Hoe reageren op Belgische wapenleveringen aan dictaturen?

In Libië trekt het Belgische leger mee ten oorlog tegen een dictatoriaal regime dat over in België geproduceerde wapens beschikt. In Bahrein zet het Saoedische regime Belgische wapens in om de opstand brutaal de kop in te drukken. Hoe moeten we daarop reageren?

 

Ook in het verleden kwam de wapenhandel meermaals in opspraak en beloofden politici om de wapenexport aan strengere regels te onderwerpen. Dat gebeurde bijvoorbeeld na de wapenleveringen aan de “prille democratie” Nepal. Er kwamen effectief nieuwe regels, maar ook voldoende mogelijkheden om deze te omzeilen. Dat is niet echt verrassend. Wapenbedrijven kunnen uiteraard het meeste geld verdienen aan duistere regimes die veel wapens nodig hebben in hun strijd tegen interne en/of externe vijanden.

Landen als Saoedi-Arabië kopen jaarlijks voor miljarden aan westerse wapens en die inkomsten maken vaak het verschil tussen winst en verlies. In 2009 voerde Europa voor 10 miljard aan wapens uit naar het Midden-Oosten, wat evenveel is als de wapenhandel tussen de lidstaten van de EU! De wapenleveringen aan Saoedi-Arabië zijn cruciaal voor de winstcijfers van veel wapenbedrijven.

Het is hypocriet om enerzijds wapens te leveren en anderzijds kritiek te geven als deze worden gebruikt. Als we niet willen dat Belgische wapens worden gebruikt, moet de productie ervan worden afgebouwd. Anderzijds moet ook rekening worden gehouden met de tewerkstelling. Wij pleiten niet voor de sluiting van wapenfabrieken, maar voor een volledige reconversie zodat de aanwezige technologische en praktische kennis kan worden aangewend voor maatschappelijk nuttige productie. Voor zo’n reconversie is het noodzakelijk om de wapenfabrieken te nationaliseren onder arbeiderscontrole en -beheer. Een reconversie is perfect mogelijk, zo produceerde FN-Herstal vroeger ook moto’s en onderdelen voor trolleybussen.