Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De nieuwe gemeenschapsregeringen hebben allen besloten zwaar te besparen op onderwijs. In de Franstalige gemeenschap gaat het voorlopig om 320 miljoen euro, de Vlaamse gemeenschap plant 850 miljoen euro besparingen. Beide regeringen tonen zich bereid om frontaal in de aanval te gaan tegen scholieren, studenten en het personeel in het onderwijs.
De besparingen vinden plaats nadat het onderwijs in heel België al decennialang ondergefinancierd werd. Daar waar begin jaren ’80 nog meer dan 7% van het BNP naar onderwijs ging, schommelt dit percentage, naargelang de berekening, vandaag de dag rond de 4 à 5%. Steeds minder personeelsleden moeten instaan voor steeds groter wordende groepen leerlingen en studenten. Ondersteuning wordt op alle mogelijke manieren afgebouwd: de infrastructuur en uitrusting van veel scholen is vaak ondermaats om op een degelijke manier les te geven, overal is er een nijpend tekort aan administratief en technisch personeel. De privésector krijgt steeds meer greep op ons onderwijs: diensten zoals schoonmaak, resto’s etc. worden uitbesteed aan firma’s die meestal dramatische werkomstandigheden bieden aan hun personeel, en een slechte dienstverlening aan te hoge prijzen voor de instellingen. Vooral in het hoger onderwijs wordt steeds meer uitgekeken naar private financiering van onderzoek en onderwijs, zowel door bedrijven als door verhogingen van de inschrijvingsgelden. Privéfinancierders hebben vaak meer oog voor hun winsten dan voor het bieden van een degelijke opleiding aan jongeren.
Meer publieke middelen!
Met LSP en onze jongerenorganisatie ALS pleiten we voor een grondige publieke herfinanciering van het onderwijs. Met het extra geld zou kunnen geïnvesteerd worden in goed lesmateriaal, goede onderzoeksfaciliteiten, betere bibliotheken, … Ook zou extra personeel kunnen worden aangetrokken, om zo de hoge werkdruk in het onderwijs te verlichten. De kwaliteit van het onderzoek en onderwijs zullen ook stijgen, een gezondere werkdruk zal zorgen voor minder stress en meer ruimte om degelijk onderwijs en onderzoek te voorzien.
Het extra geld kan het onderwijs ook verder democratiseren: we kunnen komaf maken met alle studiekosten, en alle economische barrières om deel te nemen aan het onderwijs wegnemen. We kunnen extra aandacht en begeleiding voorzien voor leerlingen die het op sommige vlakken moeilijker hebben, en het onderwijs uitdagend en interessant maken voor elke leerling. Het uiteindelijke doel is een onderwijs waarin elke leerling en student wordt opgeleid tot een breed gevormd, kritisch en mondig lid van de maatschappij.
Een ander onderwijs in een andere samenleving
Stages en meer praktijkgericht onderwijs kunnen de lessen interessanter maken, en het schoolcurriculum moet zo georganiseerd zijn dat jongeren al hun individuele talenten ten volle kunnen ontplooien. Scholen moeten in de wijken een rol kunnen spelen als lokale gemeenschapscentra, waar muzieklessen, debatten, cursussen en andere sociale activiteiten kunnen doorgaan. Universiteiten en hogescholen moeten de middelen krijgen om ook voor werkenden een uitgebreid aanbod aan interessante vormingen te bieden. Ten slotte willen we scholen en universiteiten die democratisch worden georganiseerd, waarin zowel studenten en scholieren, personeel als de lokale gemeenschap hun zeg hebben.
“Wie een school opent, kan een gevangenis sluiten”, zei Victor Hugo. Wij denken dat de maatschappij rond die school even belangrijk is om jongeren een degelijke toekomst te kunnen bieden, maar er valt iets voor te zeggen: een degelijk gefinancierd onderwijs, waar jongeren kunnen worden opgeleid tot kritische, solidaire en individuen vol zelfvertrouwen is van cruciaal belang. Laten we hiervoor de strijd voeren, en meteen ook eisen stellen rond een maatschappij waarin de rijkdommen ter beschikking staan van de hele bevolking, zodat elkeen de middelen heeft een degelijke toekomst uit te bouwen!
Met een sterke beweging kunnen we besparingen stoppen. Maar onder het kapitalisme is geen enkele verworvenheid permanent. Vandaag zijn het immers de patroons van de grote multinationals die beslissen over wat er gebeurt met de rijkdom die wij allemaal samen produceren, en zij hebben er geen enkel belang bij die rijkdom aan te wenden om bijvoorbeeld gratis en degelijk onderwijs te voorzien voor iedereen.
Daarom brengen we ook de noodzaak van een democratisch socialistische maatschappij naar voren. Een maatschappij waarin de sleutelsectoren van de economie worden genationaliseerd, en onder democratische controle geplaatst van de hele bevolking. Enkel zo kan de rijkdom die er is ook worden besteed aan zaken die prioritair zijn, zoals onderwijs. Een onderwijssysteem waarin de behoeften van studenten en scholieren centraal staan, en waar iedereen de mogelijkheden heeft om te studeren naar zijn/haar eigen interesses, en waar de ontplooiing van alle talenten van een individu centraal staan.