In de vorige editie van ‘De Linkse Socialist’ hadden we het over de gevolgen van de aanhoudende onderfinanciering van het onderwijs. Bij het begin van het nieuwe schooljaar en bij de activiteiten van de Actief Linkse Scholieren hadden we de gelegenheid om met heel wat scholieren te discussiëren over wat dit concreet betekent voor hun schoolleven. Enkele reacties van scholieren.
Gratis en degelijk onderwijs? Nog een lange weg te gaan…
“Ik ben dit jaar begonnen aan het vierde jaar op een technische school. Na de eerste week kregen we een lijst van lesmateriaal dat we moeten aankopen. Enkel voor de gewone vakken (Frans, Engels, wiskunde,…) kwam ik al aan 114 euro. Voor de praktijklessen komt daar nog eens 100 euro bij en dan moeten we ook nog een werkoverall kopen, wat ook 25 euro kost. Daarnaast zijn er dan nog de schoolboeken. Voor Engels alleen kost ons dat 50 euro voor twee boeken. Terug naar school gaan, kost voor mij zowat 350 euro.
“Ik heb de indruk dat de school niets voorziet voor wie niet genoeg geld heeft. Een vriend van me heeft het financieel moeilijk. Hij heeft dat aangebracht en stelde dat het onmogelijk was om alles ineens te kopen. Er werd hem gewoon gezegd dat hij alle lesmateriaal nodig heeft en maar moet zien hoe hij dat zal regelen.”
Minder middelen voor buitenschoolse activiteiten
“Ik begin dit jaar met mijn laatste jaar humaniora in Gent. Het begin van dit jaar ging zoals elk jaar heel vlot. Toch vielen enkele dingen op die als gevolgen van de crisis kunnen vertaald worden. Mijn school is maar gedeeltelijk gesubsidieerd en dit zorgt ervoor dat het een dure school is. Op een ogenblik van crisis is dit soort onderwijs dus ook voor minder mensen toegankelijk. Dit zien we in het aantal inschrijvingen in de lagere school en vooral in het eerste jaar van de humaniora. Als voorzitter van de leerlingenraad op deze school ben ik hoofdorganisator van vele schoolactiviteiten en daar merk ik dat er minder financiële ruimte is om geplande schooluitstappen te versieren met leuke activiteiten.”
Zowel scholieren als leraars hebben het moeilijk
“Ik zit in het vierde jaar Latijns-Grieks in Brussel. Vorig jaar zaten we al met veel in de klas en nu gaat het zelfs naar de 30 leerlingen. Ik zit dan nog in een richting die niet de meest populaire is, er zijn klassen met veel meer scholieren. Dat leidt tot plaatsgebrek, een gebrek aan concentratie, afleiding tijdens de lessen,… Er is ook minder opvolging van leerlingen die problemen hebben.
“Ondanks het feit dat mijn eerste keuze Grieks is, heb ik maar twee uur Grieks per week. Ook de leraars hebben weinig te zeggen over hun lessen, er wordt gewoon gekeken naar het aantal uren dat ze moeten hebben. Dat is allemaal niet logisch. Veel leraars klagen over personeelstekort en steeds meer jonge leraars zijn bezorgd over hun toekomst.
“We hebben dit jaar ook minder uren sport en het aantal uren moraal staat ook op de helling. Dat is nochtans de enige les waar we worden aangeleerd om zelf na te denken en een zekere reflectie te hebben over de samenleving. Er wordt soms gezegd dat jongeren weinig in politiek zijn geïnteresseerd, maar dat wordt hen ook niet meer aangeleerd. In onze school is er zelfs geen klassenraad meer.
“Veel jongeren denken dat wij geen impact hebben. Dat komt uiteraard ergens vandaan, er wordt ons geen groepsgeest aangeleerd, het individualisme heerst. We hebben nood aan onderwijs dat ook een collectief gevoel ontwikkelt en solidariteit centraal stelt. Dat is immers belangrijk.
“De activiteiten van de Actief Linkse Scholieren maken duidelijk dat we iets kunnen bereiken door ons te organiseren, door het politiek bewustzijn van jongeren te ontwikkelen en door in te gaan tegen de echte verantwoordelijken.”
Met 42 in de klas
“Ik zit in het vijfde en we zaten op het begin van het schooljaar met 39 in de klas. Twee weken later was dat al verminderd tot 35. We gingen klagen over het feit dat we met teveel in een klas zitten. Maar er werd ons gezegd dat we nog geluk hadden, in een andere klas van het vijfde zitten ze met 42!
“De meeste klassen in de school zijn voorzien op ongeveer 30 leerlingen. Het is dan ook niet moeilijk te voorspellen wat de terugkerende problemen zijn. We moeten telkens een tiental stoelen gaan zoeken in andere klaslokalen en verliezen daar veel tijd mee. We zitten ook opeengehoopt in de klas.
“Er is ons gezegd dat dit zal veranderen na 15 oktober. Maar dat betekent toch dat we een maand hebben verloren want in deze moeilijke omstandigheden is iedere dag in een overbevolkte klas eigenlijk een verloren dag.”
Onze mening. Minstens 7% bbp voor onderwijs!
In de jaren 1970 was het onderwijs goed voor 7% van het bruto binnenlands product (bbp, het bedrag van alle goederen en diensten die op een jaar worden geproduceerd) van België. Sindsdien is dat afgenomen tot ongeveer 5%, wat betekent dat er ongeveer zes miljard euro per jaar is verloren gegaan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er zo vaak wordt gezegd dat de kwaliteit van het onderwijs er op achteruit gaat. ALS verdedigt de eis van de vakbonden om de publieke middelen voor onderwijs op te trekken tot minstens 7% van het bbp om zo meer middelen te hebben voor personeel, infrastructuur,…