Marx had gelijk

Met de val van het stalinisme dachten velen het marxisme definitief te kunnen begraven, vandaag blijkt de realiteit Marx zijn ideeën te doen herleven. Achter Marx zijn lange baard zou er zich wellicht een glimlach van voldoening vormen bij het aanhoren van de onophoudelijke berichtgeving over de crisis van het kapitalisme. En inderdaad, bijna anderhalve eeuw geleden voorspelde Karl Marx met verbazingwekkende precisie de onafwendbaarheid van crisissen van het type dat ons vandaag in de greep houdt.

De feiten bevestigen de marxistische analyse

Als Karl Marx’ correcte voorspelling van de gebeurtenissen sommigen verbaast, moet het gezegd zijn dat dit geenszins een mirakel noch een waarzeggende gave van Marx behelst, maar wel het feit dat het systeem, dat Marx eind 19de eeuw gekend heeft, heel weinig verschilt van het onze en dat zijn analyse dus onveranderd standhoudt. In die tijd werkten arbeiders urenlang voor een hongerloon en groeiden de rijen werklozen aan, terwijl enkele families zich spijsden met de overdadige winsten. Vandaag is dat niet anders, het volstaat enkele nullen toe te voegen aan de lonen, en nog enkele extra aan de winsten; en de toenmalige namen te vervangen door die van multinationals.

Dit in acht genomen, voorzag Marx de val van het systeem. Want inderdaad, hoe zou een meerderheid van onderbetaalde arbeiders het totaal aan geproduceerde goederen kunnen opkopen? Bovendien zet de ongeremde concurrentie binnen dit systeem de lonen onder negatieve druk om de beste prijs te bekomen, tot het alle arbeiders de strot toeknijpt of tot opstand aanzet!

En het is die onveranderde vaststelling die daadwerkelijk aan de basis ligt van de crisis van het systeem: de Amerikaanse arbeiders en gezinnen die niet in staat waren de geproduceerde goederen te consumeren hebben geleend, geleend, geleend, … en niet in staat om met hun hongerloon de leningen terug te betalen gingen de banken failliet, verkochten de bedrijven hun goederen niet meer en ze dankten – en danken nog steeds – werkkrachten af. Het is het gehele systeem dat instort.

 

De kapitalistische feniks

Deze crisis is evenwel niet de eerste van zijn soort: het jaar 1929 heeft zijn zwarte donderdag gekend, 1973-1974 zijn oliecrises, Japan zijn verloren decennium (de jaren ’90), etc. en het kapitalisme blijft nog steeds overeind.

Vandaag hebben Sarkozy, Obama en alle leiders ter wereld zich verenigd in een gewijde missie met als doel de redding van het systeem, en met veel geste roepen ze wijd en zijd op tot de creatie van een vernieuwd “kapitalisme”.

Maar de naam van het gerecht mag dan al gewijzigd zijn, het recept blijft ongewijzigd: collectivisatie van de verliezen en privatisering van de winsten; cadeaus voor de bankiers en de aandeelhouders; … het gerecht heeft een heel bittere nasmaak voor de arbeiders en hun gezinnen.

Om er telkens in te slagen vanonder het puin van zijn eigen crisis terug op te klimmen, moest het kapitalisme telkens de werkenden de last op de schouders leggen. Het is overbodig eraan te herinneren hoe de crisis van ’29 tot het nazisme heeft geleid en hoe de oorlog gelaafd werd met het bloed van miljoenen arbeiders die er geen enkele verantwoordelijkheid droegen, en verder nog hoe de crisis van de jaren ’70 tijdelijk kon overbrugd worden door een doorgedreven uitbuiting van arbeiders met behulp van flexibiliteit en andere neoliberale methodes en met dank aan de handenarbeid die vanuit de voormalige Sovjet-Unie in de gapende muil van de markt werd gesmeten.

 

Marx en de klassenstrijd

Marx was zich heel goed bewust van de capaciteit van het systeem om zich te regenereren op de rug van de loontrekkende en hij dacht dus allerminst dat het systeem zich uit zichzelf dood zou verklaren. De val van het kapitalistisch systeem was voor hem ondergeschikt aan zijn revolutionaire vervanging door een socialistisch systeem. Op die manier brengt Karl Marx zijn leven door al strijdend, met pen en papier via Het Kapitaal” dat “zonder twijfel het meest geduchte projectiel is dat de burgerij ooit naar het hoofd werd gegooid” (volgens Marx zelf) maar ook via de organisatie van de arbeidersklasse in functie van een revolutionaire omvorming naar het socialisme.

Zo nam hij deel aan de kortstondige Bond der Communisten en stichtte de Internationale Arbeiders-Associatie (IAA), meer bekend als de Eerste Internationale, die trachtte het internationale proletariaat te organiseren en die actief deelnam aan de bekende Commune van Parijs.

De huidige objectieve gebeurtenissen onderschrijven dus dubbel en dik Marx’ gelijk, maar om het kapitalistisch systeem te overtreffen door een nieuw, een eerlijker en stabieler systeem dat kan fungeren als motor van vooruitgang, is er eenheid nodig tussen deze objectieve elementen en de subjectieve elementen, met name de bewuste actie van de georganiseerde werkende bevolking. Deze eenheid is in staat om Marx’ erfenis waar te maken opdat de huidige onrust de laatste stuiptrekkingen van het kapitalisme en tevens de ochtendstond van de socialistisch maatschappij zouden zijn.