Het was het ABVV dat de kat de bel aan bond met een forse kritiek op de regeringsbeslissing om de inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering, in de tijd te beperken. Deze maatregel zal op 1 januari 2015 ingaan en bedreigt zowat 55.000 jongeren. Jongeren die na hun studies geen werk vinden, krijgen na twaalf maanden een inschakelingsuitkering. Die uitkering wordt sinds 2012 beperkt tot drie jaar.
Momenteel krijgen ongeveer 100.000 jongeren zo’n uitkering. Een groot deel daarvan moet lange tijd naar werk zoeken. Met een stijgende werkloosheidsgraad, zeker onder jongeren, is dat weinig verrassend. Geheel in de regeringspolitiek om de werklozen aan te pakken en niet de werkloosheid zelf, wordt de verantwoordelijkheid voor de jongerenwerkloosheid nu doorgeschoven naar de jongeren zelf.
Voor de asociale politici staat een uitkering van gemiddeld 500 euro per maand gelijk met een verblijf in de hangmat. Hoe je met een inkomen van amper 500 euro per maand kan rondkomen, laat staan een hangmat kopen, ontgaat de politici met hun maandloon van enkele duizenden euro volkomen. Jongeren onder de armoedegrens dompelen en ze vervolgens nog een kopje dieper duwen, dat is waar hun beleid op neerkomt.
Kritiek op dit asociale beleid wordt hard afgewezen. Het ABVV heeft volgens De Coninck een “pessimistische” visie. En nog: “Het federale beleid is er op gericht om jongeren aan het werk te krijgen. Het mag toch geen verwijt zijn aan deze regering dat ze fors inzet op werk.” Die ‘forse inzet’ heeft vooralsnog een omgekeerd effect op de werkloosheidscijfers. Die blijven immers stijgen, in november waren er in Vlaanderen 8,8% meer werklozen dan een jaar geleden. Onder de jongeren zit een kwart zonder werk. Eurostat geeft het cijfer van 23,7% werkloosheidsgraad onder jongeren in het derde kwartaal van 2013. Een jaar voorheen was dat 20,4%.
In plaats van fors in te zetten op werk, bijvoorbeeld door een algemene arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om het beschikbare werk te verdelen en door een massale publieke investering in openbare diensten en infrastructuur, kiest de regering ervoor om de zwaksten eerst aan te pakken. Een generatie jongeren wordt het uitzicht op een toekomst zonder armoede ontnomen. En wie daar een probleem mee heeft, is volgens de ‘socialistische’ bestuurders ‘pessimistisch’.