Massaal protest in Egypte. Betogers eisen vertrek van Moebarak en diens regime

De betogingen in Cairo, Alexandrië en andere Egyptische steden waren immens groot. Betogers eisten het vertrek van president Hosni Moebarak alsook van zijn rotte regime. Tijdens de week van aanhoudende revolte bleven de banken en winkels dicht. Een groot deel van de economie ligt plat. Gisteren waren er meer dan een miljoen betogers in Cairo. Het regime van Moebarak loopt op haar laatste benen. Maar welk regime zal hierna volgen?

Op het ogenblik van het schrijven van dit artikel komen er berichten van de meer dan een miljoen betogers in Cairo. Dit toont het enorme verzet tegen het regime. De actievoerders voelden zich gesterkt door de verklaring van het machtige leger – het tiende sterkste ter wereld – dat verklaarde dat het geen geweld zou gebruiken tegen de betogers en dat het de eisen als “legitiem” beschouwt. Deze verklaring was een zware slag voor Moebarak die sterk afhankelijk is van het leger. De VS distantieerde zich van haar trouwe bondgenoot door op te roepen tot een “ordentelijke overgang” en “vrije verkiezingen.” Een VS-ambassadeur op rust in Egypte werd snel ingezet om er bij het regime van Moebarak op aan te dringen dat “economische en politieke veranderingen” zouden worden aanvaard. Hij heeft Moebarak onder vier ogen wellicht aangeraden om af te treden en de weg vrij te maken voor een nieuwe door het leger gesteunde regering.

“Weg, weg, weg!”

De wanhopige poging van Moebarak om het protest af te koelen door de regering te herschikken, heeft niet geholpen. Zijn nieuwe vice-president, Omar Suleiman, zou onderhandelingen over de partijen heen voeren met het oog op een “grondwetswijziging.” Voor de massa’s op straat is dat allemaal te weinig en komt het te laat. Een jonge betoger vatte het samen: “We willen dat Moebarak en zijn mannen verdwijnen. Alle andere maatregelen zijn onvoldoende.” (Guardian, 1 februari)

Egypte staat op een beslissend keerpunt. Gedurende meer dan een week waren er massale protestacties in de straten van Cairo, Alexandrië, Suez en andere steden. Het protest eist het einde van het 30 jaar durende presidentschap van Hosni Moebarak. De betogers komen op voor democratische rechten, werk, betaalbaar voedsel en een einde van de corruptie en repressie. Het regime van Moebarak beefde op haar grondvesten en dat leidde tot paniek in Washington en andere Westerse machten die Egypte als centrale regionale bondgenoot beschouwen.

De middenklassen, studenten, arbeiders, de armen in de steden en zelfs de rechters sloten zich bij het verzet tegen de dictatuur aan. Dagenlang werd ingegaan tegen het brutale geweld van de oproerpolitie en de provocaties van politie in burger. Honderdduizenden Egyptenaren hebben een duidelijke boodschap: “Weg! Weg! Weg!” is hun oproep aan Moebarak. Oudere mensen gaven de betogers in de straten water. De solidariteit was immens. Het antwoord van de gehate oproerpolitie bestond uit het inzetten van traangas, rubberkogels en er werd ook met scherp geschoten. Er vielen minstens 150 doden en duizenden gewonden.

In steden als Alexandrië en Suez nam de beweging opstandige proporties aan met de politie en de veiligheidsdiensten die zich uit delen van de stad terug trokken.

Er zijn elementen van volkscontrole in delen van het land. De betogers verbroederen instinctief met de gewone soldaten. Maar tegelijk probeert Moebarak wel nog aan de macht vast te houden. Het is niet uitgesloten dat hij nog zal proberen om als laatste wanhoopsdaad een bloedbad aan te richten waarbij de oproerpolitie en de veiligheidspolitie wordt ingezet. De gevolgen hiervan zijn wel eens een omgekeerd effect kunnen hebben met een massale woede-uitbarsting en een verdere versplintering binnen het Egyptische staatsapparaat.

