De verkiezing van de eerste Afro-Amerikaanse president, in een land met een geschiedenis van racisme, apartheid en slavernij, heeft aan een brede laag van de zwarte gemeenschap hoop gegeven. Steunend op de publieke opinie die enorm vijandig staat tegenover de oorlog in Irak en steunend op een economische crisis die de neoliberale politiek van de Bush-jaren in diskrediet heeft gebracht, bleken de “progressieve” accenten in het discours van Obama een schot in de roos.
Nochtans komt Obama aan de macht op basis van de diepste crisis die het kapitalisme heeft doormaakt sinds 1929. Die crisis heeft hem al snel verplicht de essentie van zijn verkiezingsbeloftes af te kalven: hij waarschuwde bijvoorbeeld al dat het -voor iedereen toegankelijke- ziekteverzekeringssysteem niet dit jaar zal gerealiseerd worden. Vooral in het licht van het bloedbad waarin de arbeidsmarkt zich bevindt (2,6 miljoen verdwenen jobs), blijken zijn beloftes in verband met jobcreatie bespottelijk. In de aanloop naar de verkiezingen sprak hij over 5 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen; eenmaal aan de macht ging het nog over slechts 3 miljoen extra jobs en momenteel gaat het slechts over “het behoud” van tewerkstelling door de creatie van 3 miljoen nieuwe jobs… terwijl het officiële aantal werklozen bijna de 11 miljoen heeft bereikt.
Het Amerikaanse kapitalisme redden op de rug van de arbeiders
Obama heeft beslist het loon van bankiers te beperken tot 500.000 $. Deze maatregel geldt blijkbaar niet voor diegenen die genoten hebben van Bush’s reddingsplan, zo bijvoorbeeld door de directie van Merryll Linch niet te verplichten de 4 miljard $ die ze zich hadden toegeëigend voordat hun bank overgenomen werd door de Bank of America terug te betalen. Daarenboven zullen de opgelegde limieten niet gelden voor de dividenden en zullen ze opgeheven worden van zodra de staatsleningen terugbetaald worden. Obama heeft verklaard dat het niet gaat om een “inbezitneming door de Staat”. Het privé-initiatief zal zijn beloop hebben maar men zal rekenschap moeten afleggen en verantwoordelijkheid aan de dag moeten leggen.”
De notie “opoffering” staat centraal in het discours van Obama: hij maakt zich op om de crisis te doen betalen door de arbeiders en de armste lagen van de bevolking. Het nieuwe reddingspakket van 800 miljard $ zal misschien wel effecten van de crisis verzachten, maar zal niet in staat zijn de golf bedrijfssluitingen en massale afdankingen, die de recessie met zich meebrengt, in te dijken. 40% van de fondsen van dit stimuleringsplan is voorzien voor nieuwe belastingsverminderingen voor bedrijven en de middenklasse. Afgezien van de bewezen ondoeltreffendheid ervan om de economie te doen herleven, toont Obama zich zelfs bereid de hand te reiken aan de Republikeinen met het doel een verzoenende oplossing te verkrijgen; Washington News verklaarde onlangs: “De verkozen president stelt belastingsverminderingen voor die George W. Bush zouden kunnen doen blozen”…
Het heroplevingplan van Obama is bedoeld om het Amerikaanse kapitalisme te redden van het failliet en niet om de werkende en zijn gezin ter hulp te komen. Het budgettaire tekort is, nog voor het plan in werking gaat, voor het jaar 2009 geschat op 1,2 triljoen $ (8,3% van het BNP). Het is duidelijk dat in een later stadium deze gigantische schulden op de een of andere manier zullen moeten terugbetaald worden door de gemeenschap, terwijl de kapitalisten en de grote aandeelhouders zich genereuze winsten zullen blijven toeëigenen.
Obama : een kwestie van rassen of van klassen ?
Obama profileert zich handig als opvolger van historische figuren van de zwarte beweging zoals Martin Luther King. Vele commentatoren stellen de verkiezingen van Obama voor als de realisatie van de “Amerikaanse droom” en kondigen de “postraciale” samenleving aan. Nochtans toont de reactionaire politiek van een Condoleeza Rice of een Colin Powell in de voorbije Bush administratie aan dat het racisme en de onderdrukking van de zwarten niet vermindert met enkel een machtsovername door een gekleurde president. Sarkozy heeft dezelfde techniek toegepast door in zijn kabinet drie ministers van “openheid” op te nemen (Rahcida Dati, Fadela Amara et Rama Yade). Deze regering zet de afbraakpolitiek tegen sociale verworvenheden echter gewoon verder en verscherpt haar repressie tegen de jongeren uit de volkwijken, tegen mensen zonder papieren en tegen het stakingsrecht.
