Mei 1968: een maand van revolutie. Wat kunnen we er vandaag nog van leren?

Fabriek bezet door werknemers. In mei ’68 staakten maar liefst 10 miljoen Franse arbeiders. Foto: Wikimedia.org

Het establishment grijpt herdenkingen van belangrijke strijdbewegingen uit het verleden aan om er een eigen interpretatie aan te geven. Dat was vorig jaar zo met de 100ste verjaardag van de Russische Revolutie. Het is dit jaar niet anders met de 50ste verjaardag van mei 1968. Het zal de komende weken niet aan dossiers, reportages en debatten ontbreken. De gevestigde media zullen er alles aan doen om de grootste algemene staking uit de Franse geschiedenis te herleiden tot een folkloristisch evenement van utopische studenten. LSP organiseert in april en mei een aantal meetings en debatten om lessen te trekken uit een revolutionaire maand in het hart van Europa.

Zo houden we op 25 april aan de ULB in Brussel een meeting over mei ’68. Er zal onder meer gesproken worden door Christian Dehon, LSP-lid die in Parijs aanwezig was tijdens de eerste dagen van mei ’68, en Guy Van Sinoy, die deelnam aan de studentenacties aan de ULB waar hij toen studeerde. We hadden voor deze krant een dubbelgesprek met hen over de belangrijkste elementen van Mei ’68 voor de jongeren en werkenden die zich vandaag verzetten tegen de enorme ongelijkheden die eigen zijn aan het systeem in crisis.

Interview door Nicolas M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

1968 was het jaar van de revolte van studenten en werkenden in Frankrijk. Maar het was veel meer dan dat…

Christian: “In 1968 was er effectief wereldwijd oproer. Het protest was niet beperkt tot de Sorbonne in Parijs. Het systeem werd meer algemeen in vraag gesteld, onder meer in de strijd tegen de oorlog. De eerste betogingen in Parijs vonden overigens plaats in het kader van de strijd tegen de oorlog in Vietnam onder de slogan ‘Weg met het VS-imperialisme.’”

Guy: “De oorlog kwam elke dag op het televisienieuws dankzij de vele fotografen en journalisten ter plaatse. De vele misdaden van het Amerikaanse leger (massabombardementen waarbij vaak napalm werd gebruikt, clusterbommen en chemische ontbladeringsmiddelen, bloedbaden onder burgers, …) leidden tot verontwaardiging. We kregen dagelijks het beeld van een afslachting door een moderne supermacht van een arm volk dat voor zijn onafhankelijkheid opkwam.”

Het was ook het jaar van de strijd voor de burgerrechten in de VS. Martin Luther King werd vermoord op 4 april 1968. Hoe kwam het dat de studentenbeweging in Frankrijk in actie kwam?

Guy: “In die tijd nam het aantal studenten fors toe. Het kapitalisme had nood aan kaders. Een deel van de kinderen van de baby-boomgeneratie van na de oorlog begon te studeren. De universitaire infrastructuur was daar echter niet op voorzien: het ontbrak aan huisvesting, maar ook aan plaats in de auditoria en de universitaire restaurants.”

Christian: “De beweging eiste ook een minder elitair onderwijs dat toegankelijk was voor iedereen. De problemen waarop studenten vandaag botsen: de studiekost, de inmenging van multinationals in het onderwijs, dat waren ook de zaken die in 1968 werden bestreden.”

Guy: “De inhoud van de lessen werd eveneens bekritiseerd. Het bewustzijn groeide dat de universiteit de burgerlijke waarden reproduceert, terwijl de ideeën van de arbeidersbeweging helemaal niet aan bod komen. Zo herinner ik me een les die ik kreeg over de algemene theorie over de staat, waarin de professor niet eens verwees naar het boek ‘Staat en revolutie’ van Lenin.”

Christian: “In mei 1968 maakte ik gebruik van verlof op het werk om naar Parijs te trekken. Na een eerste bezetting in Nanterre volgde harde repressie door de politie en de universitaire overheden. Maar de solidariteit onder de studenten werd sterker. Ze gingen de confrontatie met de oproerpolitie aan om de vrijlating van hun kameraden te eisen. De slogans werden radicaler en richtten zich steeds breder op de volledige samenleving.”

Guy: “Na de nacht van de barricaden, besloot premier Pompidou op 10 mei om de eisen van de studenten in te willigen. De Sorbonne ging terug open, de ordediensten verlieten de campus en de opgepakte en veroordeelde studenten werden vrijgelaten. De studentenbeweging toonde aan dat het mogelijk was om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee overwinningen geboekt worden.”

Christian: “De sfeer die ik daar meemaakte, had ik nog nooit gezien. Naast de rellen in de straten, het geweld en de repressie, waren er overal in de stad debatten. Er werd echt overal gediscussieerd over de gebeurtenissen.”

En dan kwam de arbeidersbeweging op het toneel?

Guy: “Ondanks de toegevingen door de regering waren de vakbonden (CGT en CFDT) op 13 mei verplicht om een protestbetoging te houden tegen het politiegeweld tijdens de studentenbetogingen. Je moet weten dat de oproerpolitie (CRS) zes jaar eerder nog een betoging tegen de oorlog in Algerije had aangevallen waarbij negen doden vielen. Op 14 mei begon een spontane staking met bedrijfsbezetting in een reeks fabrieken. Die 13e mei was ook de verjaardag van het aan de macht komen van De Gaulle. Die machtsgreep werd door de generaals opgelegd tijdens de oorlog in Algerije.

