Waarom de Actief Linkse Studenten de campagne “Respact” steunen

Wij namen kennis van de campagne ‘respecteer het pact van New York’, ‘Respact’ en treden zonder aarzelen toe tot dit initiatief. We zijn ervan overtuigd de rijke ervaring van onze organisatie te kunnen inzetten voor dit initiatief. We hopen mee te kunnen bouwen aan een zo groot mogelijke eenheid in actie tegen de constante verhoging van de studiekosten in het hoger onderwijs, zonder daarbij het recht op onze eigen identiteit te moeten verwerpen. ALS heeft zich altijd ingeschakeld in elke strijd, met de eis voor een studentenloon en een publiek gefinancierd, gratis en kwaliteitsvol onderwijs op alle niveaus (hoger – middelbaar – lager).

 

Dit engagement binnen Respact past volgens ons in de lijn van de campagnes en acties tegen de afbraak van studentenvoorzieningen en de verhoging van de studiekosten, die wij reeds lang aan de universiteiten en hoge scholen hebben gevoerd. Dit zowel toen we nog de studentenorganisatie van de SP.a waren, als sinds we alle banden met die partij gebroken hebben (begin jaren 1990) door haar uitgesproken bocht naar rechts en hun bijhorende inschakeling in het neoliberale beleid.

Los van de SP.a hebben we in de jaren ’90 (o.a. in Gent) campagne gevoerd tegen de verhoging van de prijzen in de studentenresto’s. We evolueerden naar de nationale organisatie die we nu zijn, mét een inplanting aan alle universiteiten. We hebben o.a. aan de ULB een sleutelrol gespeeld aan de zijde van Bea-Interfac (de officiële studentenorganisatie aan de ULB) en de vakbonden tegen de privatisering van het studentenresto ‘campus’ (en de bijhorende prijsverhoging en kwaliteitsverlies ten gevolge van de winstlogica). Of ook nog de bezetting van het rectoraat aan de universiteit van Luik tegen de afschaffing van het bijna-beursstelsel.

Ter gelegenheid van de internationale vrouwendag op 8 maart hebben wij de voorbije jaren aan alle universiteiten en hoge scholen gewerkt rond het thema van de verhoging van de inschrijvingskosten die duizenden meisjes tot extreme oplossingen dwingt, zoals prostitutie. Op dit moment voeren we campagne tegen de dalende koopkracht, waarbij we de studenten oriënteren op de stakingsgolf in de bedrijven.

De studenten worden hard getroffen door de bliksemsnelle verhogingen van de prijzen van voedingswaren, energie en huisvesting. Steeds meer studenten zijn verplicht bij te klussen, wat nefaste gevolgen heeft voor hun studies.

In 2004 voerden we campagne tegen de stijging van de maaltijdprijzen aan de VUB, een campagne waaraan ook enkele afgevaardigden van het ACOD deelnamen. Sindsdien hebben we elk jaar een verkozen studentenvertegenwoordiger aan de VUB . Naast de nauwe vertrouwensbanden die ontstonden met de syndicale vertegenwoordiging aan de universiteit, hebben we deze positie systematisch gebruikt om eengemaakt verzet van studenten en personeel, ter verdediging van de verworvenheden, op te bouwen. Het is op deze basis dat wij in het spoor van het ACOD-VUB getreden zijn om een brede mobilisatie te lanceren tegen het herfinancieringsplan VDB. We waren een drijvende kracht achter de beweging van de studenten en het personeel in 2006. We hebben altijd de eis van ACOD, om de publieke onderwijsuitgaven op te trekken tot 7% van het BBP, naar voor geschoven, een eis die is overgenomen door de gehele beweging. Sinds het begin van de jaren ’80 zijn de publieke investeringen in het onderwijs sterk teruggeschroefd. Deze eis, vandaag de dag offensief, heeft het voordeel een eis te zijn die het Vlaamse én het Franstalige onderwijs dekt, die geldig is op alle niveaus en die zo door studenten, personeel, scholieren en hun families kan gesteund worden.

Het ontbreken van bekostiging en de concurrentie die bestaat tussen de verschillende instellingen van het hoger onderwijs dwingt de directies te besparen: d.w.z. jobs schrappen, snijden in de uitgaven voor studenten- en personeelsvoorzieningen of deze privatiseren (resto’s, koten,…), elders de middelen gaan zoeken door de kosten op de studenten en hun familie af te schuiven (via het benodigde materiaal, bijkomende inschrijvingsrechten, inschrijvingsgelden van verschillende duizenden euro’s voor master na master-opleidingen,…). De privébedrijven zijn slechts geïnteresseerd in het winstgevende onderzoek en de winstgevende richtingen. De rest wordt terzijde geschoven ten nadele van de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek.

Deze ontwikkeling is overal aan de gang. In de pers wordt het plafond voor inschrijvingsgelden openlijk in vraag gesteld door directie en bedrijven. In de toekomst zullen we geconfronteerd worden met de wil ons elite-instellingen op te dringen met inschrijvingsrechten van vele duizenden euro’s -zoals in Engeland of in Nederland – en een minder kwaliteitsvol onderwijs – maar nog steeds te duur – voor de meerderheid van de studenten. Wij denken dat we daarop een antwoord moeten bieden door te wijzen op de noodzaak van het publieke karakter van het onderwijs: de enige manier om voor de studenten de kosten te drukken en een toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs te verzekeren. Wij stellen aan het platform Respact voor de eis om de publieke onderwijsuitgaven op te trekken tot 7% van het BBP (waarvan 2% voor het hoger onderwijs) op te nemen als centrale eis voor de campagne, naast de twee andere eisen neergeschreven in het charter ( het artikel 13 van het Pact van New York effectief te respecteren en zo de directe en indirecte studiekosten te drukken). Wij willen deze discussie met iedereen binnen Respact op een open manier voeren.

> www.respact.be