Op donderdag 7 maart waren er bijna een miljoen betogers in de straten van Caracas. Deze massa kwam op straat om een laatste groet te brengen aan een man die symbool werd voor het politieke proces dat aangaf dat het mogelijk is om het neoliberale dictaat te verwerpen en een beleid te voeren waarin er ook aandacht is voor de armsten.
Chavez werd gehaat door de rechterzijde omdat hij het idee dat de overheid het recht heeft om de economie te controleren en erin tussen te komen nieuw leven in blies. Door de massa’s werd hij op handen gedragen omdat hij de olie-inkomsten aanwendde om te investeren in sociale projecten, onder meer op vlak van gezondheidszorg en onderwijs. Chavez zal de geschiedenis ingaan als een bron van inspiratie voor jongeren en werkenden doorheen de wereld. In een tijdperk waarin het allemaal besparingen zijn die de klok slaan, ging een enorme aantrekkingskracht uit van het beleid van Chavez die daar niet in mee stapte.
De afgelopen jaren heeft Chavez het idee opnieuw gevestigd dat het mogelijk is om te bouwen aan een socialistische samenleving als alternatief op de kapitalistische chaos. We moeten ervoor zorgen dat dit idee niet samen met Chavez verdwijnt. De periode van rouw in Venezuela moet worden omgevormd tot een nieuwe etappe van arbeidersstrijd voor socialisme in Venezuela en daarbuiten.
Een nieuwe periode
Venezuela komt in een nieuwe fase terecht. Het is moeilijk te voorspellen welk scenario het meest waarschijnlijke is. Op korte termijn ziet het er naar uit dat Nicolas Maduro, de vice-president onder Chavez en vervolgens interim president, als kandidaat van de PSUV (de partij die door Chavez werd opgezet) de presidentsverkiezingen van 14 april zal winnen. De steun voor het beleid van Chavez en de afkeer voor de rechterzijde zorgen ervoor dat de verworvenheden van de afgelopen jaren niet zomaar uit handen gegeven worden.
Maar de rechterzijde loopt zich wel warm. Het klopt dat de kracht van de Venezolaanse massa’s en het toegenomen klassenbewustzijn in de samenleving het Venezolaanse patronaat en haar politieke lakeien geen deugd heeft gedaan. Sommigen dachten hierdoor zelfs dat het patronaat en de rechterzijde volledig van de kaart was geveegd. Ondertussen heeft de rechterzijde geduldig gewerkt aan een heropbouw, zowel op electoraal vlak als op straat.
Afhankelijkheid van olie in kapitalistische economie
De ergste fout van het Chavisme is de poging om tegen gelijk welke prijs compromissen en allianties met de burgerij te willen sluiten en niet definitief met het kapitalisme te breken. Het economische beleid van het Chavisme bestaat dan wel uit een toename van de overheidstussenkomsten, maar tegelijk wordt plaats gelaten voor een kapitalistische economie. De uitbuiting blijft hierdoor in stand en de kapitalisten behouden het overgrote deel van de economische macht. Het project van het ‘socialisme in de 21e eeuw’ bleef beperkt tot een slogan zonder dat het in de praktijk werd omgezet. Uiteraard juichen wij alle sociale maatregelen toe, maar zonder breuk met het kapitalisme zullen ze onder vuur komen te liggen.
Er is een bijzonder grote afhankelijkheid van de olie-inkomsten. Bij een daling van de olieprijzen zijn tal van sociale projecten meteen bedreigd. De afgelopen jaren is de bijdrage van het oliebedrijf PDVSA aan sociale projecten overigens al met 30% afgenomen.
