Ondanks de pogingen van de regering om de jongerenacties te discrediteren, stonden de jongeren vooraan in de acties tegen de rechtse regering van Sarkozy. De regering stelde het voor alsof de jongeren enkel de lessen wilden ontlopen of uit waren op rellen. Daarmee wilde de regering de solidariteit in de beweging breken, het was een uitdrukking van het feit dat ze bang was van de dynamiek van de jongeren. De Franse jongeren kwamen op straat om hun toekomst te verdedigen en de aanvallen op de pensioenen te stoppen. Met de aanval op de pensioenen en brugpensioenen zouden een miljoen jongeren niet aan de slag kunnen en dat terwijl de jongerenwerkloosheid al 24,5% bedraagt!
Sommigen zullen misschien gedacht hebben dat de PS van Ségolène Royal achter de jongerenmobilisaties zat. De PS deed effectief een oproep aan de jongeren om te betogen en de partij controleert een aantal jongerenorganisaties. Maar de impact van die organisaties is bijzonder beperkt, hun aanwezigheid op de scholen is minimaal. De invloed van deze organisaties en hun woordvoerders is doorgaans vooral aanwezig in de media. Intussen waren het de jongeren die zichzelf organiseerden onder meer doorheen algemene vergaderingen.
De jongerenmobilisaties schrikten de regering af. Het klopt dat hun acties zich misschien niet direct lieten voelen in de zakken van de patroons. Maar de jongerenmobilisaties konden wel een dynamiek brengen en de strijd van de arbeidersbeweging doen radicaliseren. Het zorgde voor een nieuwe impuls om de strijd verder te zetten. Jongerenstrijd valt bovendien moeilijker te controleren door het establishment. Voor jongeren is het gemakkelijker om in staking te gaan en er zijn bovendien geen structuren die hun strijd zomaar kunnen stoppen of afremmen. Jongeren kunnen de motor van een strijdbeweging vormen, dat zagen we eerder met de acties tegen het jongerenbanenplan CPE in 2006.
De media en de regering probeerden de jongeren dan maar voor te stellen als een bende hooligans die niet eens wist waarover de hervormingen gaan. Om dat beeld te versterken, aarzelde het regime niet om provocateurs in te zetten. Op de betogingen zelf werd echter duidelijk dat de jongeren woedend waren. Ze waren kwaad op de politie van Sarkozy, het racistische discours van de regering, de asociale maatregelen, de politiepesterijen tegen jongeren uit wijken die niet “blank” genoeg zijn, enz. De jongeren komen op voor hun toekomst en zijn er zich van bewust dat de aanvallen op de pensioenen ook voor hen gevolgen hebben.
Veel jongeren zien geen enkele weg vooruit onder het huidige systeem. Ze willen oplossingen en dat liefst meteen. Op een ogenblik dat de media weinig aandacht schenkt aan de jongerenacties, drijft dit sommigen ertoe om tot vernielingen over te gaan.
Een aantal linkse organisaties maakten de fout om zich van de jongeren te distantiëren, waardoor de jongeren nog meer het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan. We moeten de jongeren en de arbeiders bijeenbrengen om samen te strijden. Er zal misschien niet altijd duidelijkheid bestaan hoe we tot een alternatief kunnen komen, maar er is wel een gezamenlijke basis om van te vertrekken: de wil om Sarkozy en zijn aanhangers een nederlaag toe te brengen.
In de voorwijken van de grote steden is de situatie sinds de rellen van 2005 niet bepaald verbeterd. Het is niet uitgesloten dat er nieuwe uitbarstingen zullen komen. De werkloosheid neemt er verder toe en de politie is alomtegenwoordig op een bijzonder agressieve wijze. Dat wordt aangevuld met provocaties vanwege Sarkozy en co. Dat kan leiden tot uitbarstingen van geweld, zeker indien geen enkele organisatie op een grote schaal een strategie en perspectief voor een overwinning op de regering naar voren brengt.
De strijdbeweging tegen de pensioenhervormingen bood enorm veel mogelijkheden. Het heeft het vertrouwen van de arbeiders en de jongeren in de mogelijkheid om terug te vechten, stilaan opnieuw hersteld. Maar ondanks de enorme woede op straat kwam er vanwege de vakbondsleiding geen degelijke strategie om op basis van de woede ook tot een overwinning te komen. Dat opent de weg voor uitbarstingen van woede die op hun beurt tot meer repressie leiden. Het komt erop aan om de woede te kanaliseren in structuren en te kaderen in een politieke strategie om te bouwen aan een massale algemene staking van de arbeidersbeweging.
De sterke punten van de jongerenmobilisaties waren onder meer de snelheid waarmee de scholen in actie kwamen en de dynamische wijze waarop dit gebeurde. Op de betogingen waren de jongerendelegaties vaak de meest levendige blokken met de meest politieke slogans, naast de delegaties van de industriearbeiders en de metaal. Het was duidelijk dat in tegenstelling tot de arbeiders de scholierenmobilisaties geen groot economisch gewicht hadden. Maar de mobilisaties waren gebaseerd op algemene vergaderingen in tal van steden en gingen vaak gepaard met het blokkeren van de scholen. Dat vormde een inspiratiebron voor heel wat arbeiders.
In een aantal regio’s zoals Rouen werden de algemene vergaderingen van de verschillende scholen gecoördineerd in een comité met verkozen vertegenwoordigers van de verschillende scholen. Dat bood de mogelijkheid om de discussie te voeren over hoe de strijd kon worden uitgebreid en gecoördineerd. Het bood tevens de mogelijkheid om gezamenlijke pamfletten te maken en de verdeling ervan te organiseren. Wij verdedigden de ontwikkeling van dit soort structuren in alle regio’s.
Aan de universiteiten waren de mobilisaties beperkter. Er waren wel heel wat studenten die in actie wilden komen of deelnamen aan de jongerenacties, maar het ontbrak aan organisatie. De belangrijkste studentenvakbond ligt momenteel sterk onder vuur. De actiebereidheid onder jongeren in het algemeen is erg groot. Het is zelfs niet uitgesloten dat de jongeren de acties zullen hervatten, ook indien de arbeidersmobilisaties stil vallen. Om de strijd te kunnen versterken, is het noodzakelijk om onze structuren te versterken en ons te organiseren.
De rol van Gauche Révolutionnaire (onze Franse zusterorganisatie die actief is binnen de NPA) in de jongerenmobilisaties in Rouen was cruciaal. Wij hielpen mee algemene vergaderingen te organiseren, zorgden ervoor dat er politieke slogans waren en organiseerden mee een eigen ordedienst.
Er is ongetwijfeld een radicalisering onder de gemobiliseerde jongeren. Er is ook een politisering en een groeiende openheid voor socialistische opvattingen. Gauche Révolutionnaire is de enige organisatie die in staat is om een politiek antwoord en perspectieven voor de strijd aan te bieden. We verdedigen de noodzaak van een socialistische samenleving waarin de economie op democratische wijze wordt gepland in het belang van de meerderheid van de bevolking. De huidige periode biedt heel wat kansen, we zullen er alles aan doen om die kansen zo goed mogelijk te benutten.