Wie nog niet overtuigd was van de nauwe band tussen het onderwijs en het patronaat, zal nu ongetwijfeld wel overtuigd worden. De voormalige Leuvense rector Oosterlinck – vorig jaar baron geworden – wordt immers genoemd als mogelijke opvolger voor Rudi Thomas, de gedelegeerd bestuurder van de werkgeversorganisatie Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).
Tien jaar lang werd de KU-Leuven door Oosterlinck geleid als een echte manager. Nog steeds staat hij aan het hoofd van de Associatie KU-Leuven (een samenwerking tussen verschillende hogescholen en universiteiten), die werd opgericht in het kader van het Bologna-akkoord met de bedoeling onderwijs in Europa ‘competitiever’ te maken.
Door het Bologna-akkoord krijgt de bedrijfswereld een grotere invloed op het onderwijs. Bovendien komt er een onderwijs op twee snelheden: elite-universiteiten voor de rijken en vuilbakscholen voor de rest.
In de doelstellingen die Oosterlinck als voorzitter van het VBO wil bewerkstelligen, vinden we ondermeer een arbeidsduurverlenging en het bepleiten van een nieuw arbeidsethos. Hij stelt dat de sociale zekerheid niet als een verworven recht mag beschouwd worden, we zullen er – aldus Oosterlinck – langer voor moeten werken.
Oosterlinck wil met een nieuw ‘groot verhaal’ het imago van de bedrijfswereld verbeteren, wil vlottere samenwerking tussen universiteiten en bedrijven en bepleit een verdere absolute lastenverlaging (“wie is trouwens de bedenker van het principe dat arbeid belast moet worden?” zo vraag hij zich af).
Uiteraard verwoordt Oosterlinck hiermee de doelstellingen van het patronaat, ter onderdrukking van de arbeidersklasse. Het recht op sociale zekerheid erkent hij niet en hij wil duidelijk de winsten van de bedrijven veilig stellen. Bovendien is een inmenging van de bedrijfswereld in het onderzoek en onderwijs aan universiteiten ronduit ontoelaatbaar. Enkel door te breken met de kapitalistische logica kan deze onrustwekkende trend op lange termijn stopgezet worden.