Op initiatief van de Zuid-Afrikaanse regering en gesteund door tientallen andere regeringen moet het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zich uitspreken over de “genocidale intenties” van het Israëlische regime in Gaza.
Er zijn de resultaten van de eenzijdige oorlog met genocidaire kenmerken: meer dan 23.000 doden, ruim 60.000 gewonden, het platgooien van alle scholen, het aanvallen van ziekenhuizen, de bewuste organisatie van een humanitaire ramp. Uitspraken van Israëlische ministers tonen het bewuste karakter hiervan. Defensieminister Yoav Galant omschreef de Palestijnen als “menselijke beesten”, een parlementslid van de partij van Netanyahu pleitte voor het “platbranden van Gaza”, de extreemrechtse minister Ben-Gvir wil de volledige Palestijnse bevolking verdrijven richting Congo. Wat is dit anders dan een etnische zuivering met een oproep tot genocide?
De schok door het geweld en de aangroeiende internationale solidariteitsbeweging zetten het Zuid-Afrikaanse regime ertoe aan om naar Den Haag te stappen. Tientallen regeringen sloten zich bij de klacht aan en wereldwijd kijkt de solidariteitsbeweging nu naar Den Haag. Voor een echt antwoord moeten we natuurlijk niet rekenen op de Verenigde Naties en haar rechtbanken. In maart 2022 riep het Internationaal Gerechtshof Rusland op om zich uit Oekraïne terug te trekken. Dat had geen enkel effect. Evenmin kunnen we vertrouwen stellen in regeringen zoals die van Zuid-Afrika die toezien op een systeem van extreme ongelijkheid en bijhorend geweld. Een veroordeling zou echter een lichtpunt vormen voor de Palestijnse bevolking en de beweging.
De sociaaldemocratie en de groenen willen dat België zich bij de klacht aansluit, maar dat botst op verzet van de liberalen. Ondertussen zouden ze ook op het nationale terrein initiatieven kunnen nemen. Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk dat Hind Eljadid urenlang opgepakt werd omdat ze een gedicht tegen het geweld bracht op een evenement van de Vlaamse overheid? Eerder dezelfde dag werd het nieuwe pand van het Hannah Arendt Instituut in Mechelen geopend met daarop een grote slogan: “Niemand heeft het recht te gehoorzamen.” Vooraleer onze politici naar Den Haag trekken, kunnen ze misschien het recht op verzet in Mechelen afdwingen.
De klacht in Den Haag toont hoe het Israëlische staatsterrorisme internationaal geïsoleerd raakt. Het argument van de terreur door Hamas op 7 oktober is reëel, maar wordt steeds meer overschaduwd door de daaropvolgende terreur tegen de Palestijnse bevolking. Het massale protest heeft een impact op de publieke opinie en werpt zich op als een factor. Deze positie mogen we niet uit handen geven aan de traditionele politici en internationale instellingen. Met een verfijnd programma van maatschappijverandering en een benadering die andere bewegingen meetrekt, kan het protest nog verder aangroeien.