Frankrijk: “Ideologische crisis en een verwerping van het volledige systeem”

Algemeen verzet tegen Arbeidswet

26522934823_bd43778bb6_o

De nieuwe Franse Arbeidswet heeft geleid tot enorm sociaal verzet. De frontale aanval op de arbeidsvoorwaarden veroordeelt een groot deel van de werkenden tot levenslange onzekerheid (zonder stabiele arbeidsovereenkomsten en zonder echte collectieve r

De regering rekende op een strakke parlementaire behandeling om de wet zo snel mogelijk door te drukken. Maar de mobilisaties bleven zich na de eerste actiedag van 9 maart opstapelen. Jongeren speelden toen een prominente rol en het zou niet anders zijn in de beweging die volgde. De woede wint nog aan kracht. Peilingen geven aan dat meer dan 70% zich tegen de nieuwe arbeidswet keert.

Dat is weinig verrassend. Het centrale doel van het project is om lokale akkoorden in de bedrijven voorrang te geven op nationale overeenkomsten. Daartoe wordt de Arbeidswet van 1910 aan de kant geschoven. Het zou de werkenden volledig onderwerpen aan de belangen van de werkgevers, naar het model van de Verenigde Staten waar er geen collectieve garanties zijn  en alle voorwaarden bepaald worden door het contract tussen de werkgever en zijn ondergeschikte. Het gaat om een volledige contrarevolutie in de arbeidswetgeving. Bovendien is het duidelijk dat de regering en het patronaat het hierbij niet willen laten. Als ze erin slagen om dit te laten passeren, zullen er nog ergere maatregelen volgen.

De regering was niet zeker van een parlementaire meerderheid en besloot op 10 mei om artikel 49, alinea 3 van de Grondwet in te roepen. Dit artikel laat toe om een wetsvoorstel door te drukken zonder parlementaire stemming (maar met een discussie erover in de Senaat). De ironie van de geschiedenis wil dat 10 mei ook de datum van de overwinning van François Mitterand bij de presidentsverkiezingen van 1981 was, een overwinning op basis van beloften van radicale hervormingen in het belang van de werkenden. Op 10 mei 2016 overtuigde de Franse PS de laatste twijfelaars van het feit dat het een slaafse lakei van het patronaat is.

Deze forse opstelling van de regering nog voor het parlementaire debat komt er amper vijftien maanden nadat de regering dezelfde regeling moest inroepen om de wet-Macron (met onder meer een versoepeling van nachtarbeid en werk op zondag) erdoor te krijgen. De regering hoopt zo de mobilisaties te stoppen. Maar de woede tegenover deze manier van handelen is net koren op de molen van diegenen die na de verschillende actiedagen denken dat er meer nodig is dan betogingen en dat het land moet platgelegd worden.

Enkele dagen later stelde een buschauffeur uit Toulouse in een nieuwsuitzending van France Culture: “Een kleine vonk volstaat om alles los te maken. Aan de vooravond van mei 1968 dacht ook niemand dat er monsterbetogingen en bedrijfsbezettingen zouden komen. De bevolking kan op elk ogenblik wakker worden.” Dergelijke getuigenissen tonen aan dat er iets grondig veranderd is in het land. Dat is waar de regering, het patronaat en de gevestigde media zo bang van zijn. Ze proberen allemaal de aandacht af te leiden en hebben het enkel nog over gewelddadige incidenten in de marge van de betogingen, incidenten waar de ‘ordediensten’ overigens een grote verantwoordelijkheid voor dragen. Op die manier hopen ze de radicalisering onder de gewone werkenden te stoppen.

Stakingen in alle sectoren

Nog voor het inroepen van artikel 49.3 door de regering, diende de gezondheidscentrale van de vakbond SUD een stakingsaanzegging voor 45 dagen in bij de ziekenhuizen, de vakbond CGT diende een stakingsaanzegging van twee keer 15 dagen in en de overkoepeling van de vakbondsfederaties (CFTC, FO, CGT, SUD) riep op tot stakingsdagen tegen zowel de arbeidswet als het plan om 22.000 jobs in de gezondheidszorg te schrappen. Naast de arbeidswet zijn er immers nog tal van andere aanvallen op de werkenden. Zo ligt het spoor onder vuur: het statuut van het personeel wordt met dat van de privésector gelijkgesteld en er wordt een privatisering gepland waarbij 30% van het personeel verdwijnt. Ook de kunstsector deelt in de klappen: de werkloosheidsverzekering voor tijdelijk personeel in de sector is bedreigd, en de landbouwers klagen over de onhoudbare druk door de banken.

