De Obama administratie speelt een toonaangevende rol in een ongekende aanval op het openbaar onderwijs in de Verenigde Staten. Terwijl miljarden dollars aan Wall Street werden gegeven, staan de lokale staten en overheden onder druk om de stijgende begrotingstekorten aan te pakken door onder meer te besparen op openbaar onderwijs.
In staten als Michigan wordt bespaard door het aantal jobs in het onderwijs te verminderen en essentiële diensten als studententransport af te schaffen. De schoolweek in Hawai werd terug gebracht tot vier dagen per week omwille van het lager aantal leraars. Ook in het hoger onderwijs wordt bespaard. In Californië werd het inschrijvingsgeld met 32% verhoogd.
Voor velen komt het ongetwijfeld als een schok om te moeten vaststellen dat net deze regering het openbaar onderwijs zo ondermijnt. De steun voor Obama kwam vooral van onderuit, onder meer van de werkende bevolking. De aanvallen op het onderwijs zullen de kloof tussen arm en rijk enkel verder doen toenemen.
Bovendien leidt het beleid van Obama en onderwijsminister Arne Duncan tot het verder uithollen van het democratische principe dat alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, recht hebben op gratis en degelijk onderwijs.
De gezondheid van een samenleving kan worden afgemeten aan de middelen en de plaats die wordt gegeven aan het verhogen van het culturele en intellectuele niveau van de volgende generatie. De situatie in het Amerikaanse onderwijs is in die zin ook een aanklacht tegen het kapitalistische systeem.
> Overgenomen vanop de blog van Etienne Heyndrickx