De verklaring van de legerleiding maakt duidelijk dat zij het leger zien als “scheidsrechter” tussen Moebarak en de massa’s om een “ordentelijke overgang” te begeleiden, het staatsapparaat in stand te houden en de belangen van de heersende klasse te verdedigen ook na een eventueel vertrek van Moebarak.

De gewone soldaten zijn voornamelijk jongeren die hun dienstplicht vervullen. Zij hebben vaak sterke banden met de arbeiders en armen, zij kunnen worden gewonnen voor de massabeweging en een duidelijk socialistisch programma. Zo’n programma zou onder meer opkomen voor vakbondsrechten en andere democratische rechten, een degelijk loon, het opzetten van democratische comités van soldaten en de verkiezing van alle officieren.

De massa’s zijn Moebarak aan het wegduwen van de macht, de elite probeert zich intussen te herbevestigen en wil dat mogelijk doen rond een nieuwe “regering”.

Het regime probeerde een kat-en-muis spel met de betogers te spelen door de oproerpolitie en het leger de ene keer wel en de andere keer niet de straat op te sturen. Militaire vliegtuigen maakten intimiderende vluchten boven het centrum van Cairo. Het regime hoopt dat het hiermee de betogers kan uitputten waardoor het momentum verloren gaat en de beweging begint af te brokkelen. Dat is een reëel gevaar als er geen alternatief komt van de machtige arbeidersklasse, maar tot nu toe worden de betogingen enkel maar groter. De oproep voor een “miljoen” betogers deze week werd effectief gehaald. Dat kan niet enkel Moebarak tot de aftocht dwingen, maar ook zijn naaste medewerkers en steunpilaren.

Het regime probeert de boodschap te verspreiden date en val van het regime zou leiden tot meer onstabiliteit en chaos. De bevolking wordt afgedreigd met dat perspectief in de hoop dat brede lagen alsnog het regime zouden tolereren. In een aantal regio’s waren er plunderingen en uitbarstingen van geweld. Sociale lagen zonder enige bezittingen kunnen tot dat soort activiteiten overgaan, maar onafhankelijke rapporten wijzen er op dat ook de politie in burger en opzettelijk vrijgelaten veroordeelde misdadigers hierbij betrokken zijn.

De bevolking organiseert de bescherming van de eigen huizen en wijken. Dat gebeurt vooral in de rijkere delen waar er lokale groepen worden gevormd om de straten te beschermen en het verkeer te regelen. Dit gebeurt gewapend met houten stokken en messen. Tegen deze achtergrond is er nood aan democratisch verkozen comités van massastrijd en verdediging tegen de repressie en de plunderingen. Dit is noodzakelijk in alle wijken, op de werkvloer, in de scholen en deze comités moeten onderling worden verbonden op lokaal, regionaal en nationaal vlak.

Het regime van Moebarak is, na Israël, de belangrijkste ontvanger van Amerikaanse steun in de regio. Dit geld is gebruikt om de enorme veiligheidsmachine te financieren die wordt ingezet tegen de arbeiders en jongeren. Moebarak was een slaafse volgeling van het Amerikaanse beleid in het Midden-Oosten, hij aarzelde niet om als gevangenisbewaker op te treden tegenover de Palestijnen op de Gazastrook en als bondgenoot van de VS tegen Iran. Washington is bang dat een regime na Moebarak een einde kan maken aan het regionale beleid van de VS in het Midden-Oosten. Dat kan indien de Moslimbroederschap of een ander regime aan de macht komt.

De Westerse machten erkennen dat verandering onvermijdelijk is in Egypte. Ze vrezen echter dat Moebarak zal verdwijnen onder druk van de massale revolte en er wordt ook gevreesd dat dit een sterke boodschap zou vormen voor de onderdrukte massa’s doorheen de hele regio. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Hilary Clinton noemde het Egyptische regime enkele dagen geleden nog “stabiel”. Nu eist ze een “ordentelijke machtsoverdracht”, waarmee ze bedoelt dat de belangen van de heersende klasse van Egypte en van het imperialisme in de regio moeten worden beschermd.

