Afgelopen zaterdag kwamen honderdduizenden ‘verontwaardigden’ op straat. Er werd internationaal geprotesteerd tegen de macht van de banken en de grote bedrijven. Enkele van de grootste acties vonden plaats in Spanje en Portugal. We publiceren verslagen uit beide landen.
Spanje
Het Puerto del Sol in Madrid ligt aan de basis van de beweging van indignados. Op dat plein was er een enorme betoging op 15 oktober, er waren maar liefst 500.000 aanwezigen. In Barcelona telden de organisatoren 400.000 betogers en in Sevilla 60.000. Er waren nog tienduizenden andere betogers in Valencia, Bilbao en andere steden doorheen het land. De ‘verontwaardigden’ zijn terug en hebben nog heel wat redenen om verontwaardigd te zijn. De dieper wordende crisis van het Spaanse kapitalisme en de stortvloed van besparingen en aanvallen op de levensstandaard leidt tot protest en radicalisering. Er zijn verkiezingen gepland op 20 november. De enorme betogingen van afgelopen zaterdag maakten duidelijk dat de arbeiders, jongeren en werklozen niet vertegenwoordigd worden door de gevestigde partijen.
Na het uitbreken van een massale beweging na de betogingen van 15 mei voor ‘echte democratie’ kwam het tot pleinbezettingen en massale bijeenkomsten in steden en wijken. De M15-beweging, zoals deze nu wordt genoemd, heeft een diepere ingang gevonden in de Spaanse samenleving. De vergaderingen zijn misschien niet meer zo groot, maar ze vinden nog plaats in de belangrijkste steden. Na het massale protest in mei en juni richtte de beweging zich naar de wijken, waarbij honderden pogingen werden voorkomen om mensen die hun hypotheek niet konden afbetalen uit hun huis te zetten. Dat leidde tot massale blokkades waarbij de betrokken gezinnen werden beschermd. Afgelopen zaterdag werd het bewijs geleverd dat de beweging nog honderdduizenden kan mobiliseren, de opkomst was vergelijkbaar met 19 juni toen er meer dan een miljoen betogers waren. Alleen werden de betogers nu vervoegd door honderdduizenden anderen op alle continenten.
Het enorme verzet tegen de brutale besparingen van de PSOE (sociaaldemocratie) en PP (conservatieven) in de federale en regionale regeringen omvatte onder meer een strijd van de leraars tegen de ondermijning van hun arbeidsvoorwaarden. Dit heeft een grote impact gehad op de beweging. De vele jonge betogers stonden niet alleen, er waren ook heel wat oudere arbeiders en antibesparingsactivisten die op straat kwamen. Samen protesteerden ze tegen de harde besparingen en eisten ze gratis en degelijk onderwijs, gezondheidszorg en diensten. Dergelijke eisen zijn van cruciaal belang om de beweging verder te ontwikkelen als een massale kracht die de oppositie in de samenleving kan verenigen in een massastrijd die een alternatief op het besparingsbeleid en de massale werkloosheid naar voor kan brengen.
Socialismo Revolucionario (het CWI in Spanje) nam deel aan de betogingen in diverse steden. We pleitten er daar voor om met de beweging na 15 oktober te mobiliseren voor meer effectieve acties door van onderuit te bouwen aan een algemene staking als volgende stap. Deze beweging kan een machtig instrument zijn voor de werkende bevolking om de vakbondsleiders tot actie aan te zetten om de belangen van de meerderheid van de bevolking te verdedigen. De algemene vergaderingen moeten nu opnieuw ‘opgevuld’ worden en uitbreiding kennen naar de werkplaatsen om de economie plat te leggen en de echte macht van de meerderheid te laten voelen. Gewapend met een alternatief politiek programma waarin wordt opgeroepen tot het democratische publiek bezit van de banken en de sleutelsectoren van de economie, kan deze beweging geschiedenis maken door de mogelijkheid van een succesvolle strijd waarmee een einde wordt gemaakt aan het rotte systeem om een echte democratie te vestigen.
Portugal: 100.000 in Lissabon
Er waren naar schatting 100.000 betogers in Portugal met nog eens 20.000 in Porto en ook elders waren er duizenden betogers. Wekenlang werd campagne gevoerd om te mobiliseren naar de betogingen, activisten van Socialismo Revolucionario (het CWI in Portugal) waren daar actief bij betrokken. Tienduizenden betogers stormden voorbij de oproerpolitie om de trappen naar het parlement in Lissabon te bezetten, een beeld dat niet meer was gezien sinds de Portugese revolutie van 1974.
Het protest deed inspiratie op bij de beweging van indignados in Spanje die met massaprotesten, pleinbezettingen en algemene vergaderingen stedelijke centra lam legden en een brede steun van de bevolking konden opbouwen. Heel wat van de Portugese indignados willen ook hier een beweging uitbouwen. Na de betoging in Lissabon was er een algemene vergadering met 10.000 aanwezigen waar werd beslist om in het stadscentrum een tentenkamp op te zetten en een nieuw massaprotest te houden op 26 november. De vergadering werd ook toegesproken door vakbondsmilitanten, waaronder leden van Socialismo Revolucionario, om op te roepen voor een massale en democratisch georganiseerde algemene staking als onderdeel van een massabeweging om de regering en het besparingsbeleid van de Trojka te bestrijden. De vakbondsleiders van de CGTP moesten gevolg geven aan de druk van de jongeren in revolte. Ze kondigden de dag voor de betoging aan dat hun actieplan een algemene staking zou omvatten. Er kwam zelfs een verklaring van de ‘vereniging van sergeanten’ uit het leger dat deze soldaten aan de kant van de bevolking staan in de strijd tegen de besparingen. De verklaring waarschuwde voor een “revolutie”.
De hoofdzakelijk jonge betogers haalden in hun slogans en spandoeken uit naar de aanval op de levensstandaard die wordt uitgevoerd door de regering die de dictaten van de Trojka volgt. In de aanloop naar het protest kondigde de regering nog nieuwe besparingsmaatregelen aan, waaronder het opdrijven van de arbeidsduur in de publieke sector en nieuwe aanvallen op de lonen. De beweging moet zich nu opbouwen met algemene vergaderingen en massale acties om brede lagen van de bevolking te organiseren. Dat kan een cruciaal element zijn in de strijd tegen de vernietiging van de economie, de levensstandaard en de toekomst van de arbeiders en jongeren.