“Uitzonderlijke omstandigheden vragen uitzonderlijke maatregelen”, stelde de Limburgse werkgeversorganisatie VKW bij de start van de discussie over de loonnorm. Ze roept op om de volgende jaren de loonindexering over te slaan! Hoewel ze dit waarschijnlijk niet zal behalen, is het duidelijk dat de patroonsorganisaties het onderste uit de kan willen. Voor hen komt het er op aan de loonkosten zoveel mogelijk te beperken om zo groot mogelijke winsten te maken.
De belangen van de arbeiders zien er totaal anders uit. De laatste zeven jaar werden recordwinsten geboekt, maar veel hebben de arbeiders en bedienden daar niet van gezien. Hun situatie op de werkvloer werd steeds onzekerder en flexibeler. Hun arbeidsritme werd maximaal opgedreven en hun lonen en koopkracht daalden dramatisch in verhouding tot de geproduceerde rijkdom.
De leiders van de rijkste landen ter wereld bespreken samen wat ze met deze crisis aanmoeten. Ook nationale regeringen zitten met de handen in het haar. De bedrijfsleiders, concurrenten van elkaar, doen een gezamenlijke oproep voor noodhulp. Geen probleem! Als bedrijven om hulp roepen, worden ze steevast gehoord. De regering blijft echter doof als werknemers om meer koopkracht vragen. Regeringen overwegen na de bankenronde nu ook om miljarden te pompen in bedrijven die nochtans jarenlang recordwinsten hebben gemaakt. Sommigen spelen het slim en koppelen er de voorwaarde aan dat hun productie milieuvriendelijker en duurzamer moet worden.
Zullen deze investeringen met ons belastingsgeld onze jobs redden? Onze lonen? Of zullen de patroons het geld gebruiken om hun bedrijven te saneren en winstgevender te maken? De afgelopen jaren kregen ze miljarden euro’s overheidsgeld om “concurrentieel te blijven”. De overheidskas werd regelrecht geplunderd. Heeft deze politiek bijgedragen tot een verbetering van de werkgelegenheid, de lonen en condities van de werknemers? Neen! De hoge bedrijfswinsten, bonussen en gouden parachutes zijn veelzeggend.
De crisis wordt het argument om ons een nieuwe besparingsronde op te lepelen. Want het is crisis en dan moeten we toch “allemaal” een beetje inleveren. Om ons daarvan te overtuigen, werden maatregelen genomen om de afscheidspremies van managers te beperken. Dit moet dan als pasmunt dienen om het ook over onze lonen en afscheidspremies te hebben. Wat een hypocrisie! Alsof het gemiddelde loon van een arbeider of bediende ook maar enigszins te vergelijken is met dat van een manager of met de winsten van een patroon!
De huidige crisis toont dat het kapitalisme geen enkele garantie biedt op welvaart voor het overgrote deel van de bevolking. We kunnen niet aanvaarden dat miljoenen, zelfs miljarden arbeiders wereldwijd in armoede leven, hun job en hele hebben en houden verliezen, enkel en alleen om de winsten van een rijke elite te blijven garanderen. Velen zullen hiermee akkoord gaan. Alleen hebben we om dit te bereiken een arbeiderspartij en een arbeidersregering nodig die een arbeiderspolitiek wil verdedigen. Een regering die beslist over een reddingsplan dat ons degelijke jobs en lonen garandeert.
Een dergelijke politiek gaat regelrecht in tegen de winstlogica van een kapitalistische economie. Het betekent dat we de banken en de belangrijkste delen van de economie moeten nationaliseren onder arbeiderscontrole om ze te laten functioneren in het belang van de meerderheid van de bevolking. Dit is niet hetzelfde als wat vandaag gebeurt met de banken en in de toekomst misschien ook met enkele bedrijven of sectoren. Meer staatsinterventie in een kapitalistische economie leidt enkel tot meer schulden. We hoeven maar te kijken naar wie de laatste schuldenberg heeft afbetaald, om te weten wie de volgende zal betalen als we geen strijd voeren.