Gisteren waren er tienduizend betogers in Berlijn op de herdenkingsbetoging voor Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Wij vinden dat deze herdenking nog steeds belangrijk is. De revolutionairen Luxemburg en Liebknecht waren al voor de Eerste Wereldoorlog van de socialistische partij SPD. Dat was toen een andere partij als vandaag, het was een massale arbeiderspartij die zich op het marxisme beriep en inging tegen het kapitalisme. Maar toch was de SPD geen revolutionaire partij, er waren intern verschillende standpunten.
Het belangrijkste discussiepunt binnen de toenmalige SPD was de vraag van “hervorming of revolutie”? Rosa Luxemburg nam een duidelijk standpunt in: het socialisme kan enkel worden bereikt doorheen massabewegingen en stakingen. Ze onderbouwde dat standpunt in haar bekende boek “Hervorming of revolutie”. Luxemburg werd de belangrijkste woordvoerster van de linkerzijde binnen de partij. Doorheen artikels, brochures en boeken koppelde ze de dagelijkse strijd voor verbeteringen met het grotere project van revolutie. Ze bekritiseerde diegenen die een onderscheid maakten tussen het “onmiddellijke doel” en het “doel op lange termijn” van de revolutie. Luxemburg stelde dat massale stakingen een aanzet vormden en konden ontwikkelen tot revolutionaire bewegingen, terwijl de meerderheid van de SPD stakingen slechts zag als een middel om hogere lonen te bekomen.
Wereldoorlog: wie heeft ons verraden?
De linkerzijde binnen de SPD had in tegenstelling tot de andere fracties geen goed georganiseerde structuur en ze had bijgevolg weinig invloed in de partij. De linkerzijde kon niet vermijden dat de parlementaire fractie van de partij in augustus 1914 voor de oorlogskredieten stemde en daarmee de Eerste Wereldoorlog ondersteunde. De meeste sociaal-democratische partijen in andere oorlogsvoerende landen deden net hetzelfde. Daarmee steunden de arbeiderspartijen plots een oorlog, terwijl ze zich daar voorheen steeds tegen had afgezet. Ze aanvaardden dat arbeiders van verschillende landen werden gedwongen om in het belang van het kapitaal elkaar uit te moorden. Karl Liebknecht was de eerste verkozene van de SPD in het parlement die zich tegen de oorlog verzette. Hij werd op deze basis uit de SPD-fractie gezet en kwam nadien zelfs in de gevangenis terecht wegens zijn anti-oorlogsverzet. Samen met Rosa Luxemburg en anderen stichtte hij in 1915 de “Internationale Groep” op, toen nog als onderdeel van de SPD, waarmee het verzet tegen de oorlog en het kapitalisme werd voortgezet. Doorheen de oorlog ging de levensstandaard van de arbeiders en hun gezinnen er fors op achteruit. Dat leidde ook tot ongenoegen tegenover de politiek van de SPD-leiding. In november 1917 werd het kapitalisme in Rusland omver geworpen door een succesvolle revolutie. Ook in Duitsland ontwikkelen er massale stakingen en protestacties. Een revolutie behoorde tot de mogelijkheden.
Novemberrevolutie gestopt door sociaal-democratie
Begin november 1918 was het zo ver. Het begon met de muiterij van de “rode matrozen” van de marine. De Duitse novemberrevolutie verspreidde zich al snel doorheen het hele land, de Keizer moest de aftocht blazen. Er werden overal democratische arbeiders- en soldatenraden opgezet. De SPD-leiding was absoluut niet opgezet met deze revolutionaire beweging, maar deed toch alsof ze mee in de leiding van de beweging zat. De partij riep de republiek uit. Er werd meteen een akkoord met de kapitalisten gesloten, waarmee de revolutie werd verraden en waarbij de democratische raden werden vervangen door een parlementair stelsel waarin de kapitalisten waren vertegenwoordigd.
Karl en Rosa zetten de strijd voor een socialistische revolutie en een arbeidersdemocratie voort. Op kerstmis 1918 werd de KPD opgericht, de Communistische Partij van Duitsland. De nieuwe partij nam onmiddellijk na haar oprichting de leiding van de spontane “januari-opstand” van de Berlijnse arbeiders. Om deze opstand neer te slaan, deed de regering beroep op alle mogelijke middelen. Er werden oude middelen ingezet, zoals de Vrijkorpsen, troepen rond de oude keizerlijke generaals die reactionaire terreurgroepen vormden en een essentieel onderdeel zouden vormen bij de ontwikkeling van de nazi’s in de jaren 1920. Een dergelijk Vrijkorps slaagde er op 15 januari 1919 in om Karl en Rosa bij hen thuis aan te treffen. Ze werden opgepakt, gefolterd en laf vermoord. Dat gebeurde met de uitdrukkelijke goedkeuring van de regering die een beloning van 50.000 mark op de hoofden van Luxemburg en Liebknecht had geplaatst. De januari-opstand werd de kop ingedrukt, maar de strijd voor een socialistische samenleving ging voort. De teksten van Rosa Luxemburg, de ervaringen met de strijd voor een socialistische samenleving en de positie van Luxemburg over bijvoorbeeld de algemene staking blijven tot op vandaag bijzonder actueel en een inspiratiebron voor jonge socialisten.