De vakbonden betoogden afgelopen woensdag voor het behoud van het brugpensioen. Ze eisten onder meer een bruto minimumpensioen van 1.387 euro per maand. Dit is geen loze eis, aangezien 23% van de gepensioneerden in België in armoede leven. De vakbonden gingen ook in tegen de eisen van de werkgeversorganisaties die het brugpensioen liever afgeschaft zien en de pensioenleeftijd willen zien stijgen. De CD&V-jongeren hebben naar aanleiding van de betoging een opiniestuk gepubliceerd in De Tijd. Daarin stellen ze dat het eisenpakket van de vakbonden onrealistisch is en dat het de welvaartsstaat verder in gevaar zou brengen.
In het opiniestuk haalt men de vergrijzing van de Belgische bevolking aan als argument tegen de defensieve eisen van de vakbonden. CD&V stelt dat door de afname van de actieve bevolking en de toename van de inactieve bevolking het pensioenstelsel in België onbetaalbaar is geworden. In 1964 heeft het geboortecijfer, in volle babyboom, haar hoogtepunt bereikt met 168.000 geboortes. In 2002 was er een naoorlogs dieptepunt met 115.000 geboortes, wat een daling met 31% is t.o.v. 1964. Er zouden bijgevolg minder werkenden zijn, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat er in dezelfde periode een stijging van de productiviteit was met 215%!
De CD&V-jongeren verwijzen naar de besparingen die in België zullen doorgevoerd worden. Er wordt daarbij gesteld dat alle generaties binnen de Belgische arbeidersklasse zullen moeten inleveren om de bezuinigingen te dragen en op die manier de welvaartsstaat te redden. Als we deze retoriek volgen, komt het er op neer dat de Belgische arbeiders verantwoordelijk zijn voor de crisis en dus moeten inleveren op hun levensstandaard. Er wordt met geen woord gerept over de verantwoordelijkheid die de financiële instellingen dragen voor de economische crisis. Blijkbaar is het evident voor CD&V dat het patronaat zichzelf blijft verrijken op de kap van de werkende bevolking.
We weten al langer dat functionarissen van CD&V bij de vetpotten zitten. Kris Peeters is 10 jaar voorzitter geweest van Unizo. Dehaene heeft een lucratief postje met vetbetaalde premies in de raad van bestuur van Dexia en Inbev, twee winstmakende bedrijven die onlangs herstructureringen aankondigden. Dehaene en andere politici moeten blijkbaar niet ingeven op hun levensstandaard, terwijl de grote meerderheid van de bevolking zijn levensstandaard verder zal zien dalen. Tegenover de enorme besparingen die zullen doorgevoerd worden en die het Belgische pensioenstelsel in gevaar zullen brengen, is het nodig om de centrale kwestie aan te halen: waar bevindt het geld zich? Om de banken te redden werd er 25 miljard euro vrijgemaakt, er werd het afgelopen jaar 15 miljard euro winst gemaakt door de grootste Belgische bedrijven. Dit jaar heeft de regering via allerlei fiscale cadeaus, zoals de notionele intrestaftrek, 9 miljard euro in de handen van het patronaat gestopt.
CD&V stelt klaar en duidelijk dat zij de pensioen-en brugpensioenleeftijd wil verhogen. Deze eis houdt een enorme paradox in: men wil de ouderen langer laten werken, terwijl er op dit moment reeds een enorme toename van jongerenwerkloosheid is. De werkloosheid onder jongeren bedraagt in België 25,3%, op één jaar tijd was er een toename van 21,8% tot 25,3%. De CD&V-jongeren waarschuwen in hun artikel voor een ‘clash’ tussen de jongere en oudere generaties indien er geen fundamentele aanvallen gebeuren op ons pensioenstelsel. Ze plaatsen de jonge werkenden en werklozen tegenover de oudere werkenden en creëren de perceptie dat jongeren vandaag eisen dat de pensioenleeftijd moet verhoogd worden. In Frankrijk daarentegen, waar de regering de volwaardige pensioenleeftijd wil optrekken tot 67 jaar, zijn er op 7 september 2,7 miljoen mensen op straat gekomen tegen deze maatregelen, daaronder ook vele jongeren. Uit recente cijfers blijkt dat 77% van de Franse jongeren tegen een verhoging van de pensioenleeftijd is. Deze cijfers zijn een toonbeeld van de nodige solidariteit tussen jongere en oudere arbeiders.
Sinds de oliecrisissen van de jaren ’70 en het neoliberale model dat vanaf de jaren ’80 zijn intrede heeft gedaan, is de levensstandaard van de werkende bevolking stelselmatig afgebouwd. De kapitalistische elite heeft de crisis voor zich uit proberen te schuiven door goedkope kredieten en een afname van de investeringen in de reële economie. Hierdoor heeft de crisis vandaag zo’n diep karakter en neemt de werkloosheid alsmaar toe.
Daar willen we met de campagne “Jongeren in strijd voor werk” een antwoord op bieden. Onze centrale eis is een 32-urenwerkweek zonder loonsverlies en bijkomende aanwervingen om op die manier het beschikbare werk te verdelen. Ouderen die al een enorme meerwaarde hebben geproduceerd voor de samenleving hoeven niet op te draaien voor de crisis.
Op 29 september zal er een betoging van de Europese vakbonden plaatsvinden in Brussel, tegen de Europese besp aringsplannen. De kop van deze betoging zal getrokken worden door een jongerendelegatie. Wij roepen alle jongere en oudere werknemers, scholieren, gepensioneerden en studenten op om deel te nemen aan de betoging op 29 september. Op die manier kunnen we de onderlinge solidariteit van de Europese arbeidersklasse benadrukken. Laat de 29ste de start van het gezamenlijke verzet tegen de Europese besparingsplannen.