Naar een kaalslag in het hoger onderwijs

Rationalisatie, noemt de onderwijsminister het. Meer dan honderd opleidingen in het hoger onderwijs worden bedreigd door een nieuwe besparingsgolf die ervoor moet zorgen dat kleine richtingen verdwijnen. Hoe kan dat het gemakkelijkste? Eenvoudig: door alle richtingen met minder dan 115 studenten effectief af te schaffen. De enige mogelijkheid die overblijft is fuseren of verdwijnen.

 

Onderwijsminister Vandenbroucke (SP.a) is goed bezig om de pogingen van zijn partij om wat linkser uit de hoek te komen (de kritiek op het Afghanistanbeleid van De Crem of de kritiek op uitzendarbeid) te torpederen. Eerder deze week deed hij dit al door de VDAB toe te laten om uitzendarbeid als normale jobs te laten beschouwen waarbij de uitkering van een werkzoekende kan geschorst worden indien deze niet bereid is om een uitzendjob aan te nemen.

Nu is het opnieuw prijs in het hoger onderwijs. Zo’n 130 opleidingen aan Hogescholen en Universiteiten worden bedreigd. Onder meer in kunstrichtingen en wetenschappen zou er hard gesnoeid moeten worden als het van de onderwijsminister afhangt. Terwijl iedere pedagoog weet dat kleine groepen beter zijn om een goede opleiding te kunnen aanbieden (omdat er een meer persoonlijke band en begeleiding is), wordt een absurde grens ingesteld dat iedere bacheloropleiding minstens 115 studenten moeten tellen. Zoniet blijft er enkel een keuze tussen een fusie of een verdwijnoperatie.

Een commissie die een “rationalisering” van het hoger onderwijs moest voorbereiden, deed er een jaar over om een rapport op te stellen. Centraal in het rapport staat het idee van de 115-regel. Waarom ze een jaar nodig hadden om een dergelijke eenvoudige besparingsoperatie boven te halen, ontgaat ons. De regel zou geleidelijk doorgevoerd worden met eerst een norm van 80 studenten per bacheloropleiding tegen 2012. Bovendien mogen er geen nieuwe opleidingen bijkomen.

Niet de belangen van de studenten of hun opleiding staat centraal. Vandenbroucke wil, onder invloed van figuren als Luc Van den Bossche (SP.a’er en vader van Freya) of Oosterlinck (voormalig rector van de KULeuven), een managementlogica doorvoeren in het hoger onderwijs. Niet de studenten zijn daarbij belangrijk, maar wel de economische efficiëntie.

Wij verzetten ons tegen een dergelijke neoliberale onderwijsvisie en verzetten ons tegen iedere afbraakmaatregel. In plaats van schaalvergroting – ook al verzetten we ons uiteraard niet tegen samenwerking – is er net nood aan meer individuele begeleiding en opvolging van studenten. Dat zal steeds verder afgebouwd worden als het van Vandenbroucke en co afhangt.