Op vrijdag 10 mei begon een studentenbezetting aan de universiteit van Luik. De bezetting, die plaatsvindt in het kader van een internationale jongerenbeweging die solidair is met het Palestijnse volk, eist dat er een einde komt aan de medeplichtigheid van academische instellingen met het Israëlische bezettingsregime. We spraken met Abdullah Al-Tahafi, een van de woordvoerders van de bezetting.
Interview door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
Op het moment van spreken zijn we al ruim tien dagen aan het bezetten. Van waar kwam deze actie en wat zijn de eisen?
“De context is internationaal. De gruwel van de zeven maanden van bloedbaden in Gaza en het stilzwijgen en de medeplichtigheid van de regeringen staan in contrast met de massale mobilisaties ter ondersteuning van de Palestijnse zaak. Jongeren hebben deze mobilisatie aangegrepen. Dit gebeurde vooral sinds 17 april, toen in de Verenigde Staten een wereldwijde beweging begon om universiteiten te bezetten. Daar begon het met de bezetting van de Columbia University. De bezetting in Luik maakt deel uit van deze bredere beweging.”
“In het begin was de bezetting niet gepland of georganiseerd. Het basisplan was om een sit-in te organiseren aan de universiteit. Gezien het gebrek aan voorbereiding en het feit dat we in een opwelling mobiliseerden, verwachtte ik niet dat er meer dan 50 mensen zouden opdagen. Uiteindelijk waren we met 500 mensen. Omdat de onderhandelingen met het rectoraat uitliepen op een afwijzing van onze eisen, besloten we het kamp diezelfde dag nog op te zetten.”
“Dit zijn onze eisen: een onmiddellijk, permanent en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren, een volledige academische boycot van Israëlische academische instellingen en transparantie van de kant van de universiteit met betrekking tot haar partnerschappen. Aan deze eisen werd bovendien het stopzetten van samenwerkingsverbanden met de militaire industrie toegevoegd. We realiseerden ons dat de universiteit optrad als surrogaat voor de wapenindustrie en samenwerkte met bedrijven die wapens en militaire uitrusting leverden aan het Israëlische leger, de Tsahal.”
“Geconfronteerd met deze eisen trachtte het rectoraat de waarheid verborgen te houden. Het beweerde dat de universiteit geen onderzoeksovereenkomsten had over militaire kwesties. We stelden echter vast dat dit helemaal niet waar is. De universiteit werkt met name samen met OIP Sensor Systems, een dochteronderneming van Elbit Systems, een Israëlisch bedrijf dat uitsluitend actief is in de wapenindustrie. De universiteit heeft ook samenwerkingsverbanden met PB Clermont en Leonordo, die respectievelijk buskruit en kanonnen hebben geleverd aan Tsahal.”
“De universiteit ontkende dat de overeenkomsten die ze had met Israëlische universiteiten deel uitmaakten van de bezettingspolitiek, alsof de universiteiten boven de sociale wereld zweven en zich neutraal opstellen. In werkelijkheid hebben we kunnen aantonen dat Israëlische universiteiten volledig betrokken zijn bij het kolonisatieproces, in het bijzonder door officieren op te leiden voor het Israëlische leger. Naast het steunen van het leger, dienen Israëlische universiteiten ook als ideologische instrumenten in dienst van het zionisme. Archeologie wordt bijvoorbeeld door Israëlische academische instellingen gebruikt als middel om het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever te rechtvaardigen.”
“We hebben twee documenten geproduceerd voor het rectoraat die de medeplichtigheid van de universiteit met de kolonisatiepolitiek van Israël aantonen. Deze twee documenten zijn openbaar gemaakt en vrij toegankelijk. De realiteit is dat academische instellingen, die met handen en voeten gebonden zijn aan de oorlogsprofiteurs, liegen en alles doen om hun betrokkenheid bij de slachtpartijen te verbergen. Het is niet verrassend dat de universiteit zo terughoudend is om transparant te zijn, gezien hetgeen we hebben gevonden. Als de universiteit ons geen transparantie wil geven, dan zullen we die zelf verwerven, door ons eigen onderzoek. Documentatie is ook een onderdeel van de klassenstrijd.”
