OESO bevestigt: meer studenten in hoger onderwijs, maar minder middelen

De OESO bevestigde in haar jaarrapport dat de toename van het aantal studenten hoger onderwijs niet gepaard gaat met meer middelen. Het aantal studenten dat hoger onderwijs volgt, neemt toe. 57% van de schoolverlaters in de OESO-landen beginnen aan een universitaire studie (het cijfer voor universiteiten en hogescholen samen is in ons land gelijkaardig). Maar er worden onvoldoende middelen voorzien om dat op te vangen.

 

De OESO publiceert elk jaar een rapport “Education at a Glance” met cijfergegevens over het onderwijs in verschillende landen. Dit jaar zijn er enkele opvallende cijfers over het feit dat de toename van studenten niet leidt tot een toename van de middelen, maar ook bijvoorbeeld over het aandeel van de publieke financiering in het onderwijsbudget.

De deelname aan het hoger onderwijs is zowat in alle landen gestegen. In een aantal landen was er meer dan een verdubbeling, dat was onder meer het geval in Polen en Finland. Het totaal bedrag van de publieke middelen voor het hoger onderwijs nam sinds 2000 toe met ongeveer 2%, wat veel minder is dan de toename van het aantal studenten.

De studie meent dat er in België nog heel wat ruimte is voor meer private investeringen. In de VS zijn private middelen goed voor ongeveer 70% van alle onderwijskosten, in ons land is dat reeds 10% (wat onder het OESO-gemiddelde van 17% is). Een verdere toename van private middelen moet uiteraard de basis vormen voor een verdere privatisering van het onderwijs waarbij de investeringen ook resultaat opleveren voor de bedrijven die investeren.

Een grotere rol voor de private sector zou automatisch leiden tot een groeiende kloof tussen elite-instellingen en de rest. Enkel de elite-instellingen zouden nog over voldoende middelen beschikken en toegankelijk zijn voor de allerslimsten en de allerrijksten die het zich kunnen veroorloven om hoge sommen te betalen voor inschrijvingsgeld.

Het tekort aan middelen – een vaststelling die wordt bevestigd door de OESO-studie – wordt aangegrepen om een pleidooi te houden voor een grotere rol voor de private sector in de financiering van het onderwijs. Wij verzetten ons daartegen en menen dat er meer publieke middelen nodig zijn: 7% van het BBP als eerste stap (dat is het percentage van het bruto binnenlands product dat begin jaren 1980 nog aan onderwijs werd besteed).