Solidariteit is belangrijk om de Turkse betogers te laten zien dat de wereld toekijkt

Europarlementslid Paul Murphy was afgelopen weekend in Turkije om deel te nemen aan de protestbeweging tegen het autoritaire regime van Tayyip Erdogan. De acties afgelopen weekend waren massaal, er was sprake van meer dan een miljoen betogers. Paul schreef een column voor de Ierse krant ‘The Journal’ waarvan hieronder een vertaling.

“Zelfvertrouwen is als een virus”, stelde Eser Sandiki, een jonge lerares en socialistische activiste op het bezette Taksim plein vrijdagavond. Haar woorden gaan niet alleen op voor Taksim, maar voor het hele land waar het autoritaire regime van Erdogan met een opstand wordt geconfronteerd.

In meer dan 70 steden waren er massale protestacties en bezettingen met meer dan een miljoen betogers. Heel wat van deze bezettingen worden omsingeld door barricades die de betogers opwierpen met bouwmateriaal en uitgebrande politievoertuigen. De bezettingen zijn ‘politievrije’ zones. Binnen de barricades zijn er raden van vrijwilligers opgezet om de verspreiding van voedsel, water, kinderopvang, veiligheid en eerste hulp te organiseren.

Vandaag [zaterdag] stond het volledige Taksimplein vol. Er was een grote betoging en mensen bleven uit alle straten toestromen, sommigen schatten het aantal betogers op 300.000.

Het antwoord van premier Erdogan was brutaal. De politie reageerde hardhandig op de betogers en er werd heel wat traangas ingezet, tenten van bezetters werden in brand gestoken en undercover agenten vielen betogers met messen en stokken aan. Volgens de laatste schatting van de Turkse Gezondheidsassociatie vielen er meer dan 4.000 gewonden. Wellicht is dat een onderschatting. Drie mensen kwamen om het leven.

Het fysieke geweld gaat gepaard met een retoriek waarbij de betogers worden afgedaan als ‘capulcu’ (leeglopers). De betogers reageren met borden waarop ze slogans zetten als ‘we zijn allemaal capulcu’ en er kwam zelfs een online televisiekanaal ‘Capulcu TV’. Erdogan viel de sociale media aan en omschreef Twitter als ‘een bedreiging voor de samenleving’.

De reden is duidelijk. Donderdag pakten zes dagbladen uit met exact dezelfde titel op de voorpagina. De televisie toonde een documentaire over pinguins. En dat terwijl de politie de betogers op Taksim aanviel en videobeelden daarvan de wereld rond gingen.

De druppel die de emmer deed overlopen

De druppel die de emmer deed overlopen was de poging om met bulldozers het Gezi park in Istanbul plat te leggen en een van de weinige groene publieke plaatsen in het stadscentrum te vervangen door een winkelcentrum. Dit was “de laatste druppel die de emmer deed overlopen”, stelde Mucella Yapici van Taksim Solidariteit.

Mucella is een architecte en beschreef de “plundering van de stad” de afgelopen jaren. Alle publieke plaatsen verdwenen, de arbeiders werden uit hun huizen verjaagd om plaats te maken voor rijkere inwoners die onder meer worden aangetrokken met prestigeprojecten zoals de geplande derde luchthaven en een derde brug over de Bosporus.

Dit proces heeft vooral de bouwsector goed gedaan, sommigen in die sector staan erg dicht bij de heersende AKP en hebben zich kunnen verrijken. De reorganisatie van de stad heeft ook geleid tot aanvallen op historische gebouwen die de seculiere tradities van Turkije vertegenwoordigen.

Een andere factor is het historische belang van het Taksim plein voor de arbeidersbeweging. Op 1 mei 1977 werden 34 arbeiders die de internationale dag van de arbeid vierden vermoord toen de politie op de betogers schoot.

Dit jaar was er geen toelating om op 1 mei op Taksim te betogen. Samen met het steeds agressievere autoritaire karakter van de regering-Erdogan – met ook pogingen om conservatieve beperkingen op de verkoop van alcohol op te leggen – zorgde dit voor een voedingsbodem voor deze sociale explosie.

