Publiek-private samenwerking: lasten zijn publiek, lusten privaat

De scholen zijn zelf niet in staat om het ambitieuze bouwprogramma door te voeren waar de Vlaamse regering toe had besloten. Het bouwprogramma is noodzakelijk omdat de infrastructuur er na jarenlange verwaarlozing niet bepaald goed aan toe is. Aan de hand van publiek-private samenwerking (PPS) zouden 221 nieuwe gebouwen worden opgetrokken. Nu blijkt echter dat wat wij altijd al stelden, dat PPS enkel goed is voor de private partners en de gemeenschap meer kost, correct is. De scholen die zich in het project hadden ingeschreven, zijn geschrokken door de kosten. Ze zouden 80% tot 120% van hun werkingsmiddelen dertig jaar lang aan het project moeten besteden. De overheid zou zelf moeten investeren in infrastructuur waardoor jongeren in optimale omstandigheden een opleiding kunnen genieten. Waarom moeten private partners daar winsten op boeken? Of werd gedacht dat die bedrijven uit “vrijgevigheid” en “gemeenschapszin” zonder winsten zouden bouwen?