De zwarte en geïmmigreerde bevolking leeft in een dramatische sociale situatie. Als eerste slachtoffers van de crisis gaan de zwarte Amerikanen regelrecht de massale werkloosheid (vorig jaar verloren in de automobielsector alleen al 20.000 zwarten hun job) en het verlies van huisvesting ten gevolge van de hypothecaire crisis, tegemoet. Vandaag de dag zit één Afro-Amerikaan op vijftien in de gevangenis en discriminaties ten opzichte van migranten is nog steeds even groot als in het verleden. Een officiële enquête gevoerd door de FBI illustreert zelfs dat de racistische aanvallen en discriminatie in een opwaartse tendens zitten. De politierepressie tegen jonge Afro-Amerikanen is ons onlangs in herinnering gebracht door de moord, op Oudejaarsavond in Oakland, op een jonge Afro-Amerikaan door een politieagent.
De enorme armoede in vele Amerikaanse wijken en de onophoudelijke discriminaties die de zwarte bevolking treffen kunnen enkel bestreden worden door een gemeenschappelijke strijd van alle arbeiders en alle jongeren van elke origine. Een strijd voor de verbetering van hun levens- en arbeidsomstandigheden, tegen het kapitalisme dat zich voedt met verdeeldheid en sociale problemen. Dat is de belangrijkste les die we kunnen trekken uit de burgerrechtenbeweging maar Obama, die opgesloten zit in de kapitalistische logica, heeft die les niet getrokken toen hij de sociale verdeeldheid wou overstijgen in naam van de “nationale eenheid”.
Richting een era van vrede ?
Obama is verkozen, in het bijzonder dankzij de positie die hij innam tegen de oorlog. De belofte om troepen terug te trekken uit Irak is in de 16 maanden een sleutelelement geweest om het in de voorverkiezingen te halen van Hillary Clinton. De realiteit is echter minder rooskleurig, zoals de aanstelling van Robert Gates in het kabinet van defensie bevestigt: Gates is een van de belangrijkste oorlogsprofeten van de vorige administratie.
De Irakese situatie heeft niet meer dezelfde militaire toewijding nodig gezien de Amerikaanse belangen er nu verdedigd worden door de marionettenregering die er door de USA aangesteld is. Anderzijds blijft de “veiligheid” in Irak uiterst precair en blijft de terugtrekking onderhevig aan de evolutie op het terrein zelf. Dit maakt een snelle en unilaterale terugtrekking niet enkel onwaarschijnlijk (de 16 maanden zijn al verlengd tot 23 maand) maar zou ook een verwoest land achterlaten, ten prooi aan explosieve spanningen. Het streven naar een verdubbeling van het aantal manschappen in Afganistan laat ons ook toe Obama’s “pacifistische” voornemens te nuanceren.
De slag die hij sloeg in de media met de sluiting van Guantanamo kan de uitzaaiing overal ter wereld van tientallen andere gevangenissen zonder rechten, zoals Bagram in Afganistan of Diego Garcia (Brits territorium in de Indische Oceaan), niet verhullen. De bevelen ondertekend door Obama trekken de procedure, gekend onder de naam “uitzonderlijke uitwijzing”, niet in twijfel. Tijdens de Bush jaren stelde deze procedure de VS in staat vermoedelijke terroristen te kidnappen en hen naar het buitenland te sturen waar ze in geheime gevangenissen van de CIA gemarteld konden worden. De president heeft zich ook nog niet uitgesproken over wat hij schikte te doen met Patriot Act 1&2, die de individuele vrijheden begrenst in naam van de antiterrorismewetten.
Wat betreft het Israelisch-palestijns conflict zijn de enige standpunten ingenomen door Obama, standpunten die als doel hebben zijn onvoorwaardelijke steun aan de veiligheid van Israel te verzekeren, zonder een woord te reppen over de bezetting en de bombardementen op Gaza. We herinneren ons ook zijn pleidooi, gericht tot pro-Israëlische lobby’s, voor een Jerusalem als “onsplitsbare hoofdstad van Israël”. Het congres –met democratische meerderheid- heeft op zijn beurt een 10-jarige steun aan de Staat Israel van een jaarlijkse 3 miljard $ vernieuwd… Dit alles doet sterk vermoeden dat, afgezien van meer overleg met de andere mogendheden, de buitenlandse politiek van Obama in het Midden-Oosten geen fundamentele veranderingen zal teweegbrengen.