Boli-bourgeoisie en bureaucratie
Het bestaan van een bureaucratie en Boli-bourgeoisie binnen de Chavista-beweging vormt eveneens een groot gevaar. De Boli-bourgeoisie bestaat uit een deel van de vroegere elite die winstmogelijkheden zag door zich bij het Chavisme aan te sluiten en daarnaast ook uit een laag van ‘nieuwe rijken’ die de afgelopen jaren een geprivilegieerde positie heeft uitgebouwd. Deze laag heeft niets met socialisme te maken, ze hoopt vooral om de nieuwe kapitalistische klasse te worden.
De bureaucratie heeft eveneens andere belangen dan die van de arbeiders en armen. De bureaucratie wil de eigen privileges behouden en uitbreiden. Dat is enkel mogelijk met een evenwichtsoefening. Enerzijds moet ze verhinderen dat de rechterzijde terug aan de macht kom, maar anderzijds moet iedere vorm van arbeidersdemocratie worden vermeden. Dat zou immers de parasiterende positie van de bureaucratie bedreigen.
De afwezigheid van een onafhankelijke en bewuste organisatie van de arbeidersklasse is de belangrijkste zwakte in Venezuela vandaag. Zo’n organisatie zou doorheen de strijd organen van arbeidersdemocratie ontwikkelen en zich aan het hoofd van het revolutionaire proces plaatsen om het tot de logische conclusies te brengen, de socialistische revolutie. In plaats daarvan is er nu een Chavista-beweging waar de centrale leiding de touwtjes strak in handen heeft zonder enige reële controle vanwege de arbeidersklasse. Dat opent ruimte voor bureaucratische methoden, een steeds autoritairder optreden en meer repressie.
De steun voor socialisme omzetten in de realiteit
Om de verworvenheden van de afgelopen jaren te behouden en uit te breiden, is eenheid van de arbeiders en armen meer dan ooit nodig. Als de massa’s de ontwikkelingen niet zelf in handen nemen, dan komt er wellicht een ontmanteling van de verworvenheden. Dat kan door een machtsovername door de rechterzijde of door rechtse elementen binnen de Chavista-beweging. Het is niet mogelijk om de sociale maatregelen van de afgelopen jaren te behouden zonder te breken met het kapitalisme.
Wij denken dat het nog steeds mogelijk is dat er een radicalisering komt waarbij de massa’s hun toekomst zelf in handen nemen en de brede steun voor socialisme omzetten in een strijd voor een echt socialistisch beleid. Daartoe is er nood aan een socialistisch programma.
Een socialistisch programma
Een goed begin van een socialistisch programma zou volgende eisen omvatten:
- Invoering van echte arbeidersdemocratie met comités van verkozen en afzetbare vertegenwoordigers die de dagelijkse werking van de bedrijven controleren. Het openen van de boekhouding van alle bedrijven – ook genationaliseerde bedrijven – zodat comités van arbeiders deze kunnen controleren en een einde stellen aan corruptie en de wortels van de bureaucratie worden bestreden.
- Deze comités moeten met elkaar verbonden zijn op het niveau van hun stad, regio en op nationaal vlak. De overheidsbedrijven moeten beheerd worden op basis van democratische arbeiderscontrole. De raad van bestuur van dergelijke bedrijven moet bestaan uit verkozen vertegenwoordigers van de arbeiders in het bedrijf, bredere lagen van de arbeiders en armen en van een regering van arbeiders en boeren.
- Alle vertegenwoordigers moeten verkozen worden en op elk moment afzetbaar zijn. Ze mogen niet meer verdienen dan het gemiddelde loon van een geschoolde arbeider.
- Onteigening van de banken, multinationals en de 100 rijkste families die vandaag nog steeds de Venezolaanse economie controleren. De invoering van een democratisch socialistisch plan van productie en distributie.
- De vorming van een onafhankelijke en democratische vakbondsfederatie met een verkozen leiding die verantwoording verschuldigd is aan de basis.
De strijd voor zo’n programma is vandaag erg dringend om de Venezolaanse revolutie een nieuwe adem te geven en te vermijden dat er stagnatie komt met een steeds grotere dreiging van contrarevolutie.