Na de actieweek voor koopkracht in juni werd te lang gewacht om een nieuw initiatief aan te kondigen. Dat gaf het patronaat de hele zomer om haar propaganda te voeren quasi zonder enige repliek van syndicale zijde. De aankondiging van een actiedag op 6 oktober kon op heel wat enthousiasme rekenen, maar de oproep bleef onduidelijk en de acties onvoldoende georganiseerd. De strijdbaarheid en de actiebereidheid waren er, maar dit potentieel werd onvoldoende benut.
De actiedag zelf werd een succes, ondanks de onduidelijkheid. Het openbaar vervoer lag plat, heel wat bedrijven gingen dicht, er waren wegblokkades en betogingen,… Het ongenoegen en de vastberadenheid is groot. Als de regering op een wip miljarden euro vindt voor de speculanten bij de grote banken, waarom wordt ons dan al maandenlang gezegd dat er geen middelen zijn voor onze koopkracht?
In de aanloop naar de actiedag was er heel wat onduidelijkheid: werd er nu opgeroepen tot een staking of niet? En wat kwam Herwig Jorissen, voorzitter van de Vlaamse vleugel van ABVV-metaal, dan verkondigen met zijn standpunt dat de actiedag geen zin had? Het was overigens opvallend dat Jorissen met zijn standpunt tegen de actiedag meer media-aandacht kreeg dan diegenen die voor de actiedag opriepen. Vanuit syndicale hoek was het moeilijk om dat recht te zetten, onder meer omdat er amper eigen syndicale media bestaat, er is zelfs geen degelijke centrale website van ABVV of ACV.
Naast de verwarring speelde ook de desorganisatie van de actiedag een rol. Op bepaalde plaatsen waren er wel duidelijke acties en werden deze een succes. We denken bijvoorbeeld aan de blokkade van de Scheldelaan in Antwerpen, heel wat stakingsacties langs Franstalige kant of bij het openbaar vervoer. Daarbij werd telkens het voortouw genomen door basismilitanten, soms met ondersteuning van de lokale leiding, soms op eigen houtje.
Deze gebrekkige organisatie werd reeds op voorhand aangekaart op de militantenbijeenkomsten van onder meer het ABVV. Zo werd op een bijeenkomst van de Algemene Centrale in Antwerpen aan Rudy De Leeuw gevraagd om snel materiaal te voorzien om de campagne op de werkvloer te voeren en werd tevens gevraagd om met een duidelijk ordewoord naar buiten te komen. Gelukkig werd effectief beslist om de Scheldelaan te blokkeren, zoniet was de actiedag amper voelbaar geweest. Dit succes was het resultaat van een strijdbare basis die ondersteund werd door haar centrale.
Elders ging het er chaotischer aan toe. Onze leden in Bergen brachten verslag uit hoe ze bij de openbare vervoersmaatschappij TEC in de week voor de actiedag langs gingen om de acties bekend te maken en daarbij meteen werden binnengeroepen om uit te leggen wat er moest gebeuren. Ook op de actiedag zelf werd op onze leden gewacht om een stakerspost te organiseren, voordien heerste onduidelijkheid over wat er moest gebeuren. Ondanks die beperkingen was er vaak een offensievere houding dan op de actieweek, nu werd niet enkel betoogd maar vaak ook gestaakt en dat doet het patronaat meer pijn. Ook werden hier en daar offensievere eisen naar voor gebracht, zo eiste ACOD in Brussel een algemene netto loonsverhoging van 300 euro per maand voor iedereen.
Een Limburgse militant van de socialistische metaalvakbond stelde in een interview op socialisme.be: “Een nationale actiedag met een duidelijk ordewoord en sterke mobilisatie in de bedrijven was veel beter geweest. Dan was een massale actie echt wel mogelijk geweest. Vandaag de boel platleggen, zou bij ons alvast geen probleem geweest zijn. Nu proberen ze het afkoelingsscenario.” Deze militant sprak zich ook terecht uit tegen de splitsing van ABVV-metaal langs communautaire lijnen, die splitsing heeft de metaalcentrale verzwakt. In de metaalsector werd langs Vlaamse kant amper actie gevoerd. In sommige bedrijven kwam dit door de technische werkloosheid (onder meer GM in Antwerpen). Bij Audi in Brussel en in Franstalige metaalbedrijven werd wel gestaakt.
