Op 24 november was er een massale betoging van de zorgsector. De 902 miljoen besparingen op gezondheidszorg komen bovenop alle eerdere maatregelen die het personeel en de gebruikers van de sector treffen. We spraken met een jonge verpleegster die uitlegt waarom het protest belangrijk is.
Dag Céline, kan je jezelf even voorstellen?
“Deze zomer ben ik afgestudeerd als verpleegster. Ik vond meteen een job in een ziekenhuis, in de geriatrie. Dat is de dienst waar momenteel het meeste personeel gezocht wordt. Het is een dienst die redelijk zwaar is en waar je met allerlei medische problemen geconfronteerd wordt. Ik doe nog geen nachten, maar heb wel een wisselend uurrooster. Ik verdien ongeveer 1.600 euro als ik de maaltijdcheques meetel.”
Waarom koos je voor deze job?
“Omdat ik graag voor mensen zorg. Het is een job met heel veel menselijke contacten waarbij er een specifieke relatie is met de patiënten in een klimaat van vertrouwen. Dat geeft veel waardering, bijvoorbeeld als patiënten ons bedanken, wat vaak gebeurt.”
Kan je je arbeidsvoorwaarden omschrijven?
“Zoals bij alle andere jobs is een onregelmatig uurrooster uitputtend. We hebben een werkritme dat heel hoog ligt. Op de dienst is er een personeelstekort, soms sta ik er alleen voor om 12 patiënten op te vangen. Er is geen tijd voor een echte opleiding door meer ervaren verpleegkundigen. We moeten niet alleen de patiënten opvangen, er zijn ook de familieleden die vragen hebben of bezorgd zijn. Een verpleegster moet tegelijk ook psychologe zijn en vooral veel geduld hebben. We worden op elk moment overbevraagd en we moeten steeds met onverwachte situaties omgaan.
“Bovenop de zware werkdruk komen ook nog eens overuren. Die zouden we officieel kunnen inhalen en uitbetaald krijgen, maar dat gebeurt niet in de praktijk. Er is vaak ook nog een deel van de middagpauze die we ‘vrijwillig’ laten vallen om het werk rond te krijgen of om het de verpleegkundigen van de volgende pauze wat makkelijker te maken. Onder de collega’s zie je zaken als burn-out, crisissen en vaak een groot schuldgevoel.
“Als een collega ziek is, kunnen er volgens de directie zonder problemen studenten als vervangers ingezet worden. Die moeten gratis werken en ze zijn uiteraard niet even efficiënt als personeel met een volledige opleiding en ervaring.”
Waarom betoogde je op 24 november mee?
“Dit is mijn eerste job. De arbeidsvoorwaarden zijn moeilijk en het wordt erger. Bij ons wordt er net als elders geprofiteerd van het personeel waardoor we constant op de tippen van onze tenen moeten lopen. De regering bespaart in gezondheidszorg terwijl het omgekeerde nodig is: massale investeringen in meer collega’s en meer infrastructuur.
“Rechts zegt ons dat de besparingen nodig zijn omdat er geen geld is. Die mensen hebben duidelijk nooit bij ons gewerkt. Het renoveren van gebouwen betekent dat de poorten geschilderd worden, maar voor airco is er geen geld. In de zomer is het een hel voor personeel en patiënten om temperaturen van 30 graden en meer te ondergaan in de kamers.
“De liberalen zeggen ons dat iedereen moet besparen. Nochtans zijn er wel degelijk middelen. Deze kunnen gezocht worden bij de grote vermogens of door niet langer fiscale cadeaus aan de grote bedrijven uit te delen in plaats van de BTW te verhogen en te snijden in de openbare diensten. De keuzes bij het opmaken van een begroting zijn politiek.
“Het is niet gemakkelijk om ons in de sector te organiseren, de zorg voor de patiënten is immers belangrijk. We kunnen niet allemaal samen in staking gaan. Dat is een zwakte om een krachtsverhouding uit te bouwen. Maar er is een grote solidariteit onder de collega’s en een enorme woede.
“In de zorgsector moet een staking goed op voorhand georganiseerd worden en blijft een deel van de collega’s aan de slag. Maar ook die collega’s steunen het protest en dragen bijvoorbeeld een badge of laten een petitie circuleren. Er zijn ook kleine acties in het ziekenhuis zelf.”
Je hebt het actieplan van 2014 meegemaakt als student. Dit is je eerste beweging als werkende. Hoe zie je de acties verdergaan?
“Tijdens een discussie zei een collega me dat het minder erg is om in zorg te besparen dan in onderwijs. We mogen de keuze daar niet tot beperken. Er zijn middelen, we moeten die aanspreken. De betoging van 24 november was belangrijk, maar het volstaat niet om de besparingen te stoppen. De acties moeten dus doorgaan. De betoging toonde onze woede en vestigde de aandacht op het onverantwoorde beleid.
“Dit kan de aanzet zijn tot een nieuw actieplan zoals dat van 2014. De voorbije maanden waren er acties van spoorpersoneel, cipiers, personeel van Caterpillar, … Die hebben allemaal alleen gestreden, maar alleen zullen we het niet halen. We moeten het ongenoegen van de verschillende sectoren samenbrengen. Deze regering zal immers niet toegeven, ze moet weg.
“Ik denk niet dat een regering van andere traditionele partijen een fundamenteel ander beleid zou voeren. We zien overal privatiseringen en besparingen, terwijl er net iets totaal anders nodig is: de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van het personeel en de gebruikers. De economie moet ten dienste staan van de bevolking en de maatschappelijke noden, niet van de winsten van een minderheid.”