Jongerenorganisaties traditionele partijen krijgen elk minstens 55.000 euro

De jongerenorganisaties van de traditionele partijen worden doorgaans niet gekenmerkt door veel activiteit. Toch hebben alle traditionele partijen een jongerenstructuur en krijgt deze heel wat middelen van de overheid. Ook de komende jaren (2010-2012) blijven de vetpotten bestaan. Ze krijgen elk minstens 55.000 euro per jaar. Een alternatieve jongerenorganisatie die wel actief is, zoals de Actief Linkse Studenten, doet het zonder dergelijke subsidies.

 

Een opvallend gegeven bij het toekennen van de subsidies voor de komende jaren is de vaststelling dat minister Smet blijkbaar zowat op zijn eentje kan beslissen hoeveel hij uitdeelt. Het feit dat ook zijn voorganger als minister van jeugd dit kon, verklaart wellicht waarom de voormalige jongerenafdeling van Spirit zoveel geld krijgt. De vorige minister van jeugd was namelijk Bert Anciaux. Tegenwoordig noemt Spirit SLP (uiteraard niet te verwarren met LSP!), en de jongerenorganisatie L². Die zal moeten inleveren: in de plaats van 90.291 euro per jaar blijft er nog 63.204 euro per jaar binnenstromen.

Vreemd genoeg is dat meer dan de jongeren van onder meer VLD en N-VA. De grootste pot is er voor de CD&V-jongeren die 168.000 euro per jaar krijgen. Daarna volgt Animo (SP.a) met 101.500 euro en dan L² net voor Jong VLD en vervolgens de andere jongeren organisaties. Op welke basis deze bedragen worden verantwoord, is ons niet duidelijk.

De hoogte van het bedrag zou volgens de minister bepaald worden aan de hand van de “kwaliteit van hun dossiers”. Dat was ook de basis voor een advies door de Vlaamse administratie Jeugd, waar men tot het voorstel kwam om alle verenigingen het minimumbedrag van 55.000 euro per jaar te geven. Minister Smet volgde dat advies niet en besliste om minstens 70% van het vorige budget te geven.

Dit soort subsidiëring is natuurlijk bizar en doet al snel denken aan favoritisme. Daarnaast maakt de hoogte van het bedrag duidelijk dat deze politieke jongerenorganisaties volledig afhankelijk zijn van subsidies en dus van middelen van de gemeenschap. Wellicht daarom dat ze heel wat tijd steken in het opmaken van hun volgende dossier om de subsidiëring in stand te houden.

Er zijn ook andere jongerenorganisaties. De Actief Linkse Studenten en Scholieren bijvoorbeeld zijn volledig afhankelijk van het enthousiasme en de inzet van leden en sympathisanten. Op die basis leggen we meer activiteit aan de dag dan een aantal jongerenorganisaties van traditionele partijen. Het biedt bovendien een garantie op een onafhankelijke positie tegenover het establishment.