De automobielsector werd getroffen door de grootste ontslagrondes van de afgelopen jaren. De invoering van het nieuwe concept ‘Push to Pass’ bij Peugeot (een project om de productiviteit op te voeren) zal de werkdruk verder opvoeren en vormt een precedent voor andere fabrieken. Twee onderaannemers in de automobielsector moesten na stakingen van het personeel premies van 200 euro en andere toegevingen doen. Overwinningen zijn dus mogelijk, zelfs indien de strijd niet makkelijk is.

De actiedag van 17 mei vormde een keerpunt in de strijd. Het begin van een dagelijks hernieuwbare staking in de raffinaderijen (met dagelijkse algemene vergaderingen op de middag om over de verderzetting van de staking en de organisatie van de piketten te beslissen), de blokkade van de havens en de filterblokkades door truckers rond de grote steden, … hebben de sfeer veranderd. In verschillende strategische sectoren is de kwestie van hernieuwbare stakingen gesteld. Bij het spoor roept de CGT op tot een staking op elke woensdag en donderdag van de week en SUD-Rail wil staken van 17 mei tot 11 juli.

Op het ogenblik dat deze krant ter perse gaat, is een verdere uitbreiding van de strijd aan de orde. Wekenlang kwam de overkoepeling van de vakbonden op nationaal vlak niet verder dan één ernstig voorbereide actiedag, die van 31 maart toen meer dan een miljoen betogers de straat op trokken. Het was overigens ook op dat ogenblik dat het fenomeen ‘Nuit Debout’ het levenslicht zag.

Naar een algemene staking

Het is belangrijk om alle stakingen in de bedrijven te ondersteunen en te ontwikkelen om zo de productie en dus de winsten van de grote bedrijven te blokkeren. We moeten toeslaan waar dit het meeste pijn doet: in de beurs van de werkgevers die aandringen op de nieuwe Arbeidswet. De onderhuidse woede in de Franse samenleving moet gecoördineerd worden en samenkomen in de bewuste opbouw van een beslissende krachtsverhouding. Dat is ook hoe we de werkenden en de jongeren die nu nog twijfelen kunnen meetrekken met de acties.

Deze discussie is overal aanwezig, onder meer in de beweging ‘Nuit Debout’. Daar zijn er spanningen tussen diegenen die vooral willen experimenteren met nieuwe vormen van democratische discussies en diegenen die een brug willen maken naar de arbeidersbeweging, de enige sociale kracht die de volledige economie kan platleggen door het stakingswapen in te zetten. Die band met de arbeidersbeweging is belangrijk om verschillende strijdbewegingen samen te brengen. Dit betekent zeker niet dat de kwestie van democratische discussies aan de kant moet geschoven worden, integendeel! Maar er moeten concrete doelstellingen zijn voor de eisen en de acties die we voeren. We moeten daar samen democratisch over beslissen.

De toename van het aantal algemene vergaderingen en democratische strijdcomités in de bedrijven, onder meer om over de stakingsacties te beslissen, maar ook onder scholieren en studenten of op pleinen zoals met Nuit Debout, is belangrijk om ervoor te zorgen dat de werkenden en jongeren hun eigen strijd in handen nemen. Het maakt het moeilijker om de strijd te stoppen op basis van een of ander rot akkoord tussen de regering en een of meerdere vakbondsleidingen.

Internationaal verzet

De aanval op de arbeidswet en op de collectieve arbeidsovereenkomsten is niet tot Frankrijk beperkt, we zien gelijkaardige voorstellen doorheen Europa. Ook bij ons in België is dit een belangrijk onderdeel van de regeringsvoorstellen. Het actieplan van de vakbonden in België kan een inspiratie zijn voor de beweging in Frankrijk, net zoals de vele algemene vergaderingen en personeelsvergaderingen op de werkvloer die we in Frankrijk zien ook hier van belang zijn. Het is cruciaal om te vermijden dat de beweging net zoals na de algemene staking van 15 december 2014 zomaar door de vakbondsleidingen wordt stilgelegd.

Een andere belangrijke kwestie langs beide kanten van de grens: deze van een politiek alternatief op het beleid van de regeringen van de rijken, of die nu geleid worden door de PS zoals in Frankrijk of door rechts in België. Het ontbreekt ons aan een massa-instrument, een politieke kracht van de werkenden en de jongeren om het verzet tegen de besparingen te verenigen. Dit mag niet op basis van exclusieven, maar het moet gericht zijn op het democratisch verdedigen van de belangen van de overweldigende meerderheid van de bevolking tegen de inhaligheid van de superrijken en de politici die in hun dienst staan. Het vereist ook een duidelijk alternatief op het kapitalisme. Verkiezingen zijn belangrijk maar mogen de concrete organisatie van massastrijd niet naar het achterplan verdrijven.