Vlaams onderwijsminister Vandenbroucke is vastberaden om het hoger onderwijs aan te pakken. Nadat zijn eerdere plannen werden afgeschoten, stelt hij een bijsturing ervan voor. Vandenbroucke gaat 51 miljoen euro extra vragen aan de Vlaamse regering om ervoor te zorgen dat geen enkele instelling (met uitzondering van de KUB) middelen zou verliezen. Op die manier probeert Vandenbroucke het protest te verdelen door de vakbonden en de directies te lijmen met bijkomende middelen.
Vandenbroucke probeert zich tegenwoordig “sociaal” voor te doen. Zo kondigde hij trots aan dat er een soort ‘studiebeurs’ voor kleuters komt. Het gaat effectief om een kleuterbeurs van gemiddeld 60 euro per jaar. In het secundair onderwijs zouden er meer middelen komen voor beurzen. Ook daar gaat het wellicht om kleuterbeurzen, want er wordt amper 10 miljoen euro voor uitgetrokken. De plannen volstonden wel voor enige media-aandacht voor op het eerste gezicht sympathieke maatregelen.
Als een Oxford-liberaal zoals Frank Vandenbroucke op die manier naar buiten komt, is het oppassen geblazen. De studiebeurzen in het secundair worden gekoppeld aan repressieve sancties. De ouders van kinderen die meer dan 30 halve dagen ongewettigd afwezig zijn, zouden de studiebeurs verliezen. Mogelijk wordt die beurs zelfs met terugwerkende kracht teruggevorderd…
Luttele dagen na de kleuterbeurs volgde het voorstel voor de hervorming van het hoger onderwijs. De aanvankelijke plannen werden ondermeer na de protestacties van de afgelopen maanden aangepast. Er komt geen volledige outputfinanciering, voor het eerste studiejaar blijft de input-financiering. Het snoeien in de richtingen wordt overgelaten aan de instellingen zelf, maar de minister houdt een stok achter de deur. Indien er niet voldoende wordt gerationaliseerd, kan hij nog altijd zelf ingrijpen.
Aan de fundamenten van de hervorming verandert niet zo heel veel. De Master-na-Master wordt nog steeds niet gefinancierd, de financiering voor de Bachelor-na-Bachelor wordt gehalveerd, er komen sancties voor studenten die teveel gebuisd zijn (op basis van een ‘studiekrediet’ van 140 punten, daarna kan je je niet meer inschrijven), de concurrentiestrijd tussen de instellingen om middelen wordt ten top gedreven, een instelling als de KUB moet verdwijnen,…
Het belangrijkste punt blijft het tekort aan middelen voor het hoger onderwijs. De outputparameters blijven een marktgericht instrument. Het bevoordeelt de grotere instellingen en het moet een concentratiebeweging op gang brengen. Hoe die concentratie zal gebeuren, wordt opengelaten. Eerder spraken de Leuvense en Gentse associatievoorzitters Oosterlinck en Van Den Bossche reeds over de noodzaak om tot twee of drie universiteiten te komen.
Door te snoeien per richting of opleiding hoopt Vandenbroucke een gelijkaardig resultaat te bewerkstelligen. Alleen laat hij de beslissingen over aan de instellingen zelf. Nogmaals een verdeel-en-heerspolitiek dus. De bedoelingen van Vandenbroucke zijn echter duidelijk: “Er moet een rationalisatie van het aanbod komen”, verklaarde hij in de media. Dat zal leiden tot een onderscheid tussen instellingen die zich toeleggen op de voor financiering interessante studenten en andere instellingen. Het nieuwe plan van Vandenbroucke werd alvast negatief onthaald door ACOD-onderwijs. Op basis van onder meer een motie van ABVV-VUB sprak ACOD-onderwijs zich uit tegen het plan en werd gediscussieerd over acties. Daarbij werd verwezen naar de mogelijkheid om op 25 oktober in Leuven een betoging van het hoger onderwijs te organiseren. Maar ook naar de mogelijkheid om op 6 oktober te staken met al het onderwijspersoneel op alle niveau’s.
Wij ondersteunen het idee van een algemene onderwijsstaking op 6 oktober, de vrijdag voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dit zou een krachtig signaal zijn om meer middelen te eisen en tegelijk ook om de eenheid van het onderwijspersoneel, scholieren en studenten te benadrukken tegenover de verdeel-en-heerspolitiek van de onderwijsminister.
We zullen actief campagne voeren voor de voorgestelde acties, en dit zowel onder het personeel, de studenten (met de Actief Linkse Studenten) als onder scholieren (met de campagne Internationaal Verzet). Werk mee met deze campagne!
Meer overheidsmiddelen voor onderwijs zijn nodig!
In 1980 besteedde de overheid nog 7% van het BBP aan onderwijs. Ondertussen is dit gedaald tot 4,9%. Het niet correct indexeren van de werkingstoelagen leidt tot een gecumuleerd jaarlijks verlies dat in 2006 oploopt tot 35 miljoen euro voor de hogescholen en 38 miljoen euro voor de universiteiten. Om degelijk onderwijs aan te bieden, is het noodzakelijk dat er meer middelen komen. 7% van het BBP zou een goed begin zijn!