Protest tegen de regering

De betogers brengen vijf centrale eisen naar voor:

  • Geen bouwproject in Gezi park
  • Afzetting van de politieverantwoordelijken en de minister van binnenlandse zaken, de verantwoordelijken voor het brutale politiegeweld
  • Een verbod op het gebruik van traangas
  • Geen beperkingen voor het gebruik van publieke ruimten voor protest
  • Vrijlating van al wie bij de acties werd opgepakt

Dit zijn de vijf officiële eisen, maar de meest populaire slogan die 24 uur per dag te horen is – en niet alleen op het Taksim plein – is ‘Tayyip Istifa’ (Tayyip [Erdogan]: ontslag). Het wordt vaak gevolgd door een slogan die duizenden mensen doet springen: “Al wie niet springt, steunt Erdogan”. De beweging is uitgegroeid tot een protest tegen de regering en voor democratische rechten en vrijheden.

Bij de acties zijn honderdduizenden mensen voor het eerst actief geworden. Een onderzoek onder betogers op Taksim gaf aan dat 57% nooit eerder aan acties had deelgenomen en 70% gaf aan geen specifieke voorkeur voor een politieke partij te hebben.

De beweging heeft niet alleen mensen op de been gebracht die voorheen nog nooit betoogd hadden, er waren ook ongewone bondgenootschappen. Zo kwamen de ultra’s van de drie grootste voetbalploegen van Istanbul – Besiktas, Fenerbahce en Galatasaray – samen om de betogers te beschermen tegen de politie.

De betogers worden vervoegd door activisten van de linkse partijen en vakbonden, die hebben heel wat ervaring met de repressie door de Turkse staat. Feministen en holebi-activisten zijn uitdrukkelijk aanwezig en verzetten zich tegen iedere poging om seksistische slogans te riepen.

Op het Taksim plein wapperen vlaggen van de Koerdische leider Ocalan naast Turkse nationalistische vlaggen. De ervaring met politierepressie en mediacensuur heeft een aantal Turkse activisten doen nadenken over de onderdrukking van de Koerden.

De politie heeft het voorlopig opgegeven om Taksim plein terug in te nomen. Maar het massale geweld in Ankara en andere steden gaat gewoon door. Zaterdagavond trok ik met Turkse activisten naar de arbeidersbuurt Gazi waar 400.000 hoofdzakelijk Koerden en Alevieten wonen.

Daar zag ik een grootschalig straatgevecht met ongeveer 10.000 arbeiders die een confrontatie met de politie aangingen. Er werd traangas afgevuurd en ook het waterkanon werd ingezet. Enkele dagen geleden werd de 19-jarige Turan Akbas hier zwaar gewond.

Samen met negen anderen ligt hij nog steeds in kritieke toestand in het ziekenhuis. Voor de inwoners van Gazi en vele anderen gaat deze opstand over decennia van repressie, politiegeweld en een gebrek aan democratische rechten.

Hoe verder?

Het is niet duidelijk hoe het nu verder zal gaan. Erdorgan heeft een agressieve positie ingenomen, ook al zijn er meer verzoenende stemmen in het establishment. Zaterdag was er een bijeenkomst van de leiding van de AKP waarop vervroegde verkiezingen werden uitgesloten. De partij besliste om komende zaterdag en zondag grote bijeenkomsten te houden om de eigen aanhangers te mobiliseren. Op het Taksim plein gaat het gerucht rond dat de politie het plein de komende dagen terug wil innemen.

Als dat gebeurt, zal de politie op vastberaden verzet stuiten. De Turkse arbeiders en jongeren hebben hun macht gevoeld. Ze zullen hun controle over een publieke ruimte niet zomaar afgeven zonder strijd. Velen bestuderen actief de lessen van de revoluties in Egypte en Tunesië om te vermijden dat er een terugval is.

De geest is uit de fles voor de regering-Erdogan. Deze opstand heeft het potentieel om een revolutionaire beweging te worden die de regering ten val kan brengen en de mogelijkheid van radicale democratische en socialistische verandering op de agenda kan zetten. Solidariteitsacties zijn van cruciaal belang zodat de betogers in Turkije weten dat ze niet alleen zijn, maar dat de hele wereld toekijkt.