“De rector verzekerde ons dat ze een einde zou maken aan elk partnerschap tussen de universiteit en de actoren en medeplichtigen van oorlogsmisdaden. Nu we deze banden hebben aangetoond, verwachten we actie.”
Hoe is de Luikse bezetting gestructureerd?
“In het begin hadden we slechts een vaag idee over hoe we te werk zouden gaan. De meningen liepen soms uiteen en het duurde even voordat de beweging een duidelijke politieke en strategische lijn vormde. Het doel is nu om het rectoraat te isoleren en daarom proberen we via de vakbondsdelegaties banden te smeden met het universiteitspersoneel. De werknemers hebben drukkingsmiddelen die wij niet hebben, omdat zij degenen zijn die deze universiteit dagelijks laten draaien. De kwestie van solidariteit tussen studenten en personeel is cruciaal voor de beweging.”
“We organiseren ons op basis van dagelijkse algemene vergaderingen en werkgroepen. Er wordt gestemd bij gewone meerderheid, waarbij rekening wordt gehouden met minderheidsstandpunten, als die belangrijk zijn. We hebben ook een herroepbare coördinatiegroep gekozen, die verantwoordelijk is voor de besluitvorming tussen twee vergaderingen in.”
“De werkgroepen helpen het praktische werk te organiseren: sommige houden zich bezig met onderzoek, andere met perscontacten en communicatie, en weer andere met de coördinatie met de andere universiteiten in België. Inclusie is fundamenteel voor het werk van de bezetters. We hebben geprobeerd ervoor te zorgen dat allen hun plaats kunnen vinden in de beweging, en we hebben een vrij brede politieke diversiteit geïntegreerd. Na verloop van tijd zijn we er aldus in geslaagd om de studenten te organiseren in een gestructureerde beweging. Politieke eenheid was mogelijk, deels dankzij het onberispelijke organisatorische werk van de bezetters, en deels dankzij de open discussie op de algemene vergadering, waardoor we een indrukwekkende graad van politieke duidelijkheid en kwaliteit konden bereiken.”
Hoe moet het nu verder met de beweging?
“De vraag is niet zozeer of we gaan winnen, maar in welke mate. Het rectoraat heeft al een academische boycot aangekondigd van bilaterale partnerschappen met Israëlische universiteiten. De bezetting is ook een rijke ervaring voor ons allemaal. We zijn erin geslaagd studenten die hier hun eerste sociale beweging meemaken, te integreren. We hebben banden gesmeed tussen activisten, gemeenschappelijke emoties gedeeld en de basis gelegd voor een studentenbeweging die verder kan gaan dan het kader van deze bezetting.”
“De realiteit is dat de studentenstrijd veel verder gaat dan de universiteit. Het probleem is systemisch. Bedrijven die oorlogswinsten boeken zijn niet alleen medeplichtig aan en grotendeels verantwoordelijk voor de Palestijnse genocide, maar ook voor de onderdrukking van mensen over de hele wereld. Deze bezetting biedt een kans om de basis te leggen voor een strijd tegen alle onderdrukkers en uitbuiters in de wereld. Degenen die profiteren van de slachtingen in Palestina zijn dezelfde die de werkenden hier uitbuiten, zoals blijkt uit de aankondiging van massaontslagen bij Thales Alenia Space, dat van plan is 115 werknemers te ontslaan, ondanks de bloeiende commerciële activiteit van zijn twee moedermaatschappijen: Thales en Leonardo. We benadrukken altijd dat de strijd voor de bevrijding van het Palestijnse volk symbool staat voor de strijd tegen het volledige kapitalistisch systeem.”