Het boek “De oorsprong der soorten” van Darwin werd eerst gepubliceerd in 1859, maar vormde één van de meest invloedrijke werken van het afgelopen millenium. Het is tegelijk ook één van de meest controversiële werken ooit. Het is daarom belangrijk om eens achter de controverse te gaan kijken naar de standpunten en theorieën die zo’n grote invloed hebben gehad op de natuurwetenschappen en het moderne denken in het algemeen.
Darwin kwam op 22-jarige leeftijd met een aanbeveling van John Henslow op zak terecht op het Engels onderzoekschip Beagle. Als onbetaalde onderzoeker (op dat vlak is er nog niet zoveel veranderd) trok hij mee op onderzoek na de beëindiging van zijn studies in Cambridge. Tijdens zijn reis kwam Darwin in contact met een brede variatie aan fossielen en levende organismen. Dat had een enorme impact op hem en hier werd de basis gelegd voor zijn later onderzoek. De observaties van Darwin onderbouwden de evolutietheorie.
Kort na zijn terugkeer kwam Darwin op basis van al zijn onderzoeksgegevens tot zijn theorie van de evolutie door natuurlijke selectie. Hij liet zijn bevindingen lezen door zijn vrienden. Maar Darwin bleef erg terughoudend om zijn bevindingen te publiceren, hij was bang voor religieuze tegenstand.
De standpunten van Darwin waren bijzonder opvallend in die tijd. Veel geologen waren nog aanhanger van de catastrofe-theorie. Volgens die theorie worden alle vormen van leven op aarde regelmatig vernietigd door catastrofes, wat het begin vormt van nieuwe beschavingen. Dat proces zou zich telkens opnieuw voordoen en de zondvloed waarbij Noah ontkwam, zou de meest recente catastrofe hebben gevormd. Enkel die vormen van leven die op de ark van Noah aanwezig waren, konden de ramp overleven. De aanhangers van deze theorie gaan ervan uit dat alle wezens onveranderlijk zijn en niet telkens opnieuw tot stand komen. Elk wezen werd afzonderlijk gecreëerd door een goddellijk wezen en bijgevolg werd geloofd dat ze altijd onveranderd zouden blijven.
De oorsprong van de soorten baseert zich volledig op aanhoudende verandering, waarbij verandering een intrinsiek deel van de natuur wordt. Elke soort, zowel planten als dieren, proberen te overleven op basis van beperkte middelen. Hierdoor is er concurrentie en een overlevingsstrijd. Bij dieren worden nuttige karakteristieken overgedragen bij de reproductie. Darwin’s bevindingen bevestigden een materialistische visie: de aarde is geen statisch gegeven, maar in constante verandering.
De “natuurlijke selectie” zoals omschreven door Darwin bestond uit het “behouden van gunstige variaties en het verwerpen van ongustige variaties.” Organismen met nuttige en gunstige kenmerken maken meer kans om te overleven dan hun zwakkere tegenhangers, hoe klein de verschillen in de kenmerken ook mogen zijn. De “natuurlijke selectie” is een fenomeen in de natuur waarbij niets dat vandaag bestaat er los van kan worden gezien. Darwin ging zo ver dat hij suggereerde dat het mogelijk was dat alle verwante organismen voortkomen van een gemeenschappelijke voorouder.
Deze bevindingen kregen enorme kritiek van de kerkelijke overheden en andere religieuze denkers. De natuurlijke selectie verwerpt de rol van een goddelijke schepper in het totstandkomen van de mens. Dit feit ging te ver voor de kerkelijke autoriteiten die een hetze begonnen tegen Darwin en zijn bevindingen. In wetenschappelijke kringen was dat een beetje anders. Darwin had heel wat materiaal verzameld om zijn theorie te onderbouwen. Hierdoor was het voor de wetenschappelijke gemeenschap moeilijk om de evolutietheorie niet te aanvaarden.
De materialistische aanpak van Darwin leverde hem bewondering op bij twee belangrijke denkers uit dezelfde periode: Karl Marx en Friedrich Engels. Engels merkte in een brief aan Marx op: “Ik lees net Darwin en dat is uitstekend.” Marx las “De oorsprong der soorten” later en had eveneens bewondering voor Darwin. Hij stuurde hem een kopie van zijn eigen boek “Het Kapitaal”.
De structuur waarop de theorie van Darwin zich baseerde, houdt tot vandaag stand. Deze structuur werd bevestigd door moderne wetenschappers. Anderzijds moesten er wel wijzigingen aangebracht worden om moderne bevindingen op het vlak van biologie, genetica en andere terreinen te verwerken. De basisopvattingen van “De oorsprong der soorten” blijven echter overeind. Belangrijke ontdekkingen zoals de driedimensionele DNA-structuur hebben de bevindingen van Darwin enkel bevestigd. Zo begint de genetica steeds meer de veranderingen die plaatsvinden te begrijpen.
De natuur verandert door middel van natuurlijke selectie waardoor het onmogelijk is om het leven te begrijpen indien het los gezien wordt van die natuurlijke selectie. Integenstelling tot veel van zijn generatiegenoten zorgde Darwin ervoor dat zijn theorieën leesbaar werden naar voor gebracht zodat een breder publiek het zou kunnen begrijpen.