Econoom Santiago Niño Becerra: het einde van het kapitalisme

De Spaanse econoom Santiago Niño Becerra is hier niet zo bekend, maar in de Spaanstalige wereld wel. De krant De Tijd bracht afgelopen weekend een uitgebreid dossier over de standpunten van de man die de Spaanse Roubini wordt genoemd. Hij vergeleek de recessie eerder al met de Grote Depressie uit de jaren 1930. Daar voegt hij nu aan toe: “Er is één groot verschil met de Grote Depressie: de huidige crisis luidt het einde van kapitalisme in.”

Op basis van een globaler onderzoek naar de ontwikkeling van de economie en de wereldgeschiedenis stelt de Spaanse econoom nu: “Het huidige economische systeem, het kapitalisme, is aan het einde van zijn levenscyclus gekomen. (…) Het systeem, dat niets anders is dan een manier van werken, is eenvoudigweg uitgeput. Het is op.” De doodsstrijd van het kapitalisme kan volgens Niño Becerra makkelijk 50 tot 60 jaar duren, maar het is opvallend dat hij het wel degelijk over een doodsstrijd heeft en stelt dat sociaal-economische systemen geen stand blijven houden. Dat is een visie die vandaag in kringen van economische analisten zeldzaam is, daar wordt het kapitalisme als systeem nooit in vraag gesteld.

De vele overheidstussenkomsten noemt Niño Becerra het “amfetamine-effect”, namelijk: “Als je aan een uitgeput persoon een amfetaminepil geeft, herstelt hij. Zijn vermoeidheid verdwijnt. Maar de oorzaken van zijn uitputting zijn niet verdwenen. De amfetaminepil lost dat niet op.” De steunmaatregelen hebben volgens de man een “illusie” gecreëerd en tegelijk ook een “afschuwelijke schuld”. En bovendien “zijn die amfetaminepillen die nu rondgestrooid worden niet eens betaald.”

Een echt alternatief op het kapitalisme heeft de econoom niet bepaald, maar het is opvallend dat de beperkingen van het kapitalisme worden omschreven.