Studeren steeds meer onbetaalbaar. Geen gouden parachute voor studenten…

Jarenlang hebben opeenvolgende neoliberale regeringen ons gezegd dat er geen middelen waren voor onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer,… Bovendien werd ons gezegd dat er niets kan worden gedaan aan de koopkracht, een probleem dat niet alleen de arbeiders raakt, maar ook hun gezinnen. Jongeren voelen de koopkrachtcrisis en zien hun toekomst beknot worden.

Volgens een studie van de Federatie van Franstalige Studenten (FEF) van september 2007 betaalt een student jaarlijks tussen 7.200 en 12.000 euro voor zijn/haar studies. Een groot deel van het verschil tussen beide bedragen ligt in het al dan niet huren van een kot. In de studiekosten gaat een groot deel naar het inschrijvingsgeld, cursussen en boeken, huur, voeding, gezondheidszorg,… De cijfers langs Nederlandstalige kant zullen niet fundamenteel verschillen van deze van Franstalige studenten.

De enorme studiekosten wegen op het budget van studenten en hun familie. Het verhindert de toegang tot universitair onderwijs voor een aantal zonen en dochters van arbeiders of uitkeringstrekkers. Met de huidige prijsstijgingen en economische crisis (die onder meer leidt tot ontslagen), zal dit er niet beter op worden. De studentenorganisatie van LSP, de Actief Linkse Studenten, heeft de oproep van het platform Respact ondertekend en steunt deze campagne voor een beperking van de studiekosten. Op een ogenblik dat de koopkracht van werkenden en jongeren moet verdedigd worden, is een dergelijke campagne erg nuttig.

De problemen in het onderwijs beperken zich niet tot de studiekosten. De “socialistische” minister van onderwijs, Frank Vandenbroucke, heeft destijds de commercialisering van het onderwijs mee versterkt met de doorvoering van de Bologna-akkoorden. Nu komt hij niet eens de regels van zijn eigen plan-VDB na, met name de indexering van de enveloppes voor de universiteiten en hogescholen wordt in vraag gesteld. Met een aanpassing aan de index, zouden de middelen voor bijvoorbeeld de VUB met 3,34% moeten toenemen, de minister wil slechts 1,9% toekennen. Dat betekent een verlies van 2 miljoen euro voor de universiteit die hierdoor wellicht een 50-tal personeelsleden zal moeten afdanken. Dat is een enorm aantal voor een instelling als de VUB. Bovendien zal een gelijkaardig scenario ongetwijfeld ook worden gevolgd in andere universiteiten en hogescholen.

De regeringen weigeren de publieke middelen voor het onderwijs te verhogen en maken de directies verantwoordelijk voor het doorvoeren van de besparingen in hun verschillende instellingen. Als we toegankelijk en degelijk onderwijs voor iedereen willen, dan moeten we breken met de logica die van de universiteiten en hogescholen opleidings- en onderzoekscentra in onderaanneming van multinationals en de bedrijfswereld wil maken.

Er zijn meer publieke middelen voor het onderwijs nodig: een verhoging van het budget tot 7% van het BBP zou een eerste stap in die richting kunnen zijn. Om de jongeren een onafhankelijk leven te kunnen laten leiden en een antwoord te bieden op hun dalende koopkracht, is er nood aan een studentenloon. Waar kan het geld daarvoor worden gehaald? Daar waar het zit: in de zakken van de grote aandeelhouders die ons hebben bestolen en dit blijven doen met de medeplichtigheid van de traditionele politici.