Ondanks pogingen van de politie hen te intimideren, trokken honderden jongeren uit Twin Cities (Minneapolis en St Paul) op straat op 4 september om te protesteren tegen de oorlog in Irak. Tegelijk vond in Twin Cities de laatste dag van de Republikeinse Nationale Conventie (RCN) plaats. Youth Against War and Racism (YAWR) trok met ruim 400 jongeren door de straten.
“Terwijl de steden Minneapolis en St Paul de rode loper uitrollen voor de conventie, zeggen wij neen als de verantwoordelijken voor de dood van honderdduizenden gewone Irakezen, Afghanen en Amerikaanse soldaten naar onze stad komen om hun volgende stappen te bespreken”, stelde Desarae Walker, een activiste van Youth Against War & Racism en Socialist Alternative. “We zijn het beu om te moeten opdraaien voor een uitzichtsloze oorlog.”
De jongerenbetoging kreeg heel wat media-aandacht, zowel op televisie als in de kranten. De meeste activisten hadden iets meer betogers verwacht, maar dat werd doorkruist door oproepen van de politie en een bijzonder repressief gewelddadig optreden bij eerdere protestacties tegen de Republikeinse Nationale Conventie (na een optreden van Rage Against the Machine eerder op de week werd onder meer traangas gebruikt). Daarnaast was het niet evident om zo vroeg op het schooljaar een scholierenstaking te organiseren, het was pas de derde schooldag.
Intimidatie
Het hoofd van de politie in St Paul, John Harrington, stelde aan de media: “We hopen dat de studenten niet zullen deelnemen aan de oproep om de scholen te verlaten. We denken dat dit een slecht idee is, de plaats van de studenten is op school.” Schoolverantwoordelijken kregen te horen dat de straten van St Paul niet veilig zouden zijn indien er betogingen zouden plaatsvinden. De boodschap was gericht op de studenten en zeker ook op de ouders. In een aantal gevallen waren er zelfs automatische telefoonoproepen naar de ouders om hen te waarschuwen voor het gevaar van de actie en de mogelijkheid van disciplinaire sancties van de scholen zelf.
De organisatoren benadrukten echter het perspectief van een vreedzame en toegelaten betoging. De enige “bedreiging” voor de veiligheid van de jongeren kwam van de bewapende politie. De actie en optocht werd, zoals door de organisatoren aangekondigd, een strijdbare en vreedzame bijeenkomst waarbij er geen enkele confrontatie was met de politie. Honderden studenten verlieten vreedzaam hun scholen in een daad van collectieve burgerlijke ongehoorzaamheid. Velen namen voor het eerst deel aan een actie en eisten het einde van de oorlog in Irak alsook het einde van de aanwezigheid van militaire recruteerders in hun scholen. Een andere veel gehoorde slogan was “Meer middelen voor onderwijs, niet voor oorlog”.
Politiechef Harrington stelde ten onrechte in de media dat de jongeren beter niet zouden deelnemen aan de jongerenbetoging, omdat er ‘s avonds nog mogelijkheden genoeg zouden zijn om te betogen. Op donderdagavond kwamen er inderdaad een 1.000-tal betogers samen voor een meeting en een betoging naar het Xcel centrum waar John McCain zijn toespraak zou houden. De politie weigerde de betogers echter toelating te geven om na 17uur nog te betogen. Hierdoor vielen de straten rond het Xcel centrum in de praktijk een zone waar alle protestacties waren verboden.
Op de avondbetoging ging de politie over tot arrestaties, zowat 400 mensen werden opgepakt toen de politie hen tegenhield aan bruggen in de richting van de Republikeinse conventie. Bij de willekeurige arrestaties werden ook een twintigtal journalisten opgepakt. Dit was een hoogtepunt voor de politierepressie die een weeklang werd uitgeoefend tegen grotendeels vreedzame betogers. Die repressie zorgde voor een angstig klimaat in de stad, dat maakt het moeilijker om jongeren voor het eerst in actie te brengen.
Campagne tegen militaire recrutering op school
YAWR is intussen ook op lokaal vlak campagne aan het voeren tegen de aanwezigheid van militaire recruteerders in de scholen. Die komen er verse recruten zoeken om naar de hel van Irak te sturen. Eerder dit jaar slaagden we erin om de toegang tot de scholen te beperken voor deze militairen. Daarnaast werd afgedwongen dat het bezoek van militairen mag gepaard gaan met informatiecampagnes van anti-oorlogsactivisten. In het najaar zullen we daar verder op bouwen in de scholen van Minneapolis.
Dit kan worden versterkt door het feit dat de groep activisten van YAWR de afgelopen periode sterk is aangegroeid met een nieuwe laag van jongeren die zich organiseren en politiek vormen. Dat legt de basis voor acties en bewegingen in de toekomst.