Het Midden-Oosten. The times they are a-changin’

Met MENARG (Middle East & North Africa Research Group) beschikt de Gentse universiteit over een kritische en goed geïnformeerde onderzoeksgroep die de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika op de voet volgt. De analyses van leden van deze groep halen regelmatig de opiniepagina’s van diverse media. Het boek ‘Het Midden-Oosten. The times they are a-changin’ brengt nu een deel van deze analyses bijeen. Sami Zemni tekent voor de redactie, maar het boek bevat ook bijzonder sterke bijdragen van onder meer Brecht De Smet, Koenraad Bogaert,…

Het boek brengt een overzicht van het revolutionaire proces in verschillende landen: Tunesië, Egypte, Marokko, Libië, Syrië, Jemen, Palestina, Israël, Jordanië,… Daarbij wordt vertrokken van revolutie als ‘de directe inmenging van de massa’s in het historische gebeuren’ (dixit Trotski) en wordt de historische, sociale en economische context geschetst.

Het opvoeren van het neoliberaal offensief de afgelopen decennia blijkt een centraal element in het aanwakkeren van het revolutionaire proces te zijn. Het heeft echter niet alleen tot ongenoegen geleid, maar ook tot het versterken van religieuze en etnische verdeeldheid. In bepaalde gevallen zorgde het voor elementen van desintegratie met een mogelijkheid van een terugkeer van tribale elementen.

Het boek is bijzonder lezenswaardig als algemene achtergrond bij wat vandaag in de regio gebeurt. Niet alle auteurs zitten op een zelfde politieke lijn, zo brengt professor Doom allerhande argumenten om kritisch te staan tegenover de militaire interventie in Libië maar geeft hij er uiteindelijk wel steun aan. Het ontbreekt in sommige bijdragen aan een klassenanalyse of toch alleszins aan de consequenties ervan: hoe fundamentele verandering bekomen en welke verandering is dat dan?

Maar de algemene achtergrond die wordt geschetst, is bijzonder nuttig en noodzakelijk voor een beter begrip. Dit soort informatie ontbreekt maar al te veel in de gevestigde media. Dat verklaart het eenzijdige beeld dat we van de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika krijgen, maar ook het feit dat de golf van opstanden en revoluties voor zovelen als een verrassing kwamen. Een grondiger analyse is ook nuttig om perspectieven te hebben voor wat gaat komen.

Op het eerste gezicht hebben de revoluties tot niet veel geleid. De oude dictators in Tunesië en Egypte zijn verdwenen, maar vervangen door islamisten. Hebben de helden van de revolutie daarvoor gestreden? De auteurs leggen gedetailleerd uit dat de revolutionaire golf van 2011 slechts een startschot was die een streep onder het verleden heeft getrokken. De vele elementen van ongenoegen die aan de basis van die golf van protest lagen, blijven aanwezig en worden aangevuld met ervaringen uit de strijd waarmee Ben Ali en Moebarak ten val werden gebracht. Dat biedt een basis om de onvoltooide revoluties verder te zetten.

Ook in landen waar het revolutionaire proces nog niet zo ver gevorderd was, is er een enorm potentieel. In landen als Jordanië die amper in het nieuw komen, kampt de meerderheid van de bevolking met de rampzalige gevolgen van het neoliberale offensief van de afgelopen decennia. Het hoofdstuk over Jordanië brengt een interessant voorbeeld van het beleid van het stadsbestuur van Amman waar managers werden aangetrokken voor prestigeprojecten terwijl de meerderheid van de bevolking het steeds slechter heeft.

Uit het boek blijkt het potentieel voor een nieuwe golf van verzet en revoluties, maar er wordt terecht ook gewezen op de complicaties. De etnische en religieuze tegenstellingen aangewakkerd door buitenlandse interventies kunnen leiden tot burgeroorlogen die het moeilijker maken om de werkende bevolking en de onderdrukten te verenigen in een strijd voor een breuk met het kapitalisme. In Egypte was de eenheid tussen moslims en Koptische christenen een van de sterke elementen die eigen was aan de opgaande fase van de revolutionaire beweging. Het maakte een verdeel-en-heerspolitiek moeilijker. Waar die politiek wel terrein kan winnen, heeft het rampzalige gevolgen voor de bevolking. Dat is wat onder meer in Syrië blijkt.

Vele complicaties waren eerder al bekend en doorgaans was het beeld dat wij via de gevestigde media van de regio kregen beperkt tot die complicaties. De golf van revoluties – ‘het spook van Tahrir’ – heeft een totaal andere boodschap centraal op de agenda gezet. In het slothoofdstuk stelt Koenraad Bogaert terecht vast: “Het politieke karakter en het open en onvoltooide karakter van het recente sociale verzet herbergen een enorm potentieel. Miljoenen mensen over de hele wereld werden gepolitiseerd en waren enthousiast over concrete acties, sociaal engagement en alternatieve verklaringen en antwoorden.” Het potentieel van verzet en strijd tegen het kapitalistische systeem dwingt ons tot optimisme, ook al blijven er veel complicaties die moeten aangepakt worden opdat de revolutionaire golf kan voltooid worden.

 

Komende woensdag: ‘Marxistische discussie-avond’ in Gent (lokaal 1.40 Blandijn om 19u30) met Brecht De Smet