Het is mogelijk dat er onder ‘toezicht’ van de VS een ‘voorlopige regering’ wordt opgezet waarin ook verschillende leiders van de kleine pro-kapitalistische oppositiepartijen zitten. Deze partijen hebben geen massale steun. Als Moebarak verdwijnt, kunnen figuren als Mohamed el-Baradei worden ingezet om een “overgangsregering” te vormen die nog steeds pro-Westers en pro-kapitalistisch is.

De grootste oppositiekracht, de Moslimbroederschap, stond aanvankelijk terughoudend tegenover het protest. “Aanvankelijk was de Broederschap niet geïnteresseerd in het protest en er werd aangekondigd dat er niet werd deelgenomen. Toen ze door de gebeurtenissen werden ingehaald, moest de Broederschap wel deelnemen indien ze niet alle geloofwaardigheid wou verliezen”, schrefe Khalil al-Anini, een expert of de politieke islam in Egypte (Guardian, 1.2). De leiders van de Broederschap gaven een mandaat aan el-Baradei om met het regime van Moebarak te onderhandelen en met het leger te spreken over een regering van “nationale redding”.

Het feit dat de massabeweging in grote mate een seculier protest tegen de dictatuur is, toont het potentieel voor een niet-sectair socialistisch arbeidersalternatief vanuit de onderdrukte bevolking. Zo’n alternatief moet op massale schaal worden opgebouwd. Zolang dit niet gebeurt, is er ruimte voor andere krachten zoals de Moslimbroederschap. Ondanks alle retoriek heeft die organisatie een pro-kapitalistische agenda. Ondanks het gebrek aan brede steun voor de Broederschap in de massaprotesten, kan deze organisatie toch stappen vooruit zetten omdat er geen andere krachten aanwezig zijn.

De massabeweging heeft elementen van een volksopstand. Na decennia van dictatuur gingen de eerste eisen vooral over de roep naar meer democratie. De arbeidersklasse is echter nog niet op een beslissende manier tussengekomen als actieve en georganiseerde kracht die haar stempel op de gebeurtenissen zet. Daartoe is er een massale arbeiderspartij nodig die zich baseert op een onafhankelijke klassenpositie en een socialistisch programma.

Al Jazeera berichtte op 29 januari dat 1700 arbeiders van de openbare sector in Suez een staking van onbepaalde duur waren begonnen tegen Moebarak. Op 30 januari werd bekend dat een nieuwe onafhankelijke vakbond werd opgezet, de “Federatie van Egyptische vakbonden” die oproept tot het “opzetten van comités in alle fabrieken en bedrijven om de arbeiders te beschermen en om een datum voor een algemene staking te bepalen.” De omvang van deze krachten is nog niet duidelijk, maar het is wel een belangrijke ontwikkeling.

Een algemene staking kan alle delen van de arbeidersklasse en de middenklasse verenigen met de jongeren en het straatprotest. Het platleggen van het volledige land kan het einde vormen voor Moebarak en zijn regime. Daartoe is er nood aan planning en organisatie doorheen democratisch verkozen comités op de werkvloer en in de wijken.

Als Moebarak van de macht wordt gestoten, zou dit een enorme stap vooruit zijn voor de Egyptische arbeidersklasse. Maar het zal niet voldoende zijn om de klassenbelangen en verwachtingen voor een betere levensstandaard in te lossen. Er is nood aan een socialistisch programma dat opkomt voor de nationalisatie van alle grote bedrijven en banken onder democratische arbeiderscontrole. Dat kan de basis vormen voor het inzetten van de enorme middelen in het land in het belang van diegenen die onder het corrupte en wrede regime van Moebarak een degelijk leven werden ontzegd. Het potentieel van een massabeweging doorheen de regio rond democratische eisen en met de noodzaak van sociale verandering is enorm groot. Deze beweging in Egypte werd aangewakkerd door de gebeurtenissen in Tunesië. Dictators doorheen Noord-Afrika en het Midden-Oosten zijn bang van bewegingen in eigen land. Er waren al betogingen in Jemen, Soedan, Jordanië, Syrië, Libië en andere landen. Het ene regime na het andere moet toegevingen doen aan de massa’s, in het bijzonder met betrekking tot de hoge voedselprijzen. De gevolgen van de massale strijd voor democratische rechten en een betere levensstandaard zullen nog lange tijd voelbaar zijn.