De raad van bestuur van de Universiteit Antwerpen heeft beslist om haar studentenresidentie op de campus-Middelheim in Wilrijk te slopen. Er werd tevens besloten om geen investeringen te doen in een nieuwe studentenhome, waardoor de huidige koten permanent verloren gaan. Hierdoor zou ongeveer 1/3 van de slechts 389 studentenkoten van de UA verdwijnen.
De raad van bestuur argumenteerde dat het gebouw niet meer voldeed aan de eisen van een moderne studentenhome, dat het bij een recente hygiënecontrole een negatieve beoordeling kreeg en dat bovendien de isolatie van het gebouw te wensen overlaat, met als gevolg een hoog oplopende energierekening. Natuurlijk ontkennen we deze problemen niet, dit is het logische resultaat van een jarenlange weigering om noodzakelijke investeringen te doen.
Toekomstige studenten zullen dus hun toevlucht moeten zoeken tot privékoten. Maar ook daar is er een nijpend tekort, er wordt geschat dat er een 1000-tal koten te weinig zijn in de stad Antwerpen en omgeving. De unief scoort zelf bijzonder slecht op het vlak van sociale huisvesting. Van de 13.500 studenten kunnen er slechts 389 terecht in een residentie van de universiteit, dat is minder dan 3%.
Het gevolg hiervan zijn lange wachtlijsten voor een kot in een studentenhome en hoge huurprijzen voor privékoten, de huurprijs in Wilrijk loopt zelfs op tot 300 Euro. Bovendien zal de UA op de campus Middelheim een nieuwe faculteit voor ingenieurswetenschappen onderbrengen die goed zou zijn voor een duizendtal studenten, een verdubbeling van het aantal studenten op deze campus. Dit zal de prijzen nog meer doen stijgen.
Bij de huidige bewoners van de studentenhome sloeg het nieuws in als een bom. Vorig jaar nog werd de huurprijs met bijna 50% verhoogd, de UA stelde dat met dit geld in de toekomst nieuwe investeringen konden worden gedaan. Blijkbaar zijn investeren en afbreken synoniemen voor de UA.
Het afbreken van de studentenhome is een direct gevolg van het neoliberale beleid dat de overheid de afgelopen decennia voerde. Al jarenlang wordt er op verschillende manieren in het onderwijs bespaard, met als gevolg een nijpend tekort aan middelen bij alle onderwijsinstellingen. Hierdoor zien de universiteiten zich steeds meer genoodzaakt om op ‘alternatieve’ wijze aan deze middelen te komen. In veel gevallen betekent dit niets anders dan de middelen gaan zoeken bij zowel de studenten als het personeel. Zo werd de afgelopen jaren stelselmatig het bedrag van de inschrijvingsgelden verhoogd, stegen de prijzen in de restos van de UA met ongeveer 25% voor studenten en zelfs 50% voor het personeel, steeg de werkdruk in het hoger onderwijs door een gebrek aan extra personeel,… Bovendien moeten de zwaarste besparingen als gevolg van de crisis nog komen.
Het is duidelijk dat studenten en personeel zullen moeten strijden voor toegankelijk en betaalbaar hoger onderwijs met degelijke werkomstandigheden. De Actief Linkse Studenten en de Linkse Socialistische Partij eisen een herwaardering van het publieke budget voor onderwijs tot 7% van het BBP. We ondersteunen tevens de oproep voor de betoging van 30 maart.