de volledige ineenstorting van de economie tegen te gaan greep men toen uiteindelijk ook terug naar methodes die we vandaag als keynesiaans beschouwen, hoewel de rol van de staat toen enigszins anders was. Maar ook toen leverde dat geen structurele oplossing.

Hoe dan ook begrijpen de auteurs van dit stuk dat het toepassen van keynesianisme iets kan zijn wat zelfs de meest rabiate neoliberalen vandaag de dag zullen postuleren. De neoliberale politiek van de afgelopen drie decennia biedt immers geen enkele uitweg; ze zal de geschiedenis ingaan als een periode waarbij wild kapitalisme een halve planeet kapot maakte en miljarden mensen in de armoede deed voort ploeteren. De neoliberaal geïnspireerde globalisering legde de basis om de ontwikkeling (van een bepaalde groei, dankzij de uitbuiting die er was) die het met zich meebracht, ten tijde van een crisis zoals de huidige, opnieuw volledig te vernietigen. De nadelen van de groei op neoliberale basis zoals ongelijkheid en ecologische neveneffecten bleven echter wel. Het keynesianisme heeft economische crisissen in het verleden nooit kunnen oplossen, in de jaren dertig was de werkloosheid bijvoorbeeld nog altijd massaal. Het was wel een verdoken manier om de armoede verder te herverdelen onder de arbeiders.

In zijn opiniestuk haalt Van de Cloot het voorbeeld aan van hoe de vernietiging van de ruit bij de bakker de economie doet draaien. Omdat de bakker daardoor verplicht was een nieuwe ruit te kopen en op die wijze werk creëerde. Het is cynisch; maar het kapitalisme had in het verleden ook steeds het equivalent van de bal door de bakkersruit nodig om uit haar dal te klimmen. Dit equivalent staat in de geschiedenisboeken vermeld als de Tweede Wereldoorlog. Men moest eerst de economie grotendeels vernietigen om haar weer te kunnen opbouwen en zo groei en winstaccumulatie te verkrijgen.

Om de kapitalistische groei terug op poten te krijgen had men de vernietiging nodig van kapitaal, arbeid en productiemiddelen. Enkel op die manier kon men met een schone lei herbeginnen. Cynischer kan haast niet: wil het kapitalisme terug een lange tijd van economische groei kennen zal het moeten rekenen op een nieuwe wereldoorlog, enorme ecologische rampen of zo’n danig lange depressie dat de fabrieken onbruikbaar worden door roest. Oorlogen zullen in eerste instantie misschien niet zo direct gevoerd worden tussen de grootmachten, zoals tijdens WOII. Maar gewapende conflicten in de neokoloniale wereld, economische boycots en handelsoorlogen zullen even grote menselijke en economische vernietiging betekenen.

Een structurele oplossing voor de zelfvernietiging van het kapitalisme is in theorie niet zo moeilijk te bedenken. Schaf het probleem van de excessieve kapitaalsaccumulatie af door de belangrijkste sectoren in de economie te socialiseren, en geef arbeiders een loon dat gemiddeld overeenkomt met de geproduceerde waarde. Op die manier kan de samenleving consumeren wat ze produceert. Het biedt bovendien ook de mogelijkheid om andere zaken in rekening te brengen in de economie; zoals een hoognodige gecoördineerde ecologische planning. Dit vereist natuurlijk een verandering van visie op de economie. Van een economie die draait om het kapitaal van de elite te maximaliseren tot één die draait om de behoeften van de samenleving te vervullen. Daar draait economie toch om: de allocatie van nuttige goederen over de samenleving. De vraag is natuurlijk wie er vandaag de macht heeft om daarover te beslissen. De kapitalistische klasse zijn dezelfde mensen die vandaag de crisis in het kapitalisme veroorzaakt hebben, en waarvan weinig mensen zulke omvang verwacht hadden, en nog minder mensen de gevolgen gewild zullen hebben. De crisis verkeert ook nog niet op haar dieptepunt.

In de praktijk zal de economische elite natuurlijk nooit uit eigen beweging haar privileges opgeven; ze zou nog liever samen met de economie ten onder gaan dan er de controle over te verliezen. Een socialistische tegenbeweging tegen het kapitalisme opbouwen is allesbehalve evident, want naast de economische macht heeft de economische elite ook een dikke vinger in de pap op politiek en ideologisch vlak. Bovendien werkt de economische crisis in het begin soms ook verlammend op zelfs de strijdbaarste lagen in de arbeidersbeweging; kijk maar naar de goedkeuring van de schandalige loonnorm in het IPA (Inter Professioneel Akkoord). Het feit dat er volledig achter de rug van de arbeiders gehandeld werd en er eigenlijk desinformatie georganiseerd werd, versterkt natuurlijk een verlamming ook als ze niet overal dominant zou zijn.

Toch zal het zelfvernietigende karakter van het kapitalisme de mensheid voor fundamentele keuzes plaatsen. Wat de auteurs van dit opiniestuk betreft gaat dat over de keuze tussen socialisme of barbarij. Het moge duidelijk zijn welke keuze wij verkiezen.