Met een grootse persconferentie werd in juni 2010 de start van het PPS-project “Scholen van Morgen” aangekondigd. Met de hulp van privémiddelen zou een deel van de gigantische achterstand in renovatie en bouw van scholen in Vlaanderen worden weggewerkt. Een prijskaartje voor de scholen kon of wou onderwijsminister Pascal Smet toen nog niet geven. De kosten werden eind juni bekend: veel scholen zouden tot 80% van hun werkingsbudget moeten afbetalen aan de privépartners in het bouwproject, sommige scholen zelfs tot 120%! De mythe van de privé-bank als barmhartige samaritaan was ineens doorprikt…
PPS staat voor Privaat Publieke Samenwerking en is populair bij heel wat politici. Het idee is haast ontroerend: infrastructuurwerken in partnerschap tussen de private en publieke sector, waarbij hetgeen de overheid te kort komt spontaan wordt bijgepast door private bedrijven, vooral grote banken, in dit project BNP-Paribas Fortis Bank en Fortis Real Estate. Dat zijn banken die waarschijnlijk zochten naar een rendabele investering voor de miljarden van ons belastingsgeld dat zij toegeworpen kregen na de bankencrisis. Er werd gekozen voor de “Design, Build, Finance and Maintain-structuur”: PPS staat niet enkel in voor de bouw en financiering, maar ook voor het onderhoud tijdens de eerste 30 jaar.
Het debacle met het scholenproject toont aan dat PPS vooral de privé ten goede komt: de investeerder schiet geld voor en is voor de komende 30 jaar zeker van een stevige winstvoet. De winsten die de privépartners hoopten te maken op het DBFM-project waren zo pervers hoog dat zelfs een volbloedliberaal als Dirk Van Mechelen in december 2009 reeds moest toegeven dat PPS veel te duur is geworden en dat een financiering door de Vlaamse overheid veel effectiever zou zijn.
De lasten zijn dan weer voor de overheid, hoewel in dit geval de problemen verschillend zijn per onderwijsnet. In het vrij gesubsidieerd onderwijs (vooral Katholiek onderwijs, toch een overgrote meerderheid van de Vlaamse scholen) staan de schoolbesturen zelf in voor 30% (Basisonderwijs) of 40% (Secundair) van de kosten voor de DBFM. Het zijn vooral deze scholen voor wie de broodnodige bouwprojecten onbetaalbaar zijn nu de privé haar prijzen bekend heeft gemaakt. Maar ook in de andere scholen zijn de hoge prijzen niet evident: veel stads -en gemeentebesturen hebben niet de middelen om bij te leggen voor “hun” scholen, en voor het gemeenschapsonderwijs mag de Vlaamse overheid rekenen op een fikse meerkost.
PPS is winstgevend voor de privé-investeerders, die hun winsten verzekerd zien met ons belastingsgeld. Voor de gigantische bouw –en renovatieachterstand in het Vlaams onderwijs (geschat op 4 miljard euro) is het geen oplossing.