De nieuwe onderwijsminister Pascal Smet zal forse besparingen moeten doorvoeren in het onderwijs. Vandaag hebben de media het over een bedrag van maar liefst 103 miljoen euro, en het uiteindelijke bedrag zou wel eens een pak hoger kunnen liggen. Minister Smet wil dat op een originele aanpakken: hij wil een lijst van mogelijke besparingsmaatregelen opstellen en de vakbonden mogen vervolgens kiezen.
Hoe kan je de verantwoordelijkheid voor besparingen afwentelen naar anderen? Dat is de centrale uitdaging van de opeenvolgende onderwijsministers de afgelopen jaren geweest. Destijds werd hiertoe bijvoorbeeld het systeem van enveloppefinanciering uitgevonden: geef scholengroepen een enveloppe en laat hen zelf uitmaken waar en hoe ze besparen
Minister Smet gaat nog verder: hij wil de vakbonden laten bepalen waar er wordt bespaard. Dat is uiteraard een cynische opstelling waarin de vakbonden enkel maar kunnen verliezen. In 2010 zou het Vlaams onderwijs 36 miljoen moeten besparen en in 2011 67 miljoen. Die cijfers zouden al tijdens de regeringsonderhandelingen zijn overeengekomen.
Jos Van Der Hoeven van de christelijke onderwijsbond COC wijst erop dat 67 miljoen euro overeenkomt met 1.400 tot 1.500 jobs. Alsof het onderwijs vandaag teveel middelen zou hebben. Nu al is er een tekort waardoor de klassen groter worden en de infrastructuur vaak gebrekkig. Met een nieuw sociaal bloedbad zal dat er niet op verbeteren. Een deel van de jongeren dreigt hierdoor volledig uitgesloten te worden van degelijk onderwijs en de werkdruk voor het overblijvende personeel zal worden opgedreven.
De enige troost: minister Smet wil dat de personeelsafgevaardigden zelf beslissen waar er wordt bespaard. Daarmee krijgen de vakbonden de keuze tussen pest, cholera en een reeks gelijkaardige opties. Het is zoals een beul die een ter dood veroordeelde keuzes aanbiedt over hoe de executie zal plaatsvinden.
De woordvoerder van COC stelde bereid te zijn om “mee te zoeken naar een oplossing”. Dat is een gevaarlijke stelling. “Anders” besparen is geen antwoord op een besparingsbeleid dat de werkenden en hun gezinnen de crisis wil laten betalen. VSOA-woordvoerder Luc Van den Bosch stelde terecht: “laat me duidelijk stellen dat wij de crisis niet veroorzaakt hebben en er dus ook niet voor moeten opdraaien.” Hopelijk stemmen de daden overeen met de woorden.
De besparingen in het onderwijs moeten beantwoord worden met verzet. De Franstalige leraars gaven al het voorbeeld: zij hebben gisteren een uur het werk neergelegd uit protest tegen de maatregelen in het Franstalig onderwijs. Daar stelt de minister voor om het personeel twee uur extra per week les te laten geven. De werkonderbreking vormde een eerste reactie op de uitgelekte plannen. Nu er ook het Nederlandstalig onderwijs wordt klaar gestoomd voor besparingen, is de tijd misschien aangebroken om samen in het verzet te gaan met het personeel en de jongeren in zowel Nederlandstalig en Franstalig onderwijs.