“De Gaulle nam een hele reeks maatregelen tegen de werkenden, onder meer in de sociale zekerheid. In die tijd werd gemiddeld 46 uur per week gewerkt, in sommige bedrijven was dat tot 54 uur. De lonen waren geblokkeerd. Hierdoor begonnen eisen van de arbeiders te ontwikkelen.

“We mogen echter ook niet vergeten dat de CGT een betoging en staking organiseerde om te vermijden dat het de controle zou verliezen over een beweging die het voelde aankomen. Het was zeker niet de bedoeling om een algemene staking op te starten. Eens die gelanceerd was, liep de CGT-leiding de algemene staking achterna om ze te stoppen.”

Christian: “De beweging groeide ongelofelijk snel. Op 16 mei waren er al 50 bedrijven bezet. Op 17 mei waren er 200.000 stakers. Op 18 mei waren dat er twee miljoen. Het zou oplopen tot 10 miljoen stakers op 22 mei. Zelfs het festival van Cannes werd door de jury stilgelegd uit solidariteit met de stakingen.”

Guy: “In die tijd telde de Parti Communiste Français (PCF) 350.000 leden en de CGT 1,4 miljoen. De leidingen van de PCF en de CGT vormden echter een rem. Aanvankelijk haalde Georges Marchais van de PCF hard uit naar de ‘valse revolutionairen’ die ‘ontmaskerd’ moesten worden. Hij haalde op chauvinistische wijze uit naar de ‘Duitse anarchist Cohn-Bendit’ die beïnvloed was door de ‘in de VS opgeleide Duitse filosoof Marcuse’…”

Hoe zag de beweging er in België uit?

Guy: “Na de nacht van de barricaden kwamen er op 13 mei enkele honderden studenten aan de ULB samen voor een Vrije Vergadering. Een delegatie was naar Parijs gegaan – de treinen reden immers nog. Ze getuigden van de belegering van de studentenbuurt. Het auditorium Janson aan de ULB werd bezet. Op het hoogtepunt van de staking in Frankrijk besloot de Vrije Vergadering in de Janson om de centrale gebouwen van de universiteit te bezetten. De raad van bestuur, samengesteld uit vertegenwoordigers van het toenmalige patronaat, moest langs de vensters wegvluchten. De telefooncentrale van de ULB werd bezet, er werden pamfletten gedrukt op het briefpapier van de rector, de muren hingen vol met affiches.

“De Belgische autoriteiten waren bang van een politie-optreden zoals in Frankrijk. Ze vreesden immers een gelijkaardige beweging. Een groot verschil met Frankrijk was dat de Belgische arbeidersklasse niet in actie kwam. Dat kwam onder meer onder invloed van de antistakingswetten die door de Socialistische Partij ingevoerd werden na de algemene staking van de winter van 1960-61. Een aantal militante arbeiders kwam naar de universiteit, maar de studenten bleven eigenlijk geïsoleerd. In België begon de studentenbeweging de inhoud van de lessen in vraag te stellen. De activisten aan de ULB raakten snel politiek bewust in de beweging, ook bij mij was dit het geval.”

Christian: “In die tijd waren de studentenhomes nog niet gemengd. Aan de ULB werd het jongenshome bezet. De raad van bestuur veranderde het reglement op 1 juni waarbij de feitelijk afgedwongen situatie werd erkend. Dat is een belangrijke les uit die periode: met een krachtsverhouding is verandering mogelijk.”

Guy: “Vaak wordt in verwijzingen naar Mei ’68 gesproken over de studentenrevolte, terwijl de algemene staking het meest fundamentele element was. Dat komt jammer genoeg niet zo vaak aan bod. Die maand van revolutie toonde aan dat een revolutie in een ontwikkeld kapitalistisch land mogelijk is.

“Eind mei verdween De Gaulle naar Duitsland om er steun van het leger te zoeken. Het politieke vacuüm duurde enkele dagen waardoor zich een revolutionair moment concretiseerde. De burgerij was bang en kon haar politieke instrumenten niet meer opleggen. Het systeem begon te wankelen.

“Het ontbrak echter aan een structuur van dubbelmacht. Er waren uiteraard stakerscomités in een aantal bedrijven, maar er was geen nationale structuur van deze comités. De PCF en de CGT verzetten zich tegen een dergelijke structuur. De ontbinding van het parlement en de vervroegde verkiezingen werden door de PCF aangegrepen om de stakingen te stoppen met het argument dat het niet mogelijk was om verkiezingen te houden tijdens een algemene staking.

“De belangrijkste les van Mei ’68 is dat een revolutie in ontwikkelde kapitalistische landen mogelijk is, wat de journalisten of sociologen ook mogen beweren over de zogenaamde ‘verburgerlijking’ van de werkenden. Het kapitalisme leidt tot zoveel onderdrukking en uitbuiting dat het vroeg of laat tot uitbarstingen komt. Het is aan revolutionairen om dat momentum aan te grijpen om het te richten op de omverwerping van de kapitalistische samenleving.”

Christian: “Mei ’68 toonde de kracht van de arbeidersklasse, maar ook dat de beweging zonder duidelijke politieke leiding niet tot de logische conclusies kon doorgetrokken worden. Daarop verdwenen de mogelijkheden en de contrarevolutie organiseerde zich. Mei ’68 heeft een rebelse generatie voortgebracht, maar het kapitalisme werd niet omvergeworpen. Vandaag zien we terug de voorwaarden voor nieuwe bewegingen. Laten we samen bouwen aan de politieke organisatie die nodig is om het kapitalistische systeem omver te werpen en om een nieuwe samenleving op te bouwen door met de werkenden de macht te nemen.”