Op verschillende acties en betogingen bleek dat de trend van de actieweek in juni zich verderzette: een nieuwe laag van syndicale militanten nam mee het voortouw en gaat op zoek naar de tradities van de arbeidersbeweging bij het organiseren van acties en het opbouwen van een krachtsverhouding. Ook nu werd in een aantal bedrijven voor het eerst sinds lang actie gevoerd. Zo gingen niet alleen werknemers van De Lijn in staking, maar ook bij private pachters werd gestaakt. Het potentieel werd niet volledig benut, maar was wel degelijk aanwezig.
Een centraal discussiepunt op alle piketten en betogingen was uiteraard de financiële crisis. Dat werd door VLD-voorzitter Somers en het patronaat aangehaald om de acties “onverantwoord” te noemen. Alsof de verantwoordelijkheid voor het falen van hun systeem bij ons ligt! Het zijn de neoliberalen die met ons spaargeld hebben gegokt en nu zouden wij moeten zwijgen? De Standaard liet in haar regionale editie in Antwerpen een (niet nader genoemde) actievoerder aan het woord: “De regering kan blijkbaar op enkele dagen miljarden mobiliseren om de geldhonger en de grootheidswaanzin van enkele topmensen bij Dexia en Fortis te stillen. Voor ons, gewone werkmensen, is er nooit iets. Al steunen we nu natuurlijk de werkmensen in de banksector.”
De economische situatie ziet er zeker niet rooskleurig uit. De economische crisis leidt tot jobverlies. September werd door onderzoeksbureau Graydon de zwartste maand ooit genoemd met 18% meer faillissementen in vergelijking met een jaar eerder. Er gingen dit jaar al 14.127 jobs verloren door faillissementen, een stijging met 20%. Ook bij herstructureringen sneuvelen er jobs. De dreiging van stijgende werkloosheid wordt nu gebruikt om de werkenden en hun gezinnen te laten opdraaien voor de crisis. De recordwinsten van de afgelopen jaren (vorig jaar nog 77 miljard euro winst voor de 30.000 grootste bedrijven) worden zoveel mogelijk uit het geheugen gewist en naar de diepste vergeetputten verbannen. De aandeelhouders hebben geïncasseerd, nu moeten wij maar hun problemen opvangen met een ondermijnde koopkracht of jobverlies. Daartegenover is er meer dan ooit nood aan een duidelijke syndicale campagne onder het motto “Samen sterk voor koopkracht en werk”.
Na de actiedag zal er nog heel wat discussie volgen. Het ACV was er snel bij om alle hoop te vestigen op de interprofessionele onderhandelingen en “niet op acties” (aldus ACV-voorzitter Cortebeeck). Vanuit het ABVV kwam er nog geen eenduidige reactie, Herwig Jorissen speelt uiteraard in op het feit dat de stakingsacties niet overal even goed waren georganiseerd. Dat kan de spanningen binnen het ABVV, ook langs communautaire lijnen, versterken. De verantwoordelijkheid hiervoor moet gezocht worden bij diegenen die hebben verhinderd dat er een duidelijke oproep kwam voor een stakingsdag die bovendien goed zou worden voorbereid.
Hoe moet het nu verder? Er is nood aan syndicale eenheid waarbij iets wordt gedaan met de actiebereidheid aan de basis. Indien deze actiebereidheid wordt gedesorganiseerd, zal het enkel leiden tot meer frustraties en zal het zelfs de deur openzetten voor (onder meer communautaire) spanningen binnen de vakbonden. Indien de actiebereidheid wel wordt georganiseerd, zal dit met een grote betrokkenheid van de basis moeten gebeuren. Er is nood aan algemene interprofessionele evaluatievergaderingen om lessen te trekken uit de actiedag en volgende stappen voor te bereiden.